VU Magazine 1981 - pagina 188

van andere kerkelijke groeperingen zeggen dat hun geloof bijdraagt tot de realisatie van de door hen als belangrijk genoemde waarden, terwijl slechts enkelen (tegenover ongeveer een derde bij de rooms-katholieken en hervormclen( zeggen dat het christelijk geloof hiermee geen verband heeft. Er is een tendens dat de overige gereformeerden zich in dit opzicht nog positiever uitdrukken dan de Gereformeerden, maar dit mogelijk verschil valt in het niet bij de verschillen met de andere bevolkingsgroepen. Het is dan ook geen wonder dat 60 % van de gereformeerden vindt dat politiek en godsdienst niet los van elkaar moeten staan. Op dat punt heeft de situatie zich overigens nogal gewijzigd sinds 1966; een wijziging die bij de Gereformeerden vermoedelijk radicaler is geweest dan bij de overigen: de eersten zeggen nu duidelijk vaker dat politiek en godsdienst los van elkaar moeten staan, terwijl de laatsten vaker zeggen dat ,,het er van afhangt". Dat ten slotte de gereformeerden een aanzienlijk hogere verzuilingsmentaliteit vertonen dan de andere kerkelijke groeperingen is niet vreemd voor wie ook maar enigszins van de godsdienstige en kerkelijke situatie in Nederland op de hoogte is. Van meer belang voor ons onderwerp is dat zich in dit opzicht géén verschil tussen de door ons onderscheiden gereformeerde categorieën voordoet! Als laatste onderwerp noemen we het waardenpatroon. Blijkens de weergave in Opnieuw: God in Nederland van de doelen en waarden die de mensen in hun leven het allerbelangrijkste vinden, scoren de gereformeerden in vergelijking met de andere bevolkingscategorieën hoog op godsdienstigheid, verdraagzaamheid, liefde en vergevingsgezindheid. De voorkeur voor de eerste waarde kan nauwelijks verbazing wekken; de voorkeur voor de andere daarentegen wel, zeker bij hen die de gereformeerden als strijdvaardig en onverdraagzaam zien. De enige noemenswaardige verschillen tussen de gereformeerden onderling zijn dat de Gereformeerden de waarde vrede vaker noemen dan de overigen, terwijl de laatsten op godsdienstigheid nog hoger scoren dan de eersten. Ook bij de vraag naar de uiteindelijke zingeving noemen gereformeerden relatief heel vaak godsdienst en Kerk. En in dit opzicht is het verschil tussen de beide categorieën gereformeerden groter dan bij de waarden: de overige gereformeerden noemen godsdienst en Kerk als datgene wat uiteindelijk zin aan hun leven geeft ongeveer twee

170

Gereformeerden in de Keizersgrachtkerk (Amsterdam)

maal zo vaak als de Gereformeerden. en. Er zijn nog twee gegevens die belangangrijk zijn voor ons inzicht in de waarden rden die door de gereformeerde groepering ïhng worden aangehangen of die ons meer Tieer in het algemeen iets zeggen over sr de opvattingen die binnen deze groepeepering leven met betrekking tot een aantal belangrijke zaken in de samenlesnleving. Dat zijn in de eerste plaatss de antwoorden op de vraag hóe de} uituitspraak van de Kerk moet luiden over bepaalde zaken, waarvan men vindt */indt dat de Kerk er een uitspraak over moet •noet doen. En in de tweede plaats betreft Jtreft dat de mening van de respondenten nten over een aantal aan hen voorgelegde sgde situaties (b.v., ,als een zoon of dochter ;hter homoseksueel zou blijken te zijn"). J in / We willen proberen de gegevens één overzicht samen te vatten. ^We it de nemen daarvoor als uitgangspunt lijst van onderwerpen, die opgesomd ^liike worden bij de vraag naar de kerkelijke ipUt uitspraken; dat is namelijk de meest uitgebreide lijst. En we kunnen '"'^rvolstaan met een weergave van de me" • ningen over deze onderwerpen, om-' Onderwerp voorbehoedmiddelen apartheid homoseksualiteit gemengd huwelijk atoombewapening samenwonen abortus echtscheiding actieve euthanasie passieve euthanasie

dat de resultaten bij beide onderdelen volledig parallel lopen (als dus b.v. blijkt dat de overigen zich méér tegen de homoseksualiteit van zoon of dochter zouden verzetten dan de Gereformeerden, dan blijken de eersten ook meer geporteerd te zijn voor een afwijzende uitspraak van de Kerk over homoseksualiteit dan de laatsten). We geven nu een opsomming van de percentages van de respondenten van elke groepering, die vinden dat de uitspraak van de Kerk over het betreffende onderwerp volledig afwijzend moet zijn. < ,,. ^.. .. Hierbij zij opgemerkt dat de verschii'^"^ tussen de twee categorieën gereformeerden bij de onderwerpen voorbehoedmiddelen, apartheid en atoombewapening statistisch gezien niet ^'Snificant zijn; bij de eerste twee nemen de gereformeerden blijkens Op"'®"'^- ^ ° ^ ' " Nederland ook geen uiterste positie in, d.w.z. waren zij niet het hoogste of het laagste. Dat was volgens Opnieuw: God in Nederland wél zo bij de andere onderwerpen.

totaal

buiten kerkelijk

17 65 29 10 73 38 40 25 25 28

6 71 22 4 78 23 30 24 18 22

R.-K. N.-H. Geref. , overige geref. 19 60 33 9 72 42 39 22 26 29

32 65 33 14 79 45 47 26 28 31

17 70 19 11 70 41 45 15 38 23

36 62 73 47 58 75 73 58 67 57

vu-Magazine 10 (1981 )5 (mei)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen