GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 237

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 237

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine 15 zijn en ontspannen. Moderne apparatuur maakt het mogelijk om mensen, die ergens bang voor zijn herhaaldelijk te confronteren met de gevreesde situatie terwijl ze in volmaakt ontspannen toestand verkeren. Zolang ze nog maar enigszins gespannen zijn, gebeurt er niets, maar zodra ze er lekker relaxed bijliggen worden ze weer geconfronteerd met een situatie waarvoor ze gewoonlijk bang zijn. De Systematische desensitisatie" is speciaal ontwikkeld om mensen van allerlei fobieën af te helpen, zoals plein- en straatvrees (agorafobie), overdreven angst voor honden, katten, spinnen of muizen, angst voor het rijden door tunnels, het zitten in vliegtuigen, het bezoeken van tandartsen, examenvrees, angst om te vrijen, stormachtig weer en noem maar op. Nu is elk mens wel min of meer bevreesd voor het een of ander, zonder dat er sprake is van een fobie. Van een fobie spreekt men pas wanneer de omvang van de vrees in geen verhouding staat tot de dreiging die van een situatie uitgaat en wanneer de gevolgen van die vrees voor de persoon zelf of zijn omgeving onaanvaardbaar zijn. Anders gezegd: als het te gek wordt. Fobieën komen in gelijke mate bij mannen en vrouwen voor, maar de laatsten scoren aanzienlijk hoger wanneer het gaat om straat- en pleinvrees. Vrouwen, die zich in geen tien a vijftien jaar buiten hun woning hebben gewaagd, komen voor. Andere mensen worden door een panische angst bevangen wanneer ze in een trein zitten. Aanstellerij is dat niet. Die angst is echt: hartkloppingen, angstzweet, duizeligheid, onzekerheid, het gevoel te stikken.

Parachutisten

Natuurlijk zijn ze bang, gespannen of hoe je het ook wilt noemen. Anders was er ook geen kick. VU-psycholoog drs. Arie Vrolijk is ervan overtuigd dat parachutespringers met bonzende harten uit het vliegtuig springen. En dat niet omdat hem het klamme zweet in de handen komt bij de gedachte dat hij dat zelf zou moeten doen (dat is geen wetenschappelijk bewijs), maar op grond van een Amerikaans onderzoek naar het verloop van de hartslag bij parachutespringen. Dat maakt een eind aan de veronderstelling van alle vreesachtigen dat er een categorie onverschrokken helden bestaat, die zich nuchter en zonder een spier te vertrekken uit een vliegtuig stort. Registratie van de hartslag van parachute-springers wees uit dat het aantal slagen per minuut normaal ongeveer 8 0 - bij de sprong oploopt tot 160 of 180 en soms zelfs tot 200. Zelfs de meest ervaren springers, die er al honderden sprongen hebben opzitten leveren nog een harstlag van ongeveer 120 per keer op het moment van de sprong, 't Is altijd weer even een spannend moment, maar gewenning helpt wel. Waren parachutespringers werkelijk mensen met stalen zenuwen, die zich doodbedaard ter aarde stortten, zonder een voor wetenschappers interessante curve van het verloop van de hartslag, dan was het onderzoek dat op 't ogenblik op Texel wordt uitgevoerd door de sectie Conflictuologie van de subfaculteit Psychologie nimmer opgezet. Het feit echter dat blijkens een Amerikaans onderzoek er wel degelijk sprake is van een normale menselijke reactie bij het verlaten van een vliegtuig op 750 meter hoogte, maakte parachutisten begerenswaardige proefpersonen voor VU-psychologen die wel eens wilden weten of een bepaalde therapie tot bestrijding van angsten nu werkelijk helpt. Vermoedelijk wel, maar het wetenschappelijk bewijs moet nog geleverd. Precies hetzelfde onderzoek wil men dit najaar nog eens herhalen bij mensen, die doodsbang zijn voor tandartsen. Via allerlei wegen - o.a. radio Stad-Amsterdam - hoopt men dan een ploeg Mokummers bijeen te trommelen, die nog nooit een voet bij een tandarts heeft durven zetten, tot schade van het gebit, 's Kijken of het lukt hun angst voor de tandarts zodanig te verminderen, dat zij een „normaal" aantal hartkloppingen produceren wanneer zij in de stoel plaatsnemen. De psychologen zelf zijn ervan overtuigd dat het kan, maar een wetenschappelijk bewijs leveren is nog iets anders. Succes bij één proefpersoon is daarvoor onvoldoende. Wie weet verminderde de angst bij die ene persoon wel door een heel andere oorzaak dan als gevolg van de behandeling. Maar als een aantal willekeurige mensen in dezelfde situatie allen opeens minder angstig blijkt te zijn na behandeling, dan is het moeilijk vol te houden dat dit puur toeval is.

