GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 402

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 402

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl ma2amt€4 geschiedbeoefening mondiaal en planetarisch moet zijn maar er in dat verband tegelijkertijd aan toevoegde, dat hij zélf buiten de West-Europese cultuurkring niet kon ademhalen. Evenals de literator, staat het een historicus vrij zich bij zijn onderzoek van studie een bepaald land of een bepaald onderwerp te richten. Maar anders wordt het wanneer met deze keuze onverschilligheid, gebrek aan interesse, neerbuigendheid of zelfs verachting voor de andere mens, vanwege zijn kleur, cultuur of godsdienst tot uitdrukking worden gebracht. Zo op de manier waarop Jean Paul Sartre het uitdrukte, ,.No^ niet zo erg lang geleden telde de aarde tweeduizend miljoen bewoners: vijfhonderd miljoen mensen en één duizendvijfhonderd miljoen inboorlingen." Het is boeiend om te constateren dat dit mondiale aspect van de geschiedbeoefening Presser blijkbaar tot het einde van zijn leven niet heeft losgelaten. In één van zijn laatste gepubliceerde gesprekken zegt hij, ,.Laat ik één. voor mij althans eigentijds probleem noemen waarmee ik de laatste paar jaar, maar zeker ook de laatste maanden bijzonder aan het worstelen ben: de humaniteit van een figuur als Mozart. Als ik me nu herinner koe ik nog betrekkelijk kort geleden de ingreep, die Mozart heeft gemaakt in de tekst van Die Entführung aus dem Serail, heb ondergaan, hoe hij daar per se die zogenaamde Turk tot een symbool van grote menselijkheid, van ware humaniteit heeft willen maken, dat hij dat bewust gedaan heeft, niet anders heeft gekund en op één of andere manier dat in de muziek heeft weten te verklanken, dat bewijst mij dat dit probleem voor mij toch helemaal niet ten einde is. Als ik het mag beleven, is het best mogelijk dat ik al peinzend nog eens tot heel nieuwe inzichten kom, tot een diepere verdieping -juist via het supergenie Mozart van het hele humaniteitsprobleem. . ." W a a r o m moeite? Het pleit voor de oprechtheid en het formaat van deze historicus dat hij erkent met dit probleem te hebben geworsteld. Het kost hem kennelijk moeite, zoals het vele westerlingen, inclusief theologen, moeite kost dat nota bene ,,die zogenaamde Turk tot een symbool van grote menselijkheid ,,van ware humaniteit" wordt gesteld. Ja waarom eigenlijk? De literatuur en de geschiedschrijving

Het spijzigen van de hongerigen

Van Alkmaar begint de victorie; als u begrijpt, wat ik bedoel, eindigde prof. Wessels zijn in augurele rede. Dat sloeg op de serie panelen ,,De zeven werken van barmhartigheid" van de Meester van Alkmaar uit 1504, die op deze en volgende pagina's te zien zijn. Op alle schilderijen komt Christus voor. Zes van de werken van barmhartigheid zijn geïnspireerd op Mattheus 25,35-40. Het zevende (het begraven van de doden) is er in de middeleeuwen aan toegevoegd. In het tafereel, dat voorstelt het herbergen van de vreemdelingen zijn de binnengehaalde gasten ook echte vreemdelingen met een uitheems gelaatstype. Het onderschrift van het schilderstuk luidt: ,,Die Heer spreeckt wilt mij verstaen wat Ghy den minsten doet wert my gedaen." Oorspronkelijk hingen de panelen in de Grote Kerk te Alkmaar. Nu zijn ze te zien in het Amsterdamse Rijksmuseum.

daargelaten, men kan zich met betrekking tot de christelijke theologiebeoefening in Europa niet aan de indruk onttrekken dat deze in haar meest invloedrijke vertegenwoordigers valt te karakteriseren als een parochiale, Europacentrische, aangelegenheid. Het is schokkend te moeten constateren dat zoals ook bij andere disciplines het geval is bij de theologiebeoefening bewust of onbewust een sterk westers cultureel superioriteitsgevoel een rol speelt. De man of vrouw van ander geloof of cultuur staat niet alleen ver van de westerse theologie-

beoefenaar of beoefenaarster af, maar erger, er wordt vaak op die andere neergezien of er bestaat in het minst ongunstige geval geen interesse voor. Teneinde in staat te zijn een antwoord te geven op de vraag hoe de christen zich ons inziens zou moeten verhouden tot mensen van ander geloof, willen wij ingaan op enkele karaktertrekken van die verhouding zoals die in het verleden werd gezien en beleefd. Daartoe staan wij stil bij het einde van de Romeinse oudheid wanneer het christendom en het zogenaamde heidedom hun laatste grote confrontatie doormaken. Vervolgens wordt terloops ingegaan op de nieuwe situatie die in de zestiende eeuw is ontstaan na de grote ontdekkingsreizen die Europa met een kennelijk veel pluralistischer samengestelde wereld in aanraking brengt. Een overzicht volgt dan van een aantal opvattingen die leidinggevende theologen ten aanzien van dit onderwerp in onze eeuw - aan het begin van de post-koloniale periode - erop nahouden. Daarna willen wij pleiten voor het gebruiken van de gastvriendschap als sleutel tot het verstaan van de verhouding van christenen en mensen van ander geloof. Daartoe wordt teruggegrepen naar het nieuwe testament. Tenslotte wordt gevraagd welke consequenties dit inzicht heeft voor de theologie in het algemeen en de theologie der godsdiensten in het bijzonder, die beide een inleiding tot de verwondering zijn.

Christendom en Heidendom aan het einde van de Oudheid Voor het verstaan van de relatie tussen de christelijke godsdienst en de andere godsdiensten is het voor de westerse christenen van belang te letten op wat er in de vierde eeuw na Christus gebeurde. De Romeinse keizer Constantijn gaat in 312 over tot het Christendom en maakt het in 325 tot staatsgodsdienst. Als hij in 312 tegen zijn tegenstander Maxentius optrekt verschijnt, zo wordt verteld, aan de hemel een kruis met de woorden ,,in hoc signo vinces". In deze strijd die daarmee het karakter van een godsdienst-oorlog krijgt, gaat het er om wie de sterkste was. De god der christenen of de oude goden. Op grond van deze goddelijke opdracht laat Constantijn voor de beslissende slag dit teken van het kruis op de schilden van zijn soldaten aanbrengen. ,Jn dat teken zult gij overwinnen." ,,De wereldhistorische wending van heidendom tot Christendom heeft zich dus, zo zegt Von Harnack, ,,liet eerst

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 402

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's