GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 423

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 423

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ magazine 25

Spreken zou goud kunnen zijn Proefschrift over spreken in het openbaar Dr. A. Vrolijk

Een student verlaat zijn stoel en loopt naar voren. In z'n hand de papieren van z'n toespraak. Hij volgt een kursus spreken in het openbaar. Zijn beurt. Hij beklimt het spreekgestoelte, legt z'n papieren voor zich neer, wil de eerste zin uitspreken . . . klapt dicht, kan geen woord meer uitbrengen en verlaat het spreekgestoelte. De kursusleider heeft echter een onverwachte kijk op de gebeurtenissen: ,, Wat je deed was heel belangrijk, je verliet je stoel, je besteeg de katheder en keek je publiek aan. Dat is het halve werk. Je deed het goed. Volgende keer voeg je er nog een paar woorden aan toe". Doen en nog'es doen Dit voorval is te vinden in het proefschrift waarop dr. Arie Vrolijk onlangs aan de VU promoveerde (..Public speaking; treatment or training?") Daarin behandelt hij het spreken in het openbaar en de daarbij optredende moeilijkheden, zoals spreekangst. Hij verdedigt daarin de stelling dat de angst om in het openbaar te spreken (of dat nu een tafelrede op bruiloften en partijen is dan wel een ministeriële beleidsverdediging in het parlement) veel beter verdwijnt door toepassing van het principe ,,doen en nog"es doen" dan door allerlei behandelingmethoden, die bijvoorbeeld de nadruk leggen op spierontspanning of inzicht in het waarom van de angst. ' Of, liever gezegd: door zien en doen want uit Vrolijks" proefschrift blijkt de onontbeerlijkheid van visuele hulpmiddelen bij het sprekersonderricht. En daaraan ontbreekt het tot nu toe nog vaak in de traditionele welsprekendheidskursussen. Juist de video is een uitstekend middel om de mensen met hun eigen spreekgedrag te konfronteren. Vrolijk: ,,Individuele eigenaardigheden als wijdbeens staan, neus krabben, eentonig praten, wiebelen, kunnen op deze wijze verbeterd worden." Er is nog een ander voordeel: .,Zonder twijfel is het voor de kursist heel moeilijk een beschrijving van hemzelf door een ander te aanvaarden, hoe

leuk, aardig of subtiel ook gebracht. Een beschrijving van de eigenaardigheden van zijn gedrag zal bijna altijd vijandig en aanmatigend klinken. Video-opnamen maken het mogelijk de student het meest objektieve beeld van hem-zelf-als-spreker te geven".

Dit onderwerp Vraag aan Vrolijk: waarom is hij zich op dit onderwerp gaan toeleggen? Thuis werd vroeger na de kerkdienst over de preek gepraat bij de koffie, waarbij het accent lag op hoe de man het gedaan had. Daarnaast ben ik getroffen dooreen Amerikaanse enquête van een aantal jaren her waaruit bleek dat de meeste Amerikanen liever dood gingen dan in een angstige situatie verzeild raakten, althans op een lijst van afschrikwekkende onderwerpen werd ..angst" vaker aangekruist dan ,,dood". Dat vond Vrolijk fascinerend. In diezelfde tijd ontstonden er in Nederland veel nieuwe politieke partijtjes, die veelal uit,, verse" mensen bestonden, die nieuw waren in de politiek en weinig spreekervaring hadden. Hoe redden zij zich? Ook dat vond Vrolijk interessant. Hij houdt zich al jarenlang met dit onderwerp en verwante zaken bezig. Zijn proefschrift is in feite een verzameling van reeds eerder, in de loop der jaren verschenen artikelen in vakbladen.

De lijn bezet houden

de onontbeerlijkheid van visuele hulpmiddelen (uit ,,lachen in de kerk")

Niet elke spreekstoornis berust op angst. Er worden globaal twee spreekstoornissen onderscheiden: de .,uhstoornis" en de ,,niet-uh-stoornis". De ,,uh-stoornis" wordt vaak door beroepspraters, bijvoorbeeld politici, gebruikt. Een man als Luns (Vrolijk noemt hem als voorbeeld) zal zijn politieke kommentaren in vraaggesprekken vaak doorspekken met ,,uh's, ah's en hm"s". niet uit spreekangst, maar om na te denken om tijd te winnen, ,,de lijn bezet te houden" en wellicht de antwoorden vaag te houden. De ,,niet-uh-stoornis" daarentegen berust op angst. Vrolijk noemt vier gevallen waarin je deze stoornis kunt herkennen: ,Jk hen in de . . . in de Verenigde Staten ge weest". Of iemand betert z" n

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 423

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's