GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 150

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 16 noot zo spoedig in militaire vijand o m te zetten. Hoe dit ook zij, spoedig (1949) bleek ook de S.U. over kernwapens te beschikken. Ze liep in de ontwikkeling van eerst splijtings- en later fusie-wapens gewoon een paar jaar bij de V.S. achter. In de periode dat de V.S. het kernwapenmonopolie hadden kwamen zij met het zgn. Baruch-plan. Hierin zou kernenergie uitsluitend voor „ v r e e d z a a m " gebruik bestemd w o r d e n . De V.S. zouden bereid zijn op termijn hun kernarsenaal af te bouw e n . Ze zouden echter de voorsprong houden van de enige mogendheid die kernwapens had getest en uitgeprobeerd. Dit was onaanvaardbaar voor de S.U. die hierin een principiële handhaving van de status quo zag: V.S. als eerste-rangs m o g e n d heid en de S.U. als tweede-rangs. De meeste hedendaagse V.S.-analytici zien deze gang van zaken als volkomen begrijpelijk en menen dat je hieruit geen agressieve Sovjet-bedoelingen kan aflezen, slechts de wens naar gelijkwaardigheid. Belangrijk voor ons is niet zozeer deze situatie in het verleden, maar wel dat bij onderhandelingen over de Niet-Verspreiding van Kernwapens tussen de kernwapen-landen en de niet-kernwapenlanden deze situatie zich zou kunnen herhalen. Het is bekend dat beide grootmachten, de V.S. en de S.U. beide met spoed een gevarieerd kernwapen-arsenaal zijn gaan o p b o u w e n . Daaromheen zijn natuurlijk strategische concepties nodig over de manier waarop de wapens militair ingezet zouden kunnen w o r d e n . In 1954 ontwikkelde de V.S. de theorie van de massieve vergelding, ledere aanval tegen één van de leden van de NAVO

nl magazine 17 (opgericht in 1949) zou worden beantwoord met een vergeldingsaanval tegen de vijand (waarvoor men altijd de S.U. moet lezen). Omdat die vijand dat weet zou die zulk een aanval wel uit zijn hoofd laten. In de loop der jaren werden de overbrengingsmiddelen van de kernwapens steeds geavanceerder en werd het duidelijk dat de S.U. na een kernaanval op dat land nog zóveel kernwapens zou overhouden (in niet-vernietigde silo's, in onderzeeërs of eventueel in kunstmanen) datze nog een klap terug zou kunnen geven. Men noemt dit een .,second-stri/<e capability". Daarnaast kent men nog het begrip „first-strike capability". Dan zou één grootmacht zó sterk zijn dat hij zijn tegenstander in één klap zo ver vernietigt dat die geen noemenswaardige „second-strike capability" overhoudt. De militaire strategen zijn algemeen van mening dat beide grootmachten, de V.S. en S.U., over een second strike capability beschikken. Dit is de situatie van bet gezekerde evenwicht. Hierin kunt U het w o o r d „ z e k e r i n g " herkennen. In het Engels heet dit: Mutual Assured Destruction, afgekort: MAD. Er zijn redenen genoeg o m zelfs tegen zulk een afschrikkings-evenwicht bezwaren in te brengen. Allereerst ethisch-morele vraagtekens bij een samenleving, waarin de partners elkaar voortdurend onder schot houden. Daarnaast ook praktische, bijv. of het systeem inderdaad „ f o o l p r o o f ' is en of een stel Turken bijv. geen raketbasis kunnen innemen en de raket met kernwapens lanceren. Een groter bezwaar is echter, dat de politieke en technische ontwikkelingen, dus de dynamica in de samenleving voortdurend de stabiliteit van dit afschrikkingsevenwicht bedreigen. Dat zijn: - tactische kernwapens op slagveld Europa, - verspreiding van kernwapens in verband met kernenergie (proliferatie), - ontwikkeling van nieuwe wapens.

Tactische kernwapens op slagveld Europa

„The balance of terror"

Een vooronderstelling in het militaire denken is de agressiviteit van de S.U., die met wapengeweld zoveel mogelijk landen de zegeningen van het c o m m u n i s m e deelachtig wil doen w o r d e n . Dat moet dan een Sovjet-communisme zijn onder controle van Moskou. Bewijzen hiervoor zijn het Russische ingrijpen in Hongarije ('54) en TsjechoSlowakije ('68). Deze vooronderstelling is op zichzelf niet triviaal. Men kan ook de S.U. zien als een staat die in wereldoorlog II te lijden heeft gehad van agressieve Duitse troepen op zijn grondgebied, waarbij veel verwoestingen werden aangericht en 20 miljoen Russen o m k w a m e n . Die vonden tegenover zich de V.S. die in de oorlog een enorm industrieel potentieel o p b o u w d e n en waarvan de leiders duidelijk maakten dat ze het maatschappelijke Sovjet-systeem verfoeiden. Zulk een staat zal zich als vanzelfsprekend omringen met bufferstaten (zoals Nederland in de 18e eeuw in België een buffer kon v o r m e n tegenover agressief Frank-

