GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 254

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 254

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 32

tie-kwestie. Dat bleek heel duidelijk toen prof. Arts op 9 november vorig jaar schriftelijk liet weten hoe hij erover dacht: .,Krachtens de hij de benoemingsprocedure aangehouden richtlijnen ressorteert de problematiek van de ongewenste zwangerschap onder de verantwoordelijkheid van de hoogleraar verloskunde, d.w.z.. onder mijn verantwoordelijkheid. Het door mij voorgestane beleid kan als volgt worden omschreven: Een indicatie tot afbreken van zwangerschap zal alleen bestaan als het leven van de moeder slechts behouden zou kunnen worden door beëindiging van het leven van de ongeborene, zulks na een protocolbespreking en na uitdrukkelijke goedkeuring van het hoofd van de afdeling. Dit standpunt houdt tevens in een ongewenste zwangerschap te voorkomen door zorg te dragen voor een verantwoorde geboortereregeling, maar in geval van een feitelijk ongewenste zwangerschap de plicht op allerlei wij-

zen de vrouw in nood te hegeleiden". De beleidsombuiging maakte heftige protesten los in de medische staf en ook bij de studenten. Huisartsen die gewend waren vrouwen naar het VUziekenhuis te verwijzen, wisten niet meer waar ze aan toe waren. Vorig jaar is aan de VU slechts één abortus verricht. Op 5 december vorig jaar stuurden vier specialisten-stafleden een brief naar het Ziekenhuisbestuur (AZVUbestuur) over de ontstane moeilijkheden. Dr. J. Kleinhout. chef de clinique van de afdeling verloskunde en gynaecologie stelde de brief op. ,,Onder de medewerkers van onze afdeling hestonden in het verleden en bestaan nu nog verschillende standpunten in deze. Niemand werd verplicht en kan ooit worden verplicht tot een ingreep die hij of zij naar geweten niet kan (doen) uitvoeren. Het afbreken van een zwangerschap is een medische ingreep. De indicatiestelling berust echter zelden op medische, doch meestal op humanitaire gron-

Het zaalcje van het gerechtsgebouw aan de Prinsengracht kon niet alle belangstellenden bevatten. Geheel links (zittend) prof. dr. H. F. Th. Arts, die een kort geding aanspande met naast hem zijn advocaat mr. P. W. Smits.

{Jen. Een uniform afdelingsheleid, waarbij de ethiek van de een maatgevend is voor de ander is naar mijn mening en van de eerder genoemde collega's in strijd met onze persoonlijke verantwoordelijkheid''. Wat te doen? Prof. Stolk, ook tegenstander van abortus, maar met toch met minder stringente opvattingen dan dr. Arts (in Arnhem verrichtte hijzelf dergelijke ingrepen) voelde er niets voor om de problematiek alsnog naar zijn afdeling geschoven te krijgen, dus een oplossing in die richting bleek niet mogelijk. Het AZVU-bestuur (voorzitter J. Lanser) wees alle betrokkenen op de in 1977 verschenen richtlijnen van de commissie medische ethiek waarin gesproken wordt van individuele verantwoordelijkheid van de gynaecologen-stafleden en besloot tenslotte om de beide nieuwe hoogleraren niet te belasten met de verantwoordelijkheid voor abortus-ingrepen die door andere specialisten in het VU-ziekenhuis worden verricht. Deze ingrepen kunnen worden verricht nadat overleg heeft plaatsgevonden met de waarnemend ziekenhuisdirecteur nu prof. dr. S. L. Visser. Dr. Kleinhout is gemachtigd om vervolgens samen met de andere specialisten de indicatie te stellen-. Het standpunt van het ziekenhuisbestuur kwam dus neer op een respecteren van alle opvattingen, die voorkomen bij aan het VU-ziekenhuis verbonden verloskundigen en gynaecologen, zowel die van dr. Arts als van de voorstanders van het reeds tien jaar bestaande beleid-Janssens. Op 11 april maakte het AZVU-bestuur bekend welke regeling was getroffen. De huisartsen en specialisten in de regio Amsterdam werden door de toenmalige waarnemend ziekenhuisdirecteur prof. dr. F. G. Bouman ingelicht waar ze aan toe waren. Patiënten die voor zwangerschapsafbreking c.q. prenatale diagnostiek van afwijkingen van de vrucht in aanmerking kwamen konden zich thans vervoegen bij dr. Kleinhout.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 254

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's