GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 76

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 76

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magaune 30

,,PvdA of VVD: lood om oud ijzer"

staat" (239) en zijn stelling ,,dat de totale centrale leiding van het economische proces ,,een bepaald type van economische orde" vormde d\Q ,,zeer bepaalde complementen in de juridische, de sociale, de staatkundige sfeer (vraagt) om daarmede tezamen een reële maatschappelijke orde te vormen, namelijk de totalitaire staat" (216). Bij een ondervraging van ,,De weg naar vrijheid" erkende hij dat daarin het uitgangspunt eveneens werd gevormd door verwerping van de totalitaire staat, hetgeen bleek uit het pleidooi voor consumptievrijheid en arbeidsvrijheid (219. 227, 240). Zijlstra leverde echter vanuit deze konstatering immanente kritiek op een aantal van de middelen die de weg naar deze vrijheden zouden moeten plaveien . Zo meende hij dat het voorgestelde socialisatie-programma van vitale bedrijfstakken en het onder controle brengen van het overgrote deel der besparingen zou leiden ,,tot een maatschappelijke orde, waarin onvoldoende harmonie is, waar ,,strijdigheid der aspecten" aanwezig is" (225) en zou kunnen leiden ,,tot een omvang van de publieke sector, d i e . . . op de duur niet verenigbaar (is) met een reële democratie" (222). Deze principiële uitspraak werd echter genuanceerd door een aantal andere. Zijns inziens kon socialisatie in verscheidene gevallen wel worden aanvaard als een ,,correctiemaatregel t.o.v. de niet-gesocialiseerde sector" (220). Hij benadrukte de noodzaak van ,,decentralisatie van macht, risico en van verantwoordelijkheid" op het gebied van de productie (228), wees de gedachte van arbeiderskommissarissen ,,zeker niet a priori af' (234), en kon zich ,,zeer wel in beginsel verenigen" met een algemeen geldend minimum-inkomQn (235). Hij wees echter de talloze gedetailleerde wettelijke maatregelen uit ,,De weg naar vrijheid" af en bepleitte meer globale middelen ter bereiking van het ,,hoofddoel van de economische politiek, om bij duidelijke divergenties

tussen maatschappelijke en private rentabiliteit door bewuste maatregelen de harmonie tussen deze beide te herstellen" (229). De conclusie kan luiden dat er weliswaar sprake was van een fundamentele verwantschap op hoofdpunten van Zijlstra en zijn anti-revolutionaire critici (b.v. Van Riessen), maar dat Zijlstra door zijn pragmatische, immanente kritiek de demokratisch-socialisten meer in hun waarde liet, hetgeen in de principiële, transcendente kritiek van de anderen in de praktijk niet gelukte. Daardoor kon Zijlstra de -Jl^ff':.

'ï Prof. J. E. de Quay

diskussie veel meer (zij het niet uitsluitend) toespitsen op een rationele diskussie over de te bezigen middelen. Een belangrijk verschil daarbij was dat Zijlstra geen ,,colijniaanse", maar een ,,Keynesiaanse" visie op economische processen en orde huldigde. Dat maakte het hem ook mogelijk in de periode van wederopbouw en beginnende verzorgingsstaat in brede basiskabinetten onder leiding van de gematigde sociaal-demokraat Drees te participeren. Tevens kon echter voorspeld worden dat hij zich zou verzetten tegen sommige verdergaande socialistische eisen (b.v. Soda-projekt Delfzijl in 1954. en het Continentaal Plat-plan van Den Uyl in 1966). Naarmate, reeds vóór het terugtreden van Drees in het begin der zestiger jaren, de P.v.d.A. zich vanuit een aantal motieven sterker ging profileren, kon dit tot een zekere verwijdering bijdragen. Een faktor in dit proces kan ook geweest zijn Zijl-

stra's verhuizing in 1959 van Economische Zaken naar Financiën. Het door hem in die functie geïntroduceerde structurele begrotingsbeleid, inhoudend dat de uitgaven gebaseerd behoorden te zijn op de te verwachten trendmatige stijging van het nationale inkomen, vormde op zichzelf voorlopig een garantie voor een zekere verdere ontwikkeling van de verzorgingsstaat. Maar deze Zijlstra-norm stelde daar ook duidelijke grenzen aan. die door verschillende frakties en pressiegroepen als pijnlijk werden ervaren.

Homo politicus: lood om oud ijzer? In Zijlstra's beoordeling van .,De weg naar vrijheid" speelden levensbeschouwelijke en ekonomische argumenten beide een zelfstandige, zij het onderling georiënteerde rol. Bij zijn anti-revolutionaire kritici uit het begin der 50-er jaren waren de economische argumenten ondergeschikt aan een principieel geachte visie. Een zeker economisch ,,fundamentalisme" was hun daarin niet vreemd. Het is boeiend te zien hoe Zijlstra's visie op de verhouding der Nederlandse partijen mede bepaald is door zijn economische inzichten. In een redevoering in 1954 bij het 75-jarig bestaan der A.R.P. zegt hij al eerder getracht te hebben „op wetenschappelijke gronden... aan te tonen, waarom liberalisme en socialisme bezig moeten zijn in één bedding uit te monden" (257). Hij doelde daarbij kennelijk op zijn recensie van ,,De weg naar vrijheid", waarin hij zegt dat de theoretische uitersten van centralistisch socialisme en decentrahstisch liberalisme steeds meer naar elkaar toegroeien in de vorm van ,,liberal socialism" en ,,social liberalism", die zich ,,kunnen verenigen op een drietal essentieel geachte bindingen door of vanwege de centrale overheid, nl. ten aanzien van economische machtsposities, inkomens- en vermogensverdeling, en geld- en conjunctuurpolitiek". Hij achtte het verschil ,,tussen de twee

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 76

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's