Waar vind je een aantal mensen dat om dezelfde reden onder gelijksoortige omstandigheden bang wordt op een tevoren bekend moment? Dat was het waar projectbegeleider drs. Arie Vrolijk naar zocht. Een cursus parachutespringen noemt hij „een ideale situatie". „ We hadden natuurlijk ook honden-fobie kunnen nemen (angst voor honden), maar probeer maar eens twintig mensen te vinden, die allemaal aan hondenfobie lijden. Wil je harde wetenschappelijke uitspraken doen dan moet je een groot aantal proefpersonen hebben met eenzelfde klacht. Aan één juffrouw met een hondenfobie heb je niets. Misschien lukt het met veel moeite tien dames met een hondenfobie bijeen te krijgen, maar dan nog zit je met het probleem dat er aan een hondenfobie tal van andere factoren vastzitten. De mogelijke oorzaken lopen zeer uiteen. Die zijn niet mooi vergelijkbaar. Om hard bewijsmateriaal te leveren voor de deugdelijkheid van een methodiek, zijn ze ongeschikt. Wat is nu mooier dan een parachute-cursus, waarin je een herhaalbare situatie hebt met mensen met eenzelfde angst. Ze moeten allemaal springen. Eerst hebben we nog even gedacht aan mensen met examenvrees. Geef twintig kandidaten een behandeling en twintig andere niet en ga na of de twintig eerste een lagere hartslag hebben gehad dan de twintig laatste. Maar ook examenkandidaten verschillen. De een gaat fluitend naar het examen omdat hij z'n zaakjes kent en een ander is terecht angstig, omdat hij de stof niet voldoende heeft geleerd, dus die proefpersonen zijn niet allemaal gelijk. Bovendien is het erg lastig om mensen voor en na een examen te meten. Organisatorisch een ingewikkelde zaak. Ook patiënten die een operatie ondergaan hadden we kunnen vragen, maar om die nu ook nog eens lastig te vallen met allerlei apparaten, die met de operatie niets te maken hebben... Zo kwamen we dus bij de parachutespringers terecht. Daar is een situatie, die de nodige stress oplevert bij een groot aantal personen. Het Amerikaanse onderzoek toonde een standaard-stresspatroon. Hoog bij beginners, dertig tot veertig punten lager bij gevorderden." En zo heeft de Vakgroep Klinische Psychologie en Conflictuologie thans een vakantiebungalowtje gebuurd vlak naast het vliegveld Texel waar de parachute-springschool is gevestigd van Bob Rienks. Een auto vol meetapparatuur werd met de pont overgezet, een paar dia-projectoren, luie stoelen, cassette-recorders, koptelefoons, alles wat nodig is voor de „Systematische Desensitisatie", zoals de behandeling officieel heet. Gewenningstraining. kan men ook zeggen. Op de grond wordt de parachutist telkens in een situatie gebracht, waarin hij zich inleeft dat hij gaat springen. Evenals andere behandelingsmethoden om mensen van een bepaalde angst af te helpen is de Systematische Desensitisatie gebaseerd op het verschijnsel dat men niet tegelijkertijd bang kan

r\®

"(

Er is alle reden om daaraan wat te doen. Hoogtevrees en angst voor spinnen of muizen is 'n fobie waar best m^e te leven valt. 'n Behandeling voor hoogtevrees zou slechts gerechtvaardigd zijn bij een glazenwasser of metselaar, die er opeens door bevangen wordt. Zijn broodwinning staat op het spel. Maar de meeste mensen komen met dit soort angstjes nog best gelukkig door het leven. Anders ligt het echter voor huisvrouwen die de deur niet meer uitdurven of voor mensen die ziekten oplopen omdat ze een verlammende angst hadden voor tandartsen. Een behandeling is dan gerechtvaardigd.

<

(9

Vliegangst

-<^ .'X

-

/f

(g) 'TLüaSÏ' (Uil. iSport-Parachutist"

Mevrouw M. J. Noot te Amsterdam vertelde VUMagazine deels schaterlachend hoe ze kort geleden door VU-psychologen afgeholpen is van haar vliegangst. Toegepast is hetzelfde systeem dat thans op Texel wordt uitgeprobeerd op parachute-springers Hoe ging dat' Mevrouw Noot: „Nou om te beginnen was het heerlijk dat je hier mocht blijven praten over je angst. Je vertelt het thuis natuurlijk wel allemaat, maar je kunt niet blijven zeuren, vind ik. Altijd jezelf maar uitvoerig in het middelpunt plaatsen en lekker vertellen hoe bang je bent.. " - En hier bij de S/U trof U publiek, dat het prachtig vond om te horen hoe bang u was...

„Haha, ja. Je kunt hier niet genoeg zeuren. Heerlijk. Ik was nog nooit bij psychologen geweest en had nog nooit ervaren dat je zo lekker zeuren mocht en vertellen wat er allemaal mis was met je"

Verschrikking Tot een jaar of vijf geleden had mevrouw Noot nog nooit gevlogen. De heenvlucht op een vakantiereisje naar Joegoslavië verliep probleemloos, maar op de terugreis werd ze bevangen door een panische angst. Huilpartijen en noem maar op. Mevrouw Noot was ervan overtuigd dat er iets mis ging. Ze zag de klinknagels in de vleugels wringen en hoorde allerlei kraakjes en andere vreemde geluidjes, die er volgens haar duidelijk op wezen dat het toestel op het punt stond neer te storten. Een loszittend drukknoopje in de bekleding van het verkeersvliegtuig was een duidelijke aanwijzing dat het toestel niet goed was nagekeken. Gefascineerd staarde ze naar dat drukknoopje. Zo hing er natuurlijk wel meer los in de vliegmachine. Mevrouw- Noot was er bovendien rotsvast van overtuigd dat zij de enige in het toestel was die het naderend onheil in de gaten had. Het gebabbel van andere passagiers over het fraaie uitzicht dat men uit het vliegtuigraampje had, kwam haar

huuu! \^J^v (^ncze/i4 • /aten we dit />oek not m^dreen t^^^r \^t^h\o\AÓtr,

korte tijcj /gter.

f^^rtitb

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 237

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's