GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 260

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 260

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ magazine 38 geschiedenis van Israël nam, wat hij voor zijn verhaal nodig had. Als voorbeeld vergelijken we 2 Sam. 24 met 1 Kron. 21. Dit tweemaal voorkomende verhaal stelt ons tevens in staat te tonen hoe hetzelfde materiaal door verschillende redacteuren in een verschillende opzet bewerkt kon worden. We zullen ons hier niet inlaten op de vraag naar de ..historiciteit" van dit verhaal, al zullen we in het oog moeten houden dat de verschillende situaties waarin iets speelt een verhaal naar vorm en inhoud kunnen beïnvloeden. Het verhaal in 2 Sam. 24 bevat 3 elementen: de telling (vs. 1-9); de plaat (vs. 10-17) en de koop van een dorsvloer (vs. 18-25). De elementen zijn op natuurlijke wijze aan elkaar verbonden zodat men de indruk krijgt met een historisch-logische opeenvolging van gebeurtenissen te doen te hebben (vgl. vs. lOen 16b). Toch is het niet onwaarschijnlijk dat oorspronkelijk deze drie episoden als aparte eenheden hebben bestaan. De telling veronderstelt een militair doel (vs. 9) waarbij iets fout is gegaan (vs. 3). De episode wordt ingeleid door de mededeling dat God een oordeel over hel land wilde brengen omdat Hij toornig was. De toorn van een godheid als inleiding tot een ramp voor een land vindt men ook op de zg. Mesa-steen. daterend uit de tijd van Achab. in de vorige eeuw in het voormalige moabietische gebied gevonden: Kamos de god der Moabieten - was toornig op zijn land! De tweede episode is een voorbeeld van een ramp, die in die tijd in Palestina meer voorkwam (vgl. 1 Sam. 5-6; Jes. 37). Hoewel een plaatselijk beperkte ramp hier niet uitgesloten is. wordt zij in vs. 15 toch betrokken op heel Israël ,,van Dan tot Berseba". Het oorspronkelijk verhaal wordt voorts geplaatst in de conlekst van een profetisch verhaal waarin de profeet Gad wordt geïntroduceerd die David de keus uit drie rampen aanbiedt. Moeilijk is het om hier duidelijk tussen oorspronkelijk verhaal en latere profetische (theologische) interpetatie te onderscheiden. De derde episode tenslotte is wat men wel een ,,heiligdomslegende" noemt. Hetgaat om de ,,dorsvloer" van Arauna. Het verhaal culmineert in de bouw van een altaar en in het offeren van offerdieren.

God of Satan Duidelijk is dat de presentatie van het geheel fijn gestileerd is zowel in zijn elementen als in zijn totaal. De eindredacteur/schrijver legt in de vorm een

hoge mate van literaire bekwaamheid ana de dag. Dit nodigt ons uit de tweede versie van dit verhaal in 1 Kron. 21 te gaan bekijken. We zien dan interessante verschillen met het voorafgaande bij handhaving van de drie grondelementen. In VS. 16 wordt de engel beschreven als een natuurverschijnsel. Vs. 5 en VS. 25 geven hogere getallen als resultaat van de volkstelling en als prijs van de dorsvloer. Vs. 6 verteltdat Levi en Benjamin niet in de cencus werden meegeteld. Nu eens - bijv. in VS. 4 - is het verhaal bekort, dan weer is het uitgebreid. Op zich is dit een belangrijk gegeven in verband met de vraag hoe het OT gegroeid kan zijn. Bovendien is het interessant te zien hoe de motivering van een verhaal aanzienlijk kan veranderen. De gebeurtenissen worden nu nl. niet toegeschreven aan de ..toorn van God"", maar aan de activiteit van ..Satan" (zonder lidwoord, vgl. Job 1 en 2; Zach. 3:1 v.). Hoewel Davids verantwoordelijkheid niet gereduceerd wordt, is wel het probleem dat 2 Sam. stelde gereduceerd. Maar nog interessanter dan het genoemde is het te zien hoe het hele verhaal in een groter geheel wordt ingepast. 1 Kron. 22 verbindt het aan de voorbereiding van de tempelbouw door David, terwijl het verhaal in 2 Sam. één van de vele is die aan de verhalen rondom David zijn toegevoegd. Voor de Kronist wordt de plaats van het altaar precies het toneel van het offer op Moria(2Kron. 3:1). in Gen. 22 zo dramatisch beschreven. Men ziet hier als het ware een traditie groeien, die zich naderhand voortzet in de nabijbelse rabbijnse literatuur. Het voorbeeld dat we hebben laten zien, doet de veronderstelling aan de hand dat vele tradities op dezelfde wijze gegroeid, gegroepeerd en gewaardeerd zijn. Anderzijds zullen er tradities verdwenen zijn omdat men ze niet heeft kunnen gebruiken. Zolang verhalen nog deel uitmaakten van levende tradities, hetzij in. hetzij buiten Israël, heeft men het materiaal nog niet absoluut kunnen of willen vaststellen. We moeten rekenen met verhalen en andere literaire producten die in verschillende kaders van de toenmalige maatschappij voorkwamen: tempelverhalen, hofverhalen, fabels, romans enz. Er is een rijke schakering aan literiaire en schriftelijke uitingen geweest, waaronder we niet alleen de ,,vertellingen", maar ook ,,wetten". ,,profetiën" en .,wijsheidsnteratuur'" willen samenvatten.

