GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 182

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 182

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

dat daar ontzettend van geprofiteerd wordt door ambtenaren", zegt een buurtbewoner achteraf. De architekten speelden overigens snel in op de bewonerswensen. In hun voorlopig ontwerp namen zij als bouwtechnische mogelijkheden extra spouwmuurisolatie, extra geïsoleerde daken, isolatie van de vloeren der onderste verdieping en speciale dubbele beglazing. Als energetische mogelijkheden kwamen ventilatie en warmteterugwinning uit rookgassen in de plannen terecht. Uiteindelijk gingen alleen de laatste twee niet door, de eerste omdat het financieel niet zinvol leek en de tweede omdat de bewoners geen zin hadden in al dat lawaai van een toch wel grote installatie. Dus toch maar gewoon luchtverversen door het keukenraam open te zetten. Op het dak van de woonblokken werd een zonneboilersysteem ontworpen, één van de eerste in Nederland toegepast. Met een gezamenlijke zonneboiler kunnen vier woningen van voorverwarmd water wordt voorzien. Hij bestaat uit een koliektor, een gesloten watercircuit en een opslagvat waarin water wordt verwarmd. Het financiële rendement hiervan moet nog blijken:

Dearchitekt:,,Veel eisen zijn betutteling uit de jaren '60" de bewoners krijgen een huurverhoging van acht gulden per maand, waartegenover een gasbesparing moet komen staan. ,,0f de bewoners in staat zullen zijn hierop inderdaad quitte te spelen, is nog maar de vraag" zeggen de studenten in hun verslag. Die twijfel geldt niet de extra spouwmuurisolatie. De onderzoekers hebben uitgerekend dat deze investering in minder dan acht jaar kan worden terugverdiend. Veruit de belangwekkendste onderzoekingen hebben de studenten echter verricht op sociaal gebied. Welke bouwvoorschriften belemmeren de toepassing van energiebesparingstechnieken in de sociale woningbouw? Welke groepen en instellingen kunnen.een remmende invloed uitoefenen? En welke machtsverhoudingen kunnen aan de hand van de antwoorden geschetst worden? Bij stadsvernieuwingsprojekten stelt de gemeente (in dit geval Amsterdam)

164

een projektgroep in, samengesteld uit verschillende gemeentediensten. In zo'n projektgroep neemt de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting de machtigste stelling in. Deze bewaakt de voortgang en kontroleert het bouwplan op het voldoen aan wettelijk vastgestelde normen. Dat zijn bij voorbeeld de budgetregeling, de rijksregeling ,,Wenken en Voorschriften", de NEN-normen voor woningisolatie en de gemeentelijke bouwverordening. Ze geuren alle nog naar tijden dat de energieprijzen laag waren. Technisch is het mogelijk om woningen met een geringere energiebehoefte te bouwen, de normen zijn echter amper aangepast. De,,Wenken en Voorschriften" stellen bijvoorbeeld centrale verwarming verplicht, ook als deze ongunstig is voor kleine huishoudens, waar kachels vaak een betere en goedkopere oplossing zijn. Met name architekten kunnen in botsing komen met deze bouwverordeningen. De onderzoekers daarover: ,,De eisen zijn star geformuleerd, sommige zijn achterhaald en ze vloeien niet voort uit de praktijk, maar zijn opgesteld door ambtenaren vanachter hun bureau. Als voorbeeld betitelt de architekt (van het nieuwbouwprojekt in de Indische buurt —FST) de overdreven voorschriften die nu nog gelden voor ventilatie als „een typisch voorbeeld van de betutteling uit de jaren zestig". Daarbij komt dat de verschillende gemeentelijke diensten slechts verantwoordelijk zijn voor een specifiek onderdeel van het beleid. Energiebesparende maatregelen zijn slechts een bijkomstigheid. Zo wees in de Indische buurt het woningbedrijf een zuinige gaswandketel met tapspiraal af, omdat men hiermee geen ervaring had en dus problemen met het onderhoud vreesde. De woningbouwverenigingen staan ook niet te springen om energiebesparing. De dure aanschafkosten zijn voor hen en de winst vloeit naarde bewoners. Dit alles is heel aardig afleesbaar uit de machtsverhoudingen, zoals de studenten die in een apart hoofdstuk beschrijven. De bewoners komen er het bekaaidst af. Zij worden in de diskussies dikwijls overtroefd met ,,harde

De bewoners: ,,Veelinstanties werken anoniem en onzichtbaar"

(technische of ekonomische) feiten". Vandaar dat de bewoners van de Indische buurt al snel samenwerking zochten met de architekten om sterker te staan tegenover de gemeentelijke diensten voorzover die althans ,,z/c/ïfbaar" waren: een aantal beslissingen blijkt te worden genomen door onzichtbare instanties die niet in het ontwerpteam zitten en (dus) geen verantwoording aan de bewoners hoeven af te leggen. Die ,,onzichtbaren" zijn bij voorbeeld de brandweer, het GEB en het waterleidingbedrijf. De architekt is aan handen en voeten gebonden, enerzijds door het eisenprogramma en de vele regelingen, anderzijds door het ontwerpteam dat de plannen kan goed-of afkeuren. De aannemer kan sterk staan als hij kartels weet te vormen met andere bouwmaatschappijen. In de Indische

Bewoners moeten gaan samenwerken met milieuvriendelijke architecten buurt stond hij sterk doordat de gemeente haast wilde maken en geen andere aannemer kon vinden. De studenten denken overigens dat aannemers op dit ogenblik minder sterk zullen staan omdat de woningmarkt lijkt te zijn ingestort. Het gevolg van de sterke positie van de aannemer in dit stadsvernieuwingsprojekt was dat al heel snel een lijst werd gemaakt van punten die uit het bestek moesten verdwijnen (zo werd het thermoplusglas — dubbel glas met een opgedampte metaallaag — vervangen door eenvoudige dubbele beglazing). Ook de vertegenwoordiger van het technisch adviesburo had aardig wat invloed. Hij bezit een zeer specifieke kennis. Bovendien is er eigenlijk (nog) maar één adviesburo in Nederland op het gebied van zonne-energie. Het gemeentelijk woningbedrijf is in het algemeen geneigd zich behoudend op te stellen, zeker als het om iets betrekkelijks onbekend als energiebesparing gaat: haar geldt immers het onderhoud. Door aanhoudende druk van bewoners en architekten en de persoonlijke overtuiging van enkele ambtenaren werd toch een groot

vu-Magazine 1 a (1981) 5 (mei)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 182

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's