GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 430

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 430

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Dit lijkt ook in het belang van de schrijvers die aan ons oordeel weinig boodschap zullen hebben, maar bovenal gehoord willen worden. Een relativerend geluid over de mogelijkheid van de westerling om te oordelen kwam van Jan Peter Nauta, wetenschappelijk medewerker Spaanse taal- en letterkunde aan de Vrije Universiteit. In zijn lezing ,,Ligt Bolivia in Afril<a?" over Latijns-Amerikaanse literatuur zei hij: „Wat wij in de eerste plaats zouden moeten doen, is proberen de strijd te begrijpen die de schrijver in Latijns-Amerika voert met werkelijkheid en waarheid. En vooral zouden we onze criteria ter discussie moeten stellen. Criteria over moeilijke en makkelijke literatuur, die slechts gebaseerd zijn op de mate van ons eigen onbegrip. Criteria over ,,geëngageerde" en „niet-geëngageerde" literatuur, alsof er één mens is, iaat staan een schrijver, die geen positie kiest, welke dan ook. En waarom zou, bij voorbeeld, een liefdesgedicht niet geëngageerd zijn in een maatschappij waarin, zoals de Peruaanse dichter Alejandro Romualdo zegt, ,,cle mens voor de mens geen mens is"? En dit symposium lijkt me de juiste plaats om te zeggen dat we maar helemaal die criteria moeten vergeten welke ons in staat zouden stellen om van hieruit te bepalen welke literatuur wel, en welke niet in staat is om het leven van alledag in de derde wereld dichter bij ons bed te brengen. Of misschien moeten we ze juist niet vergeten, want hoewel ze niets zeggen over de literatuur, zeggen ze alles over onszelf. Want al hebben we ze nooit aan het woord gelaten, is het niet even erg dat wij het weer zijn die hun aan het woord laten?" De Zuidafrikaanse dichter James Matthews verwoordt een soortgelijk idee vanuit het andere perspektief: Kan de blanl<e namens mij spreken? lean tiij mijn pijn voelen die ik voel wanneer zijn wetten me vrouw en kind afnemen en ik gedwongen word duizend mijl verder te werken?(...) zal hij mijn wanhoop stillen als ik gek geworden ben van de vodjes papier die me toestaan te leven? Kan de blanke namens mij spreken? Het lijkt bijna een onmogelijke zaak beide perspectieven bij elkaar te brengen. De toenemende interdependentie van westerse en niet-westerse samenlevingen echter maakt een samenwerking waarbij beide partners een eigen inbreng hebben noodzakelijk. Misschien kan literatuur bij de meningsvorming hierover een voorpostzijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 430

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's