GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 62

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 62

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 16 De Commissie Voorlichting en het Nationaal Comité willen daar onder het motto ,,Kom op voor Europa" verandering in brengen. Via een kostbare campagne van zo'n 6 miljoen gulden. Daartoe is het Haagse reclame- en adviesbureau HVR ingehuurd, dat de campagne in een drietal fasen heeft ingedeeld: de informatie-, de motivatie- en de stimulatiefase. „Zorgvuldig geselecteerde stukken informatie (geredigeerd op een eenvoudig intellectueel niveau} worden de kiezer fasegewijs op een zodanige wijze aangeboden dat deze voor hem herkenbaar zijn en bij hem de indruk vestigen dat een verenigd Europa zijn persoonlijk belang dient", staat er in het campagneplan, en: ,,een drietal verschillende creatieve uitwerkingen zijn getoetst door middel van sociaalwetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek gaf aan dat een appèl aan ouder-gevoelens respectievelijk een beroep op de toekomst minder effectief communiceerde dan het refereren aan reeds bekende problemen als werkgelegenheid, milieubescherming, energiebeleid en sociale aangelegenheden. De campagne is dan ook mede gebaseerd op deze 'herkenbare' items." Achtentwintig jaar na de ondertekening van de Verdragen van Parijs in 1951, waarbij de EGKS, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal werd opgericht en waarbij voor het eerst gewag werd gemaakt van te houden rechtstreekse verkiezingen voor een Europees parlement, achtentwintig jaar waarin men van opgetogenheid over weer een nieuwe stap op weg naar de eenw o r d i n g van Europa verviel in de bijna steevast daarop volgende deceptie, en ruim een jaar na het tijdstip dat bij de ondertekening van de ,,Akte van Overeenkomst inzake de Rechtstreekse Algemene Verkiezing van het Europese Parlement" op 20 september 1976 te Brussel uitdrukkelijk was afgesproken, kunnen tussen 7 en 10 juni ruim 180 miljoen Europeanen uit 9 landen naar de stembus gaan o m de 410 afgevaardigden te kiezen. Nederland mag 25 mensen naar Straatsburg afvaardigen, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië elk 8 1 , België 24, Denemarken 16, Ierland 15 en tenslotte Luxemburg 6 parlementariërs. Het touwtrekken o m het Europarlement is begonnen. Tachtig partijen in de negen EEG-landen zullen naar de gunst van de kiezers dingen. Ze kunnen rekenen op een behoorlijke dosis scepsis bij de bevolking van de landen, een scepsis die er bij het lezen van de berichten en commentaren in de pers in de loop der jaren niet geringer op geworden zal zijn. Met een vrijwel ononderbroken stroom van cynische beschouwingen heeft de pers de lange mars naar de totstandkoming van de verkiezingen begeleid. In de meeste gevallen terecht, ergerlijken gênant was het o m te zien hoe steeds weer vooral de grotere landen hun nationalistische stokpaardjes bleven berijden, principe-afspraken aan hun laars lapten en zelfs openlijk obstructie pleegden. Engeland en Frankrijk

wedijverden o m het hardst o m als grootste querulant van de gemeenschap uit de bus te komen. Engeland w o n meestal. Toch lijken de kiezers de komende stembusstrijd o p z ' n minst het voordeel van d e t w i j f e l te gunnen. Een opiniepeiling uit 1977 wees uit dat in Nederland maar liefst 8 2 % van de stemgerechtigden vóór het houden van de Europese verkiezingen was en zéker of waarschijn^ijkzou gaan stemmen, 9% was ertegen, terwijl 9% nog geen standpunt bepaald had. In '73 was het percentage voorstanders nog slechts 62%. Deze verschuiving in positieve zin ten aanzien van de verkiezingen doet zich in alle landen van de gemeenschap voor. Zelfs in Engeland waar in '73 nog slechts 33% heil zag in de verkiezingen, in '77 was dat percentage opgelopen tot 67. Hoewel de animo o m te gaan stemmen niet tegenvalt, is de kennis over het parlement nou niet bepaald florissant. Vooral waar het gaat over de taken en bevoegdheden van dat college, de relatie tot de Commissie, het uit dertien leden bestaande dagelijkse bestuur van de gemeenschap, tot de Raad van Ministers (al naar gelang de onderwerpen - verkeer, milieu, landbouw, buitenlandse p o l i t i e k - hebben de verschillende bewindslieden uit de landen zitting), tot de Europese Raad (de staatshoofden en regeringsleiders van de Negen), o m over de Raad van Europa, die niets met de EEG te maken heeft, maar niet te spreken. Er is dus voor het reclame-bureau en de Europarlementskandidaten nog een zware taak weggelegd o m de mensen gemotiveerd naar het stembureau te krijgen, anders w o r d t het slechts een aardige en betrouwbare graadmeter voor de politieke verhoudingen in binnen- en buitenland.

Districtenstelsel De verkiezingen zullen gehouden w o r d e n op basis van evenredige vertegenwoordiging, althans in acht van de negen landen. Engeland springt er tussenuit. Het wenst koste wat het kost vast te houden aan het daar geldende districtenstelsel, volgens het principe „ f i r s t past the p o s t " : degene die in één van de speciaal voor de Euroverkiezingen ingeste^de 81 distrieten de meerderheid b e haalt, al is het maar een meerderheid van zegge en schrijve één stem, gaat naar Straatsburg en Luxemburg, waar bij toerbeurt de zittingen plaatsvinden. Dit tot groot verdriet van de „Liberals" die daardoor ondanks een geschatte aanhang van zo'n 20% traditiegetrouw uit de boot dreigen te vallen. Eindelijk was daar een mogelijkheid voor de Britse liberalen o m onder dit fnuikende kiesstelsel uit te komen, maar Labour en de Conservatieven wensten het voor hun partijen zo onevenredig gunstige systeem niet conform de afgesproken Europese normen aan te passen. Waarmee Engeland ervoor zorgde dat de verkiezingen, die voor 1978 waren vastgesteld, het zoveelste uitstel kregen. De ,,anti-marketeers", zoals de tegenstanders van de EEG genoemd w o r d e n , zijn in Engeland zeer sterk vertegenwoordigd. Niet zozeer onder de bevolking, per slot van rekening

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 62

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's