GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 64

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 64

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

magame 18 verkiezingen genomen werd. Dat gebeurde tijdens een topconferentie in Parijs, in december, waar de staatshoofden en regeringsleiders van de negen landen verklaarden dat er zo spoedig mogelijk verkiezingen gehouden moesten worden. Het voorstel-Dehousse deed allang geen dienst meer, Denemarken, Ierland en Groot-Brittannië waren inmiddels toegetreden tot de gemeenschap en een geheel nieuwe zetelverdeling moest worden gerealiseerd. De leiders van de Negen vroegen het parlement daarom ook om nieuwe voorstellen. Dat liet er geen gras over groeien, amper een maand later, begin januari '75, nam het Europarlement onder voorzitterschap van de VVD-er Cornells Berkhouwer het voorstel aan van het PvdA-parlementslid Schelto Patijn om in 1980 via rechtstreekse algemene verkiezingen in de negen landen van de EEG 355 nieuwe parlementsleden te kiezen. De zetelverdeling daarbij zou dan als volgt zijn: Duitsland 71, Engeland 67, Frankrijk 65, Italië 66, Nederland 27, België 23, Denemarken 17, Ierland 13 en Luxemburg 6 zetels. Met dat voorstel gebeurde evenwel gedurende dat jaar niets, ondanks dat de uiteindelijk verantwoordelijke instantie, de tot Europese Raad omgedoopte topconferentie van staatshoofden en regeringsleiders met hun ministers van Buitenlandse Zaken driemaal bijeenkwamen overeenkomstig de afspraken van Parijs in 1974. De irritatie bij de Europarlementariërs steeg, niet alleen vanwege de laksheid van de instanties die het voorstel-Patij/i moesten ratificeren, ook naar de collega's in de eigen nationale parlementen. De geestelijke vader van het ontwerp voor de Euroverkiezingen, Schelto Patijn, hekelde zijn soortgenoten in het Nederlandse parlement wegens hun geringe inzet en dito kennis van zaken betreffende de Europese verkiezingen. Iets wat volgens hem ook gold voor zijn politieke geestverwanten binnen de Partij van de Arbeid. Eind maart 1969 was er weer zo'n bijeenkomst van de Europese Raad, ditmaal in Luxemburg. Weer werd er geen besluit genomen over de datum en de wijze waarop de Euroverkiezingen gehouden zouden moeten worden. En weer ontstak het parlement te Straatsburg in grote woede, het lidmaatschap van het Europarlement begon door al deze ergernissen en woede-uitbarstingen een uiterst ongezonde aangelegenheid te worden, ondanks de ruime materiële tegemoetkomingen. Behalve door dit zoveelste falen van de verantwoordelijke bewindslieden om nu eindelijk eens de kogel door de kerk te jagen, viel de top in Luxemburg vooral op door een uitlating van de Westduitse bondskanselier Helmut Schmidt, die zich altruïstisch en bezorgd afvroeg waar het met

Europa naartoe moest. Zijn bezorgdheid betrof namelijk het uit de pas lopen van Duitsland, dat zich in allerlei opzichten economisch te sterk betoonde voor deze gemeenschap, zo meende Schmidt.

MoDi^Brv^tmiid „Zij die geloven, haasten niet", was het berustende credo van een niet stuk te krijgen Europarlementariër. Die Europese verkiezingen móésten er komen, dat kon niet anders of de Negen zouden als een enorme paskwil beschouwd worden. Het geloof werd nog enkele malen op de proef gesteld. Nu lag Frankrijk dwars. Dat zag weinig in de zetelverdeling zoals die in het voorstel-Patijn op tafel lag, en waarin Duitsland 6 zetels meer zou krijgen dan Frankrijk. Liever nog zag het de huidige omvang (198 zetels) van het parlement, waarin het evenveel zetels als de Duitsers had namelijk 36, gehandhaafd. De vigerende voorzitter van de Raad van Ministers, Max van der Stoel, en zijn Duitse collega van Buitenlandse Zaken, Genscher, kwamen de Fransen een heel eind tegemoet. Zij zagen ook wel dat de Franse dwarsliggerij zijn grond had in het plotseling felle verzet in de Franse Assemblee van de kant van de Gaullisten en de communisten. Nu die ontdekten dat het menens werd, verzetten ze zich hevig tegen de op handen zijnde Euroverkiezingen, bevreesd als ze waren voor „verlies van de nationale soevereiniteit". De zaak leek weer geheel geblokkeerd, tot eindelijk in juli '76 de grote doorbraak kwam. De vier grote landen kregen allemaal evenveel zetels, 81. Nederland en Denemarken moesten van de kleine landen iets inleveren, terwijl België en Ierland er iets bijkregen. Luxemburg bleef gelijk. Het door Patijn voorgestelde aantal van 355 Europarlementariërs werd daarmee verhoogd tot 410. En daar ging Frankrijk mee akkoord. Op 12 juli '76 besloot de Europese Raad in Rome tot het houden van rechtstreekse algemene verkiezingen die, op basis van het nieuwe voorstel, in de loop van '78 zouden moeten plaatsvinden. Dat besluit werd op 20 september te Brussel ondertekend door de Raad van Ministers (van buitenlandse zaken). Blijde gezichten alom. Een opgewekte Den Uyl, voorzitter van de Europese Raad, verzuchtte dat de martelgang nu na 16 jaar dan toch eindelijk voorbij was. Hij voegde er nog aan toe: „Ik denk dat de verkiezingen een groot spektakelstuk zullen worden, net zoiets feestelijks als we dat nu weer in Amerika meemaken". Het was de tijd dat Jimmy Carter daar z'n gooi naar het presidentschap deed. Het feest kon voor de „Europolitici" echter nog lang niet beginnen. Nu waren het de Engelsen weer die de kop in de wind gooiden. Bij de ondertekening van de akte werd er vanuit gegaan dat alle landen op eenzelfde wijze de verkiezingen zouden houden, via de evenredige vertegenwoordiging. Engeland met het traditionele districtenstelsel, sputterde tegen: het wenste een internationale conferentie over die rechtstreekse

VVD-lijsttrekker Cornelis Berkhouwer (ANP-foto)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's