GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 366

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 366

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magamte 12

Brief uit Botswana i n van Hans Opschoor

Waarom stal iemand een brood uit ons huis? Tshaba Ntsa Ons huis in (iahorone tv een comfortabele hunizalow in een van de nieuwe wijken. Er omheen ligt een heel grote tuin met achterin een klein schuurtje annex woning voor onze hulp. Josephine. Op zich is zo'n huis in deze stad niet uitzonderlijk: in de door blanken bewoonde huiz.entypes behoort het tol de middenklasse. Achter onze straat, richting centrum, begint de diplomatenbuurt. De tuinen worden daar nog groter, ze zijn vaak ommuurd, er zijn zwembaden en tennisvelden in aangelegd: de huizen daar zijn natuurlijk evenmin voor de poes. De kleur van de meeste mensen in dit deel van de stad. is wit. De z.warten die je er tegenkomt zijn bijna allemaal in dienst van die blanken en bewonen dan die kleine huisjes in de tuin, óf het zijn mensen die in dienst van die blanken .willen komen. ,,Ke batla bereka" (ik wil een haantje) is de in deze wijk méést gesproken zin in de taal van het land. „Tshaba ntsa" daarentegen, is de meest geschreven zin: dat betekent: ,, Wacht u voor de hond", en is zeker op het tuinhek bij een op de twee huizen aan te treffen. Die bordjes kondigen dan de aanwezigheid aan van zeer vervaarlijke, hapklare, vaak letterlijk racistische (want: fel reagerend op zwarten) honden. En die honden zijn er bepaald niet omdat hun eigenaars dierenvrienden zijn -eerder omdat hun eigenaars zich willen indekken tegen diefstal. De toestand met die beesten is in onze wijk zo erg, dat ze 's nachts vaak wijkbewoners wakker maken door hnn aanhoudend (en elkaar aanstekend) geblaf. Hun aanwezigheid is zelfs z.ó opvallend, dat de Botswana in Gaborone onze wijk er een bijnaam naar gegeven hebben. En z.o wonen wij dus in „Tshaba Ntsa". Is het dan z.o erg gesteld met die inbraken? En is dat dan speciaal het geval in onze wijk? Ik heb gezien en gehoord dat de inbraak-situatie in een stad als Nairobi heel wat erger is: daar. in Keiu'a, heeft men in wijken zoals de onze hier. nachtwakers in dienst die, met een helm of pet op en gewapend met een zware stok, rondjes lopen langs het tuinhek, huis aan huis. En in andere afrikaanse .steden zoals hijvoorheeld Lusaka, schijnt iets dergelijks aan de hand te zijn. Hier in Gaborone staat deze vorm van werkgelegenheid nog in de kinderschoenen, al jloreert het murenhouw-wezen al heel aar-

