GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 291

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 291

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

i ^ magame 25

Wim Jansen Tot slot hebben we een gesprek met Wim Jansen. Hij is 31 jaar, analist bij de vakgroep oecologie. Assisteert bij het predatie-onderzoek. Predatie is het verschijnsel dat het ene dier het andere opeet. „Eén van de leukste voorbeelden bij ons predatieonderzoek is het exclusie-experiment, waarbij je een bepaald terrein ontoegankelijk maakt voor een aantal organismen. We hebben daarbij een aantal grote roestvrijstalen platen in de grond gestampt in de vorm van vakken en dat van boven afgesloten met heel fijn gaas. Daarin hebben we welbewust het natuurlijk evenwicht verstoord om na te gaan of dat evenwicht zich herstelt en elke verschuivingen dat in de aantallen dieren tot gevolg heeft." - Hoe gaat het plannen maken en opzetten van zo'n experiment in z'n werl<? „Je bent al met een bepaald onderzoek bezig en dat wordt dan steeds verder uitgebouwd. Een wetenschappelijk medewerker verzint al dan niet in overleg met de verdere staf een experiment. Goed, zo'n experiment is bedacht. Dan wordt een plan opgemaakt van wat er moet gebeuren, de hoeveelheden die gebruikt moeten worden, het intrumentarium, dat gedeeltelijk voorhanden is en gedeeltelijk gemaakt moet worden. We hebben een eigen instrumentmakerij. Zonder de instrumentmakerij en de andere diensten zou ons werk beslist onmogelijk zijn. Daarna wordt een werkverdeling gemaakt, waarbij meestal de wetenschappelijk medewerker mee het veld i n g a a t en aan het graven en ploeteren slaat. Staat de opstelling eenmaal, dan volg je de ontwikkelingen op de voet. Dat kan, afhankelijk van het soort experiment, enkele dagen tot enkele maanden duren. En tenslotte worden de gegevens op het lab uitgewerkt."

Wim Jansen (foto: Eduard de Kam)

- Kun je tiet exclusie-experiment nog wat nader beschrijven? „We hebben die vakken uitgezet. In bepaalde vakken hebben we de predatoren, de roofdiertjes dus, weggevangen en alles wat er verder in zat verzameld, geteld en weer teruggegooid. Bij andere vakken hebben we de strooisellaag alleen maar aangeharkt om zo een verstoringseffect te bereiken. Aan nog weer andere vakken hebben we springstaartjes toegevoegd, de hoeveelheid beestjes, die met een zelfde hoeveelheid voedsel moest werken, nam toe. Op die manier kun je je een beeld vormen van de ontwikkeling in de populatie. In die vakken gaan allerlei dingen veranderen. De roofdiertjes zullen met elkaar gaan wedijveren en dat kan een uitwerking hebben op het

-#4^

4...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 291

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's