GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 305

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 305

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nJ magazine 39 magere jaren. De vroegere zwarte staten, waren onder Britse controle gebracht, in geheel zuidelijk Afrika. Een treinverbinding tussen de twee poten van Britse interesse: de Kaapkolonie en het huidige Zambia en Zimbabwe, verving de oude ossewaf^en-verbinding. Met die beide ontwikkelingen verviel de strategische positie van de Bamangwato. én de mogelijkheid om die te exploiteren. Een runderpest-epidemie doodde bovendien bijna al hun koeien. De Boerenoorlog zorgde evenwel voor een tijdelijke opleving. Maar daarna zakten de prijzen weer snel in elkaar terwijl droogte de oogsten vernielde. De economie zakte in elkaar; surplussen komen nauwelijks meer voor en dus verdwijnt de handel. Na 1910 komt daarin enige kentering, doordat de vleesexport (naar Rhodesië en Zuid Afrika) weer wat

op gang komt, totdat beschermende mvoerbepalingen van Zuid-Afrika ook daaraan weer een eind maken. Met het ineenstorten van de handelseconomie werd ,,Khama's land" ook voor de inkomensvorming meer ajhankelijk van Zuid-Afrika: al naar gelang de interne conjunctuur, gingen meer of minder mensen werken in de mijnen van Zuid-Afrika. Al bracht dit, vooral na de jaren '30, heel wat geld in het land, de ivoren dagen van weleer kwamen niet meer terug. Khama probeerde als reactie op de crisis, de interne economie van zijn land te stimuleren: akkerbouw voor de export, vleesuitvoer, etc. Maar droogte en ziekte, en maatregelen ter bescherming van de blanke boei's n, blokkeerden dat. Khama was een groot voorstander van het om-

vormen van zijn ruil-economie tot een geldeconomie. Hij heeft getracht een eigen handelsmaatschappij op te richten. Maar dit plan moest hij terugdraaien onder druk van de Britse autoriteiten die de belangen van de monopolistische, koloniale Britisch South Africa Company in Bechuanaland wilden veiligstellen. De eigen economische ontwikkeling stagneerde dus, en een proces van structurele onderontwikkeling begon. Zelfs de inkomsten van de Bamangwato die in de Zuid-Afrikaanse mijnen werken, waren niet meer voldoende om de uitstroom van geld (importen en belastingen naar de Britse autoriteiten) te compenseren. Het land is dan gedwongen te gaan interen op z'n voorraden. Een versnelde stroom van trekarbeiders naar de mijnen is daarvan het gevolg. Afgezien van de ontwrichting van grote aantallen gezinnen, bewerkstelligt dit dat een groot deel van de sterkere jongere mannen, onttrokken wordt aan landbouwactiviteiten. We weten niet precies tot welk een situatie dit alles heeft geleid in 1966, toen het Protectoraat Bechuanaland de zelfstandige staat Botswana werd. Feitelijke gegevens over de armoede, de ongelijkheid en over de onderontwikkeling begonnen pas in de jaren '70 verzameld en uitgegeven te worden. Maar een landbouwtelling van 1967-68 toonde aan, dat 13% van de plattelandsbevolking helemaal geen vee had, en ook geen akkerbouw kon bedrijven; dat een volgende 31% wel toegang had tot akkers, maar evenmin vee had, en dat de rest weliswaar vee bezat maar in zeer ongelijke mate: de 12%o rijksten bezaten 60%) van het vee. Nu 12 jaar later, is in die situatie niet wezenlijk verandering gekomen. De economische geschiedenis van Khama's Land, van de Bamangwato, laat zien, zegt Parsons, ,,.. .hoe een krachtige Afrikaanse economie ondergeschikt gemaakt werd aan de speciale condities van de kapitalistische ontwikkeling van Zuidelijk Afrika als een koloniaal economisch gebied". De strategische positie temidden van andere zwarte rijken, alsmede de wagenroute naar het veel vruchtbaarder Centraal Zuidelijk Afrika, werden het land ontnomen na de Engelse kolonisatie van de omringende gebieden. Ontwikkeling van een eigen export-industrie werd - mede - belemmerd door beschermende maatregelen in Zuid Afrika;

eigen handelsmaatschappijen onmogelijk gemaakt. Geld moest er evenwel zijn, opdat ieder zijn belasting kon betalen en opdat de producten uit het westen, waaraan men gewend was geraakt of die men wel moest consumeren, konden worden geïmporteerd. Mijnarbeid werd het enige, de armere Bamangwato gelaten alternatief. Khama's Land werd aldus een afhankelijke randstaat in relatie tot het centrum Zuid Afrika; een randstaat die zelf weer werd gekenmerkt door scherpe interne tegenstellingen, deels als gevolg van Khama's individualisering van het bezit en de verkapitalisering van de traditionele economie.

Armoede en ontwikkelingsbeleid Een gevolg van dit alles is de armoede waarover in de inleiding tot deze brief gesproken werd. Die armoede is structureel, en is historisch bepaald. Voor hen die het nog niet wisten: die armoede is dus niet zozeer een vooral culturele, biologische (raciale), of psychologische aangelegenheid. Ik vermoed dat een dergelijke conclusie gemakkelijk veralgemeniseerd kan worden en eigenlijk slaat op de armoede-situatie in ongeloofelijk veel derde wereldlanden. Ik weet dat dit vaak wordt gezegd en geschreven; er is niets origineels in deze conclusie. Maar gezien bepaalde aspecten aan het ontwikkelingsbeleid zoals dat nu ook weer uit Nederland wordt gevoerd (ombuiging naar steun via het bedrijfsleven, al te gemakkelijke acceptatie van het huidige economische stelsel als kader waarin dat beleid wordt gevoerd), geloof ik dat het best nog eens gezegd mag worden: waar veel armoede het gevolg is van in het verleden gegroeide en lof opgelegde structuren van afhankelijkheid en ongelijkheid, zal ontwikkeling in positieve zin, herziening vergen van die structuren. Het beleid van de regering in Botswana is, zoals ik een volgende keer hoop te beschrijven daarop helaas niet zo gericht. litt.: Neil Parsons, ,,The Economie History of Khama's Country in Botswana 1844-1930", in R. Palmer en N. Parsons (red.), ,,The Roots of Rural Poverty in Central an Southern Africa", London, Heinemann 1977.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 305

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's