GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 388

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 388

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

nj magazine 34

Besef dat wetenschap het niet alleen aan kan dringt gelukkig steeds verder door door prof. dr. H. Verheul In de voordrachten en bij de discussies over de relatie tussen de moderne wetenschap en het Christelijk geloof op de conferentie in Boston, kwamen sterk uiteenlopende meningen over de aard van de moderne wetenschappen naar voren. Maar ook het probleem hoe we de werkelijkheid vanuit ons Christelijk geloof nader moeten duiden als Schepping, werd verschillend benaderd. Een sterke scheiding tussen mens en natuur - René Descartes: de scheiding van res cogilans en res extensa - is diep in de westerse theologie doorgedrongen. Evenals een scherpe scheiding tussen God en mens. De Syrische metropoliet Paulos Gregorios (India) omschreef dé essentie van het Christelijk geloof als ,,het worden gegrondvest op een hecht fundament dat de mens draagt en verzorgt, zodat hij niet bevreesd hoeft te zijn". In zijn betoog over het mensworden van Christus, dat onlosmakelijk met zijn goddelijkheid is verbonden, trok hij de conclusie dat de gelovige mens dan ook iets goddelijks in zich heeft. Voor hem heeft ook de natuur iets goddelijks in zich. Zo worden God, mens en natuur niet zo duidelijk van elkaar afgebakend, hij ervaart veel vagere grenzen. Dit leidt tot een andere bepaling van de rol voor wetenschap en technologie. De Duitse theoloog Dr. Liedke gaf een duidelijke, waardevolle aanzet voor de ontwikkeling van wat we zouden noemen een theologie van de natuur, waarin ook genoemde Oosterse zienswijzen verwerkt worden. In zijn bijdrage merkte hij op dat vanuit Romeinen 8:18 e.v. en Genesis 1 en 9 het optredende conflict tussen mens en natuur benaderd moet worden. Ook voor hem maakte de Westerse theologie en filosofie een té scherp onderscheid tussen mens en natuur. Een ecologische theologie zou solidariteit mogelijk maken, wat een onmisbare bijdrage van kerk en theologie tot het verkrijgen van een rechtvaardige en houdbare samenleving zou zijn. Maar ook de zienswijze van Gregorios

Prof. dr. Verheul

c.s. behoeft m.i. nadere analyse. In zijn vergelijking van de kenmerken van geloof en van wetenschap werd onvoldoende gesproken over het toekomstperspectief, dat voor beide essentieel is en van waaruit hun relatie zeer wel benaderd kan worden. Voorts verdient de poging van de organisatoren van de conferentie ook andere wereldgodsdiensten in de discussie te betrekken, navolging.

Sprookje De uiteenlopende waardering voor de moderne wetenschap en technologie bleek uit vele bijdragen. De astronoom Hanbury Brown (Australië) stelde in een positivistisch betoog: ,,De wetenschap is één van de belangrijkste, onmisbare pilaren waarop onze beschaving en onze hoop voor de toekomst rust". En hoewel hij hiertoe geringe pogingen deed, week hij in zijn analyse van het begrip wetenschap niet sterk af van eerder gegeven omschrijvingen die vooral intern wetenschappelijke referentiekaders gebruiken. Fel was de reactie hierop van de filosoof Alvez

(Brazilië), die als inleiding op zijn korte reactie op Hanburry Brown's bijdrage het volgende sprookje vertelde: Een lam hoort in zijn omgeving veel praten over wolven. Men spreekt er nogal negatief over en hij wil nu wei eens precies weten wat een wolfis. Hij schreef een brief aan een wolf, die filosoof is. met een eenvoudige vraag: wat zijn wolven? De filosoof beschreef in zijn antwoordbrief zeer nauwkeurig wat zijns inziens karakteristieke kenmerken van wolven zijn: lengte, groeicurve, bouw, kleur, sociale gewoontes enz. Zo iets banaals als hun eetgewoontes, en wat ze af en toe erg lekker vinden, waren voor hem kennelijk geen essentiële kenmerken; ze werden niet in de brief vermeld. Het lam was verrast en opgetogen over het antwoord en besloot zijn nieuwe vriend, de wolf op te zoeken. En daar leerde hij al snel dat wolven af en toe een goed lam niet versmaden. De les die hieruit geleerd moet worden is datje nooit aan een wetenschapper moet vragen wat wetenschap is. Hun beschrijving is volgens Alvez niet alleen niet geheel waar, maar vooral: gevaarlijk. Overigens, dat bij de discussies over onderwerpen als de aard of de rol van de wetenschap en de ontwikkehng daarin, de maatschappelijke context moet worden betrokken, werd al eerder en door meerderen gezegd. Het belang ervan is duidelijk, immers zij die niet zelf bij wetenschappelijk onderzoek en/of onderwijs betrokken zijn, blijken er vaak een duidelijke mening over of verwachting van te hebben. En het zou kortzichtig zijn om hier geen grondige kennis van te nemen. (Voor geïnteresseerden wil ik voor een beschrijving van de geschiedenis van de wetenschap in haar maatschappelijk context verwijzen naar J. D. Bernal, ,,Sociale Geschiedenis van de Wetenschap", SUN Nijmegen. 1976),

Een ander citaat om U te illustreren hoe ver uiteenlopend op de Bostonconferentie de gedachten over wetenschap waren, nam ik uit de verklaring die deelnemers uit derde wereldlanden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 388

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's