GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 105

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 105

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

l ö magazine 15 Twee jaar werkte Jone Bos in Makassar, 'n half jaar in Menado, (met uitstapjes ertussen door naar A m b o n ) , daarna werd hij 'n half jaar geplaatst bij 'n grote sarongweverij in Soerabaja en van 1954-1956 werkte hij op het hoofdkantoor van het bedrijf in Djakarta. Daar maakte hij de verkiezingsstrijd van 1955 mee, een gebeurtenis die mede de onderwerpkeuze zou bepalen van zijn doctoraalscriptie, een kwart eeuw later. Over de zakenmansperiode in Indonesië zegt drs. Bos; „ 't Was een florerende business uit oogpunt van zaken doen. Wij verdienden goed. Achteraf heb ik vaak gedacht dat dat een van de redenen was waarom ik later toch uit het zakenleven gestapt ben. Er zat te weinig spanning in. Er moet ook eens iets tegenzitten. Eigenlijk heb ik in die vijf jaar nooit één keer bij het opmaken van de maandbalans verloren. Dat was dan het Nederlandse bedrijfsleven, dat het zo slecht heette te gaan in de jaren vijftig." Ook de Soerabaja periode liet scherpe indrukken na bij de jonge manager. „Daar heb ik heel roerige tijden meegemaakt. We hadden even buiten Soerabaja 'n grote sarongweverij met 1100 man personeel. Vanaf 1953 ongeveer hadden we te maken met de SOBSI, het grote communistische vakverbond, waarvan ongeveer 80% van onze arbeiders lid was. Daarnaast was nog 'n 15% lid van een Islamitische vakbond, maar die speelde naar mijn oordeel geen enkele rol, omdat die veel te gematigd was. Ik had diep in m'n hart een grote sympathie voor die SOBSI-jongens, maar ik zat aan de andere kant van de tafel. Dat uitte zich vooral als ik hun eisen overbracht naar het hoofdkantoor in Djakarta en je op vrijwel elke eis nee te horen kreeg. En dan moest ik weer aan de tafel om dat uit te gaan leggen. Dat waren afschuwelijke zaken. Ik heb het echt ervaren als 'n grote kortzichtigheid van het Nederlandse bedrijfsleven, ook in de 50-er jaren in de onafhankelijke Republiek. Natuurlijk gaven we wel eens een kleinigheidje toe, maar door de bank genomen ... Erwerdgeredeneerd: ach die SOBSI-jongens waren communisten, enne, die moest je kort houden. In het bedrijfsleven heerste toch nog het algemene beeld van: wij zijn de baas. Ze kunnen eigenlijk nog niks. Dat ze politiek onafhankelijk zijn, dat is dan zo, maar economisch zijn ze natuurlijk volstrekt van ons afhankelijk en dat moet ook zo blijven. Ik beleefde dat anders. Je kwam uit 'n huis waarin het onafhankelijke Indonesië toch zeker vanaf '47-'48 'n aanvaard feit was. In 1956 keert Jone Bos naar Europa terug. Twee jaar is hij eerst nog directeur van het kantoortje van een Nederlandse verzekeringsmaatschappij in Keulen en in 1958 keert hij het bedrijfsleven voorgoed de rug toe. Hij treedt in dienst van de Ned. Hervormde zending als organisator van een complex van scholen op Nieuw Guinea, toen nog onder Nederlands bestuur. „Ik heb de Indonesische parachutisten daar nog

zien komen en -eerlijk gezegd- met genoegen. Ik meende dat aansluiting bij Indonesië de enige natuurlijke zaak was. Maar in het Nieuw Guinea van 1958-1962 was het toen vrijwel een doodzonde om zo te denken." Terug in Nederland in 1962 bleef Jone Bos met zijn in het bedrijfsleven opgedane managers-ervaring („daar blijf ik dankbaar v o o r " ) in dienst van de kerken als secretaris van de Stichting Oecumenische Hulp en vanaf 1966 bij het iCCO (Interkerkelijke Coördinatie Commissie Ontwikkelingsprojecten) eerst als secretaris, thans als Algemeen Directeur, een bedrijf met thans 60 man personeel en een jaarlijkse omzet van 75 miljoen gulden. Algemeen manager was Jone Bos ook van de acties „ B r o o d voor het Hart" en ,,Kom over de B r u g " (beide tweemaal g e v o e r d " . „ D a f uvas wer/r naar m'n hart!" ^\\ dat alles zag Jone Bos ook nog kans vanaf de jaren zestig een academische studie politicologie te voltooien, al beveelt hij thans terugblikkend niemand dit ter navolging aan. „'t Was vaak nachten werk en weekends". Zonder dat het ICCO hem tenslotte een jaar vrijaf gaf, zou het overigens niet zijn gelukt. „Het was een ontzettende klus, maar ik heb er geen spijt van. Dat jaar „sabbatical" was 'n gouden tijd, maar 't lukte alleen door je volledig af te sluiten van alle commissies, 't Is heerlijk om na jaren lange praktijkervaring in de gelegenheid te zijn je inzichten theoretisch wat verder te onderbouwen. Als bijvak deed ik ontwikkelingsproblematiek". Met Indonesië heeft hij als ICCO-directeur nog veel te maken. Het is een van de vele landen waar het ICCO projecten steunt. Via het CEBEMO (r.k.), dat daarvoor t o e s t e m m i n g heeft van de Indonesische autoriteiten en plaatselijke protestantse kerken in Indonesië, doet het ICCO ook het een en ander o m de thans op grote schaal vrijgelaten politieke gevangenen van Indonesië weer aan de slag te helpen. De foto op het omslag werd in december gemaakt op midden-Java. Vertegenwoordigers van kerken reiken 'n bescheiden f i nanciële ondersteuning uit aan vrijgelaten politieke gevangenen.

Kater Noch voor de Nederlandse, noch voor de Indonesische sociaal-democraten bevatten de dekolonisatiejaren veel waarop met voldoening kan worden teruggezien. De Nederlandse socialisten bleven met de kater zitten dat hun hele politieke t o p (Schermerhorn, Drees, Vorrink, Van der Goes van Naters) medeverantwoordelijk is voor militaire operaties tegen de Republiek Indonesia (overigens conform de wens van het gros van de PvdAstemmers). Anderzijds maakte de door Sjahrir geleide sociaal-democratische partij in de Republiek Indonesia-een scheuring in eigen gelederen mee, waarbij het deel dat onder leiding van Sjarifuddin één front ging v o r m e n met de PKIcommunisten op bloedige wijze door de (overwegend rechtse) legertop van de TNI werd uitgeschakeld in de Madiun-affaire in 1948. De over-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 105

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's