GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 444

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 444

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl ÊMGAZINE \4 proces zo soepeitjes mogelijk te doen verlopen. En om het zo controleerbaar mogelijk te maken, voor de politieke elite althans. Zoals de hele filosofie achter de Constitution nogal elitair was. De grondgedachte: macht is corrupt en concentratie van macht moet worden voorkomen. De Amerikaanse revolutie was dan ook een gebeurtenis waarbij de bestaande elite de Engelse overheersing van zich afwierp, met gebruikmaking van ,,het volk". Heel anders dus dan de Franse revolutie, waarbij het om een echte volksopstand ging en waarbij ook de heersende elite om zeep gebracht werd.

Gepeupel De Amerikaanse vroede vaderen waren bevreesd dat zich in de VS iets dergelijks zou kunnen voordoen, zodat voorzichtigheidshalve in de Constitution naast de strenge restricties ten aanzien van de macht van de federale overheid, ook allerlei beperkingen werden aangebracht om al te directe volksinvloed tegen te gaan. De macht moest zo verdeeld worden dat noch de centrale overheid, noch ,,het gepeupel"" de dienst in het land zou kunnen uitmaken. Dat geschiedde door de politieke elite, geconcentreerd in de politieke partijen, de Democraten en de Whigs, naderhand als machtsfactor vervangen door de Republikeinen, als partij opgericht door Abraham Lincoln. In de loop der tijden nam de macht van de federale overheid echter beduidend toe, vooral in deze eeuw. Het kiezersvolk bleef bij deze machtsverschuiving karig bedeeld, dat mocht eens in de vier jaar uit de huizen komen om te stemmen voor politici waarvan de kandidatuur door partijbonzen in met veel rook gevulde, schimmige achterkamertjes beklonken was. in theorie mankeerde er niets aan de vele mechanismen die werden ingebouwd. Registratiewetten, wetten die de voorwaarden regelden waaronder politieke partijen op de kieslijst konden komen, anti-corruptie wetten, de causus, de primaries, het College van iCiesmannen, alles moest ervoor zorgen dat de rechten van de kiezer gewaarborgd werden, en dat machtsmisbruik door partijen en politici kon worden voorkomen. In de praktijk zit het systeem evenwel vol tegenstrijdigheden en inconsistenties. In het begin van de verkiezingsstrijd bijvoorbeeld, toen Ted Kennedy zich net in de strijd geworpen had, sprak de

vrouwelijke burgemeester van Chicago, Jane Byrne, zich uit voor de kandidatuur van Kennedy, die toen nog een straatlengte op Carter voorlag. De regering-Carter reageerde furieus. De minister van Verkeer en Transport, Neil Goldschmidt, dreigde ogenblikkelijk met het intrekken van de aanzienlijke financiële steun aan de noodlijdende stad. Hij schroomde daarbij niet om openlijk te verklaren dat die maatregel een gevolg was van Jane Byrne's steun aan Kennedy. Wraakneming? Chantage? Beide wellicht, maar in elk geval een aardig staaltje van machtsmisbruik. Of zoals in Florida, vlak voor de caucus . een soort voorverkiezing aldaar. Regionale politici spraken er hun verbazing over uit dat verschillende steden in het zuiden van deze staat plotseling overladen werden met financiële hulpprogramma's en schenkingen. In sommige gevallen, zo schamperden ze, wisten de ,,getroffen" stadsbesturen niet eens wat ze zo gauw met de vele miljoenen federale dollars aan moesten. Maar ja, Jimmy Carter kreeg de broodnodige steun en haalde daarmee een kostbare overwinning op Kennedy.

Handjeklap Toen John F. Kennedy zich eindjaren vijftig kandidaat stelde voor het presidentschap van de VS, was het aantal primaries waaraan hij moest meedoen te tellen op de vingers van één hand. Voor het overige werd de kandidatuur bepaald tijdens de democratische conventie, binnenskamers, via veel gekonkel en gelobby door en onder de Democratische partijbonzen. Vanuit de rank and file van de Democratische partij kwam daarop toenemende kritiek. In een tijd waarin de

roep om meer democratisering, meer invloed ,,van onderen af' op het maatschappelijk gebeuren steeds groter werd, de jaren zestig dus, was er geen plaats meer voor dit soort kongsi's, deze veemarktpraktijken waarbij via loven en bieden, via handjeklap, de kiezers uiteindelijk ,,hun" Republikeinse en Democratische kandidaat kregen voorgeschoteld, zo redeneerde men. Allengs groeide het aantal primaries, voorverkiezingen per aparte staat waarbij enkel de als Democraat of Republikein geregistreerd staande burger een keuze kon maken uit het rijtje Democratische, respectievelijk Republikeinse kandidaten. En zo kon het gebeuren dat volstrekt ..kansloze" kandidaten, zoals Eugene McCarthy in '68, George McGovern in '72 en in '76 een politiek tot dan toe volstrekt onbetekenende pindaboer uit Georgia, Jimmy Carter, via onverwachte successen in de vroegste primaries alle aandacht van de media en dus van het grote publiek op zich gericht kregen, hoewel ze in de top en het kader van de Democratische partij over te verwaarlozen steun beschikten. Maar aangezien maat houden en evenwichtigheid niet één van de sterkste kanten is van de Amerikaanse samenleving, ook niet van de politiek, leidde het systeem van voorverkiezingen tot een enorme wildgroei van primaries Qn caucus (selectie van kandidaten op buurtniveau). Vrijwel geen enkele staat in de VS ontkwam er meer aan, waarbij de politici die een gooi naar de kandidatuur van de eigen partij en dus naar het presidentschap wilden doen, al vaak zo'n twee jaar voor de eigenlijke verkiezingen zouden plaatsvinden, zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 444

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's