Bronnentheorie Nu nog iets over de ..bronnentheorie". ook wel ..oorkondenhypothese" genoemd.. Deze hypothese wil dat de zg. ..vijf boeken van Mozes"" - of de pentateuch - niet alleen niet door Mozes geschreven zijn, maar lang na Mozes' tijd uit verschillende ..bronnen" of ,,oorkonden"" zijn samengesteld. ..Bronnen" wordt hier niet verstaan in de zin waarin een historicus om zijn verhaal te schrijven ..bronnen" raadpleegt, maar in de zin van zelfstandige. mondeling of schriftelijk overgeleverde eenheden, die door latere bewerkers zijn bijeengebracht en verwerkt. Dat Mozes niet de gehele pentateuch geschreven kon hebben, heeft men al heel vroeg moeten erkennen. want hoe kan iemand zijn eigen dood beschrijven, tenzij men hier de profetie als een soort deus ex machina de oplossing wil laten brengen? Maar wie bijv. Genesis leest, zal opmerken dat er niet alleen twee versies van het scheppingsverhaal bestaan, zoals we boven reeds aanstipten. maar dat vanaf vs 2:4 ook een andere naam voor God gebruikt wordt. nl. HERE God. Reeds in 1711 had een predikant uit Hildesheim, Hennig Bernhard Witter, dit ontdekt en hier bovendien de conclusie aan verbonden dat er wel sprake moest zijn van twee verschillende bronnen van een traditie die voordat de pentateuch tot stand gekomen was - reeds bestond. Witters ontdekking is in de loop van de tijd verder uitgewerkt. Nog in dezelfde eeuw. in 1753. onthulde een franse dokter. J. Astruc. onafhankelijk van Witter, hetzelfde verschijnsel. Wel meende Astruc nog dat Mozes zelf op de grond van verschillende aantekeningen, afkomstig uit onderscheiden tradities, zijn boeken kon hebben samengesteld. De 19de eeuw echter heeft de stoot gegeven tot de bloei van het historisch-kritisch onderzoek van het OT en speciaal van de pentateuch. Men paste de oorkondenhypothese niet meer alleen toe op het begin van Genesis, maar op het hele boek en de hele pentateuch. Reeds Astruc noemde de ,,bron" die God in het hebreeuws £7o/!(m noemt de ,,Elohist" en de bron die Hem bij zijn Verbondsnaam - HHWH - noemt de ,,Jahwist". Tot op vandaag toe zijn deze namen, afgekort als E en J. bij vele oudtestamentici in gebruik, naast namen voor nog andere bronnen. Sommigen zijn met het ,,splitsen" in bronnen zelfs zover gegaan dat er een onafzienbare rij bronnen en documenten aangenomen werd waaruit de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 260

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's