GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 424

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 424

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

f IZi magazine 26 zin: ,,//< wou . . . ik zou het met u willen hebbeu over . . .". En ten slotte, iemand verandert midden in een zin: ,,Mijn vader en moeder . . . er was gister een leuke film op tv". Een schutterige vertoning Die vervelende angst om in het openbaar te spreken kan worden aangewakerd door drie faktoren: - er is een gehoor met een hoge status - het onderwerp is ingewikkeld of emotioneel geladen - de toespraak heeft het karakter van een nabespreking of een verantwoording. Komen deze faktoren in kombinatie voor, dan kan het bloed u in de aderen gaan kolken en raakt het hek van de dam. Arie Vrolijk: ,,Een goed voorbeeld daarvan was Van Agt's bespreking van Menten's vlucht in de Tweede Kamer. Hij trad op voor een publiek met hoge status (het parlement), het onderwerp was emotioneel geladen en tenslotte moest hij zijn beleid verdedigen. Geen wonder dan ook dat het een schutterige vertoning werd: al de drie faktoren werkten samen."

Een mooie beloning Het publiek kan een spreker maken en breken. Vrolijk heeft ook een aantal rollenspellen uitgevoerd, waarbij het pubhek eerst een vriendelijke en later een onvriendelijke rol was toebedacht. Beide rollen blijken effekt te hebben op de lengte van de toespraak. In het eerste geval (een vriendelijk publiek) gaat de spreker de tijdsduur van zijn toespraak aanzienlijk verlengen. Hij beschouwt de vriendelijkheid als een stimulans om door te gaan en zijn gehoor te belonen met een langere toespraak. Een verveeld pubiek dat gaapt en de spreker negeert blijkt een korte toespraak te kunnen bewerkstelligen. Volleerd Dit gegeven wordt ook gebruikt op de welsprekendheidskursussen. vertelt Vrolijk. In het begin moet een onzekere spreker vaak aangemoedigd worden door een positief publiek dat hem vriendelijk toelacht. De spreker voelt zich beloond. Z'n toespraken worden beter, zekerder en langer. Sommige sprekers leren zo voortvarend, dat ze na hun aanvankelijke onzekerheden niet meer te stuiten zijn. Dat kan dan weer wat afgeremd worden door het publiek meer tegenwerk te laten leveren: kritische vragen en uitroepen. Kan een spreker dit aan, dan is hij bijkans volleerd. De video erbij Hoe gaat men nu op een (ideale, maar vaak al in praktijk gebrachte) rhetorika-kursus te werk?

. . .het publiek weerwerk laten leveren door kritische vragen en uitroejien

Vrolijk: ,,Eerst wordt er wat theorie bijgebracht. Daarover wordt dan in groepjes gesproken. Vervolgens wordt de deelnemers het voorbeeld van een slechte en een goede toespraak (of bepaalde facetten van het speechen) uit de doeken gedaan. De deelnemers wordt dan opgedragen zelf een speech te maken die niet te lang is. Na het optreden volgt dan de beoordeling door de kursisten. De rest van de kursus wordt dan besteed aan het nog eens doen en nog eens doen, waarbij de video mijns inziens dan een onontbeerlijk hulpmiddel is.'" Vrolijk vindt het wel aardig, vast te stellen dat de meeste welsprekendheidskursussen het eigenlijk altijd wel goed, nl. volgens dit principe gedaan hebben. Alleen: de video moet er nog bij.

Angstkoorts Tijdens één van zijn experimenten maakte Vrolijk gebruik van een zogenaamde Angstthermometer, een meter verdeeld in tien gelijke delen waai op de proefpersonen zelf hun mate van angst konden weergeven tijdens het openbare spreken. Het bleek dat de proefpersonen, die enige malen achtereen dezelfde spreekbeurt hielden, bij de opeenvolgende keren een steeds lagere ,,angstkoorts'" aankruisten, meer woorden gingen gebruiken, vlotter gingen spreken en hun toespraak minder doorspekten met de pauzes opvullende ,,uh-stoornissen"". Inzicht, ontspanning of gewenning? Er zijn ook andere methoden denkbaar dan de gewenningsmethode. En die zijn er de eeuwen door ook geweest. De mensheid houdt zich al sinds haar oudste beschaving bezig met het spreken voor publiek. Het oudste ons bekende boek over welsprekendheid stamt uit 450 voor Christus, geschreven door de Siciliër Corax, een leeraar. Vandaag de dag kunnen onder meer de volgende methoden onderscheiden worden die moeten leiden tot het opheffen van spreekangst: - inzichtverschaffende psychotherapie: de psychotherapeut probeert de angst te verkleinen door de spreekangstige inzicht te helpen verwerven in de oorzaken van zijn problemen - systematische desensitisatie (zie ook VU-magazine van juni 1979). Door een aantal, in volgorde steeds angstiger situaties uit te beelden op dia's kan de spreekangstige (die naar de dia's kijkt) zijn angst verminderen door zich tegelijkertijd te ontspannen. De kursist leert daardoor de angstverwekkende situaties te associëren met ontspanning, de angst vermindert daardoor. Met name de laatste methode heeft vrolijk vergeleken met de gewenningsmethode. Dat viel in het voordeel uit van de laatste. Met name omdat ontspanning heel moeilijk meetbaar is. En het ontspannen van spieren is een tijdrovende methode.

Liegen vrouwen beter? Een interessant experiment - voer voor feministen - dat Vrolijk verrichtte, was het meten van spreekangst door mensen te laten liegen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 424

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's