rijk). Beide hypothesen kunnen een plausibele verklaring leveren van de feiten en er is zeker geen reden o m de tweede te verwerpen. De NAVO-strategie is gebaseerd op de eerste hypothese en die w o r d t meer gehanteerd als dogma dan als misschien redelijke vooronderstelling. Dat gaatzo ver dat alle stappen van de andere partij in dit licht worden gezien. Voor de NAVO-havikken zijn vredelievende gebaren vanuit het Oosten o n denkbaar. We zullen verder binnen de NAVO-hypothese even de ontwikkelingen volgen. Het idee is dan, dat men een Russische aanval zó geloofwaardig moet tegenhouden, dat de Russen bij voorbaat van zulk een aanval afzien. Neem aan, dat de Russen met een overmaat van tanks West-Europa binnenvallen. Deze aanval w o r d t mentaal volledig gesteund door de OostEuropese satellieten, die er niet aan denken in opstand te komen of te saboteren. De NAVO verdedigt eerst conventioneel, maar is daarin de zwakkere (d.i. overigens onbewezen; de ex-NAVO generaal Pasti (Italië) stelt dat de Russen ook conventioneel zwakker zijn dan de NAVO, omdat de Russen steeds twee grenzen moeten bemannen, ook die met China). Als West-Europa onder de voet gelopen w o r d t , komt het m o m e n t o m kernwapens in te zetten. Dat zal niet de massale vergelding op de S.U. kunnen zijn. Daarmee vernietigen de V.S. volgens M A D immers ook zichzelf en dat kan West-Europa, o n danks het Rijnleger, nooit waard zijn. Er is dan een tussenstap nodig, het gebruik van kleinere, zgn. tactische kernwapens op slagveld Europa (typistes maken hiervan dikwijls slachtveld Europa, qua strekking inderdaad correcter!). De militaire doctrine is die van het aangepaste antwoord, ontwikkeld vanaf 1961. Voor Amerikanen is dit wellicht een aantrekkelijke strategie. Het maakt het mogelijk een oorlog te voeren zonder dat Amerika bij voorbaat ook tot gevechtsterrein wordt. Voor Europeanen ligt in deze doctrine toch een innerlijke tegenstrijdigheid. Een gangbare redenering luidt aldus. Je moet het de Russen duidelijker maken dat iedere aanval op West-Europa tot Russische vernietiging leidt. Dat betekent dus dat zulk een aanval logisch leidt tot M A D , althans met voldoende waarschijnlijkheid o m de gok niet te wagen. Je moet dan de zgn. atoomdrempel laag houden, dat w i l zeggen dat er een groot scala van tactische kernwapens staat opgesteld, waardoor de escalatie tot MAD w o r d t aangezet. Uit deze gedachtengang verklaart zich de Westduitse voorliefde voor neutronenbommen. Zulk een lage atoomdrempel betekent w é l , dat iedere kleine oprisping in Europa de kans tot een MAD-escalatie in zich bergt. Bijv. gebeurtenissen in Joegoslavië na de dood van Tito. Wat gebeurt er in het politiek labiele Italië? Etc. Er blijft daarmee een zwaard van Damocles boven Europa hangen. Een vraag bij deze strategie is toch wel de onzekerheid of de V.S. inderdaad gedwongen kunnen worden tot MAD. Zullen ze bij een conflict in Europa toch geen eieren voor hun geld kiezen? Fransen vertrouwen dan maar liever op hun eigen

Jorce de frappe" en bij éénwording van Europa ligt het pleidooi voor een Westeuropese kernmacht voor de hand. (Bij de o p b o u w daarvan kan veel werkgelegenheid voor fysici w o r d e n geschapen. Hoe staan w e daar dan tegenover?) Een derde grote kernmacht zal het strategische denken zeer bemoeilijken. Kun je daarin nog een MAD definiëren? De langzame éénwording van Europa is dus één factor die de stabiliteit van het machtsevenwicht - als dat al bestaat - ondermijnt.

Verspreiding van kernwapens Een tweede factor is de verspreiding van kerncentrales en de voorzieningen daaromheen over de wereld. Daarmee gekoppeld ontstaan overal groepen technici en wetenschappers, geschoold in het omgaan met radio-actieve materialen. Eveneens groeien overal de depots met U^^s of Pu239waarmeedeproduktievansplijtingswapens binnen handbereik komt. Aan de zes landen die nu over kernwapens beschikken, zullen de komende jaren nog veel w o r d e n toegevoegd. Op dit m o ment is het praktisch zeker dat Zuid-Afrika kernwapens heeft en alleen onder V.S.- en S.U.-druk nog geen tests heeft uitgevoerd. Hoe moet men denken over machtsevenwicht, als één der grootmachten bij een kernoorlog elders w o r d t betrokken? S o m m i g e analytici m e n e n , dat de trend tot verspreiding van kernwapens slechts omgekeerd kan w o r d e n door een (hopelijk beperkte) kernoorlog.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's