GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 303

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 303

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magame 37 tegen de privatisering van het geloof. Als zodanig is ze de garantie, dat God niet verdwijnt uit het openbare leven. Haar bestaan alleen al dwingt christenen voortdurend zich te bezinnen op de vraag, wat zijn/haar geloof nu precies betekent voor het politieke handelen. Hoewel, het kan natuurlijk ook net andersom werken. Christenen kunnen gaan denken, dat ze met die vraag klaar zijn als ze op een christelijke partij hebben gestemd. Maar daarmee ben je er niet. Het geloof laat zich niet met iedere willekeurige politiek verbinden, want de God van de christenen is niet een willekeurige God. Kuyper ging uit van de transcendentie Gods. God en staat vallen niet samen en daarom is de staat niet almachtig. Dan moetje de zaken ook zo regelen dat de staat niet almachtig kan worden. Je moet zien zelf greep te krijgen op die staat. Maar als je er dan greep op hebt, hoe moet het dan verder? Heeft het geloof in deze God daar ook niet iets over te zeggen? In het werk van Kuyper kunnen we zien wat de weerbarstige kanten zijn van de bijbelse verkondiging omtrent God. We hebben gezien dat Kuyper de staat binnen de perken houdt door ook de maatschappij souverein te verklaren.

De staat heeft daar niets te zoeken en dus ook de politiek niet. Daarmee wordt de maatschappij aan zichzelf overgelaten, zodat daar het recht van de sterkste kan gaan heersen. Het recht van de armen is er niet gewaarborgd. Daarom moet de politiek ingrijpen. De bijbelse verkondiging over armoede en rijkdom dwingt Kuyper zijn ideeën over de - beperkte - taak van de politiek op te geven. Nergens in Kuyper's werk vindt je zoveel verwijzingen naar bijbelteksten als wanneer hij de sociale kwestie bespreekt. Maar er is nog een veelbetekenende oneffenheid in Kuyper's denken. Die betreft de verhouding tussen gemeene gratie en particuliere genade. De gemeene gratieleer heeft vooral ten doel Kuyper's volgelingen duidelijk te maken dat actieve bemoeienis met de wereld niet strijdig is met het geloof. God zelf bemoeit zich immers met de wereld. Na de zondeval had de hele boel eigenlijk in elkaar moeten storten. Dat dat niet gebeurd is is alleen maar te danken aan Gods genadige jngrijpen. Dankzij die gemeene gratie hebben b.v. ook niet-christenen weet van het goede. In het kunnen kennen van het goede is er dus geen verschil tussen christenen en niet-christenen. maar

voegt nou het geloof in Christus toch niet iets toe aan de inhoud van die kennis? Nee zegt Kuyper, hoe zou God nu opeens in Christus ons iets anders gebieden dan voorheen? Door Christus wordt alles veel duidelijker en helderder maar niet anders. De Verlossingsmiddelaar is dezelfde namelijk als de Scheppingsmiddelaar. Christus is ook Heer van de gemeene gratie. Toch aarzelt Kuyper op dit punt voortdurend. Waarom? Tot de gemeene gratie behoort ook de Overheid, en bij de Overheid hoort geweld. ,,Overheid bij de gratie van Christus" wil Kuyper daarom niet over de lippen komen. Deze twee ,,subversieve" elementen in het systeem van Kuyper - de God der armen en de God van het kruis behoren tot de onopgeefbare kern van het christelijk geloof. Een christen beoordeelt met behulp van deze ,,richtingwijzers" de bestaande politieke partijen en het enige voordeel van een christelijke politieke partij zou moeten zijn dat ze daar gevoelig zijn voor een oordeel op grond van deze bron.

Universiteitsraad voor voortzetting samenwerkingsverband Gadjah Mada Vlet slechts de stemmen van de acht leden van de PKV-fractie (studenten) tegen heeft de Universiteitsraad van de VU dinsdag 17 juni besloten het samenvt-erkingsverband met de Gadja Mada Universiteit in Yogjakarta met vier jaar te verlengen. Ruim een uur is er over gepraat. Ongevoelig bleken de andere raadsleden niet voorde argumenten van de tegenstanders. Prof. Knol b.v. erkende dat er een kern van waarheid stak in de leus op een bord op de publieke tribune .,Geen geld voor het Suharto-regiein". Steeds moet je je als VU afvragen: zijn we wel op de goede weg? ..Maar wat de PKV zegt, kun je op elke ontwikkelingssamenwerking toepassen, "t Is in deze wereld nog steeds zo dat een deel van de bevolking van een ontwikkelingsland naarde universiteit gaat en bij gebrek aan bedrijven aan de basis verplicht is te gaan werken bij de overheid en de multi-nationals". Dat komt. aldus prof. Knol, omdat er geen infrastructuur is. Daarom kunnen de armen alleen gesteund worden door de opbouw daarvan proberen te bevorderen. Hij pleitte wel voor dialoog.,.Anders zou de tijd kunnen aanbreken, dat we ermee moeten stoppen". Van het ,,hachelijke" van de onderneming bleken ook andere raadsleden overtuigd, zoals Noorda (DAK). Prof. Mulder van de Verenigingsfractie vond de PKV-opmerkingen wel aan sprekelij k. maar ,.er staat zoveel anders tegenover, dat we unaniem voor voortzetting

zijn'. De VUSO (studenten) stelde zich op een soortgelijk standpunt. Drs. H. J. Brinkman, voorzitter van het College van Bestuur benadrukte dat vooral belangrijk zal moeten zijn de vraag ,,Wat vind je counterpart ervan?" Hij had wel eens de indruk dat deze vraag bij evaluaties pas als laatste aan de

orde komt. De discussie in de Universiteitsraad werd bijgewoond door drs. Theo Veenkamp, die de VUprojecten in Yogjakarta coördineert. Hij merkte op dat het 't meest effectief is om de kritische dialoog gestalte te geven in de projecten zelf.

Enkele dagen voor dat de Universiteitsraad besloot het samenwerkingsverband met de (Jniversitas Ga dja h Mada te verlengen, speelde in de VU-hallen een gamelan-orkest. Overigens niet om de verbintenis met de staatsuniverisiteit van Yogja luister bij te zetten, maar als onderdeel van een demonstratieve bijeenkomst van de Werkgroep Indonesië, waarin aangedrongen werd op een stopzetting van dit contact zolang het Soeharto-regiem er aan de macht is. In de forumdiscussie in die bijeenkomst bleek verschil van mening of dit wel een juiste stap zou zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 303

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's