dig. Wel wordt door vele ,,deskundigen" gesteld dal misdaad van dit soort toeneemt: zelfs ..dagelijks". volgens een recente krantenkop die werd ontleend aan een toespraak van de onderdirecteur der gevangenissen. Dat is ook wel aannemelijk als je, zoals wijzelf ondervindt dat de politie liever niet eens de moeite neemt om in een inbraakgeval een onderzoek in te stellen (vanwege het toch wel vrij hopeloze van z.o'n onderzoek, denk ik, én vanwege personeelgehrek). .Maar is onze wijk dan zoveel erger dan andere, dat daardoor al die e.xlra honden te verklaren zijn? Of dat objectief z<> is, weet ik niet. Men zegt dat dat in ieder geval z.o was. Wel wordt het nog steeds zo ervaren; van allerlei kanten werd ons. toen wij ons huis betrokken, aangeraden om snel een hond te nemen - een advies dat wij in de wind geslagen hebben en zullen blijven slaan. Belangrijker dan onze af en toe gestoorde nachtrust evenwel is de vraag naar de oorzaken van die diefstal. Ik heb het vermoeden, dat pure armoede daaraan meestal ten grondslag ligt, in een stad waar z.ovelen het zich blijkbaar kunnen permitteren om hnn bezit met een of meer kilo's vlees vretende heesten te beschermen. Ik bedoel: als je niet eens een redelijke woning hebt of voldoende eten kunt kopen, moetje wel heel sterke benen hebben om de weelde bij zovele anderen te kunnen verdragen.' Men zegt, dat veel diefstallen worden gepleegd door leden van twee groepen: bewoners van de krottenwijk Old Naledi, en vluchtelingen. De eerste groep bestaat uit mensen die hun dorpen hebhen verlaten, vaak uit gebrek aan overlevingskansen, vaak ook omdat de kansen in de grote stad zoveel heter lijken (deze trek naar de steal is een algemeen verschijnsel in de derde wereld). Maar de grote stad heeft 'm de verste verte niet voor iedereen werk, of huisvesting en toch moet er om de zoveel dagen wat gegeten worden, en moetje wat kleren of dekens hebben om de ergste kou van het lijf te houden. Mijn vrouw, die werkt op een school voor kinderen in Old Naledi, heeft haar leerlingen wel uit een boekwinkel gegapte enveloppen en schriften zien verkopen en onlangs bood één van hen op het postkantoor een gestolen cheque aan ter verzilvering. Toch laatje het, gegeven de bittere nood van die mensen én het feit dat wij hier zelf op het pluche aan gene zijde van de welvaartskloof zitten, wel na om daar met

allerlei moralistische praatjes tegenin te gaan. De tweede groep, de vluchtelingen, zit vaak niet al te veel heter. Wel krijgen vluchtelingen een maandelijkse uitkering, maar die gaat vaak grotendeels op aan kamerhuur, voor eten en kleren blijfi aldus te weinig over. Veel vluchtelingen uit het buurland Zuid-Afrika zouden bovendien minder moede hebben met het zich toeeigenen van noodzakelijke goederen uit het bezit van blanken - een op zich niet eens zo onbegrijpelijke visie. Inbraken, gepleegd door mensen uit dez.e iwee groepen, zijn vaak erg goed te herkennen: afgezien van enkele luxe gebruiksvoorwerpen die goed te verhandelen zijn (zoals radio's), steelt men dan namelijk voond kleding, dekens, voedsel. •Als gezegd: het is ons enige lijd geleden ook zelf overkomen. Verdwenen bleken: de draagbare radio, een bijl, melk. brood, ingeblikt eten, een theeketel, wat bestek, etc. A cm kleren en dekens konden de inbrekers niet komen, want we hadden - .slapend -alle slaapkamers met kasten bezet en voor geweld deinsde men kennelijk terug (ook dat is in hijvoorheeld Nairobi inmiddels een achterhaalde fase). Het is nüsschien wat cru om dit te bezien als <)ók een vorm van inkomensherverdeling - al was het maar, omdat die overdracht ook binnen de groep der armsten niet in een gelijke mate een ieder tot voordeel strekt. Het is misschien eveneens wat vreemd om er tegenaan te kijken als een stimulans voor de zo broodnodige werkgelegenheid - al levert het heel wat werk acm nachtwakers, politie, bewakers en sociale wetenschappers. Maar om het cdleen maar te zien in termen van goed en kwaad, dat gaat eveneens te ver - daarvoor zijn visies op goed en kwaad op de merkwacvdige wijze verstrengeld niet ,,hebben" en ,,niet-hebhen". En wat de remedie van het fenomeen diefstal betreft: de situatie elders in Afrika laat zien, dat méér honden of méér politieagenten, géén oplossing leveren. Geen wonder: zolang de welvaartskloof z.o breed is als ze is, en zolang in de derde wereldsteden zovelen nog aan beide kanten van die kloof blijken te leven, zal diefstal bestaan. Een pak slaag op een politiebureau (en dat nog cdleen maar als je pech hebt) is bepaald geen remedie tegen een lege maag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 366

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's