GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 386

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 386

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

schappijstrukturen, integendeel: „zij wil door de dominant met rust gelaten worden", zoals de Initiativniki in de Sovjet-Unie en bepaalde groepen buitenlandse arbeiders. Een groep die naar emancipatie streeft, wil in een gelijkberechtigde en gelijkwaardige stelling komen naast de dominant. Voorbeelden zijn er te over: gereformeerden en katholieken in de negentiende eeuw, en in de Verenigde Staten de beweging van Martin Luther King. Een stapje verder doet de minoriteit die naar onafhankelijkheid streeft en de banden met de dominant ontbindt: de Koerden, de Basken en in ons land de Afgescheidenen uit de negentiendeeeuw. Het verst gaan minoriteiten die de oude plaats van de dominant willen innemen door een overheerserspositie na te streven. Hendriks denkt daarbij aan bepaalde zwarte bewegingen in de Verenigde Staten. Watwilde dominant eigenlijk? Ook hier is een indeling mogelijk die varieert van vreedzaam naast elkaar leven tot uitroeiing. Die eerste mogelijkheid lijkt vaak leuker dan hij is, laat Hendriks zien. Het vertelt daarom van de Mennonieten in het negentiendeeeuwse Frankrijk. ,,Rond 1800 vertoont deze groepering alle kenmerken van een minoriteit.

Er bestaat geen „Moluks" vraagstuk, geen „vrouwen" probleem, geen ,,Judenfrage" Door Napoleon wordt aan hun achterstelling een einde gemaakt. Voortaan zijn zij vrij zonder daar overigens om gevraagd te hebben. Maar als zij Napoleon verzoeken om vrijstelling van de militaire dienstplicht, omdat hun geloof hun het dragen van wapens verbiedt, dan krijgen zij nul op rekwest. Zij zijn gelijkgesteld voor de wet en dat betekent gelijke rechten en gelijke plichten. Dat leidt in dit geval tot problemen omdat de inhoud van die rechten en plichten wordt bepaald door een dominant die denkt vanuit

Het leven van minoriteiten in Zuid-Af rika: onderdrui<l(ing en verbanning. Foto: ABC Press

heel andere grondwaarden dan de minoriteit". Vanuit goedbedoelde opzet moeten de waarden van de minoriteit wijken voor die van de dominant. De opvattingen van de minoriteit worden dan nogal vaderlijk bestempeld als ,.achterhaald", waarbij de dominant gerust de minoriteit de helpende hand mag reiken om hem verder te helpen. Zo is het voor veel Nederlanders een uitgemaakte zaak dat Marokkaanse opvattingen over het vaderlijk gezag moeten wijken voor onder ons levende ideeën over rechten van vrouwen en kinderen. De dominant meent dan al snel dat hij de leden van een minoriteit een dienst bewijst waarvoor zij hem later dankbaar zullen zijn, zoals die Canadese politikus meende toen hij voorstelde om de sekte van de Hutterieten die in kommuneverband landbouw bedreef, uiteen te jagen ,,opdat zij kunnen genieten van de vrijheid in ons land"! Aldus redenerend en voorbeelden aanhalend komt Hendriks tot de kern van zijn boek, tevens kern van het probleem: het zit 'm niet in de minoriteiten zelf. Er bestaat geen ,,Moluks" vraagstuk, geen „vrouwen "-probleem, geen ,,Judenfrage". Wie zo spreekt verhult de werkelijkheid en ziet niet of wil niet inzien dat de specifieke relatie tussen de minoriteit en de dominant de ,.problemen" veroorzaakt. Met andere woorden: het gaat om ,,een relationeel probleem en dat betekent dat over een minoriteit eigenlijk alleen iets gezegd kan worden in termen van de relatie tot de dominant". Hoe kunnen die eruitzien?

Hendriks: ,,ln een gesloten kontekst kunnen de relaties, in ieder geval ogenschijnlijk positief zijn. De dominant beleeft de situatie als vanzelfsprekend en dat doet de minoriteit naar tiet schijnt ook. Hij is gelukkig met de bestaande orde en de zwarte, de Molukker, de vrouw is dat ook naar het hem voorkomt. De situatie is in orde. Hij leeft betrekkelijk ontspannen, niede omdat hij ervan uitgaat dat de minoriteit de situatie niet alleen uiterlijk maar ook innerlijk aanvaardt. Hij is daar soms zo van overtuigd dat hij een inbreuk op dat beeld — bij voorbeeld een opstand of een andere vorm van rebellie — niet kan plaatsen en afdoet als een incident, als het werk van een paar heethoofden, of toeschrijft aan agitatie van buiten. Juist omdat het voor hem incidenten zijn en als zodanig zonder betekenis, worden ze ook spoedig vergeten (...). De leden van de minoriteit moeten suggereren akkoord te gaan met hun

,,Een lange leerschool in bukken en zwijgen, in verbergen en simuleren"

vu-Magazine 10(1981) 9 (oktober)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 386

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's