VU Magazine 1981 - pagina 462

„Algemene indruk van de voorzitter der bijeenkomst: Een groeiende bereidheid de zaak serieus te nemen. De universiteit verliest in de samenleving aan goodwill. Aan die verslechtering van het image is ook de VU niet ontkomen. Er moet wat gedaan worden aan verbetering der communicatie tussen universiteit en de rest van Nederland. De VU heeft daar een typische mogelijkheid voor vanuit haar traditie. Bovendien kan een eigen tijdschrift de onderlinge communicatie en het zichzelf-verstaan van de VU dienen. Er zal veel fantasie nodig zijn om de affaire te doen slagen, en niet het leesvoer nutteloos, wijl alleen kwantitatief, te doen aangroeien. Maar de bronnen van de mogelijkheid voor iets goeds zijn aanwezig."

Sympathie ,,Er zit schot in de zaal<", bericht prof. Schippers 27 oktober in een rondschrijven waarin een tweede bijeenkomst wordt bijeengetrommeld voor 9 november. De naam VU-Magazine, komt, zij het aarzelend, reeds opduiken in de agenda voor die bijeenkomst. De schare grondleggers is op die avond aangegroeid tot 18. Ook de Pharetra-correspondent is weer present. Nieuwe namen zijn Th. Booij, C. A. Doets (die het eerste idee op tafel wierp), E. Diemer, J. A. de Jonge, C. J. van Nie, S. J. Noorda, R. H. Rozendal, H. Rudolph!, J. H. Santema, J. Verkuyl en J. Zwaan.

Start Aangetrokken wordt als redacteur B. van Kaam en later nog 'n tweede redacteur, C. J. Los, beiden afkomstig van het dagblad Trouw. In een nog pas half voltooid hoofdgebouw (de voorzijde ontbeert nog een stoep; 's morgens kan men menige hooggeleerde via een laddertje het bouwwerk in uitvoering zien binnenklimmen) worden de eerste schetsen van het blad gemaakt. Gekozen wordt voor een model dat al die tien jaren onveranderd is gebleven: magazineformaat; in het hart van het blad een uitvoeriger artikel in tweekleurendruk (zwart en blauw) waarop op het omslag de aandacht moet worden gevestigd. Geformeerd wordt een Commissie van Redactie, deels bestaande uit VU-medewerkers, deels uit personen ,,van buiten". Prof. Schippers treedt als voorzitter op. Na een aantal jaren worden de wederzijdse verhoudingen nauwkeurig vastgelegd in een Redactiestatuut. Op 1 september 1971 verschijnt het eerste nummer.

,, Er begint wat tel<ening te komen in de sympathie aan de universiteit voor het hele geval", meldt het verslag opgetogen. Meteen al na de opening begeeft het gezelschap zich in een discussie over de ,,formule" van het blad. Curator Booij heeft een tekst bedacht, die naar VU-traditie tot blozens toe verlegen maakt. „Het VU-Magazine beoogt met vermijding van alle indoctrinatie aan academisch en niet-academisch gevormde lezers voorlichting te geven over de resultaten van wetenschappelijke arbeid, in het bijzonder aan de VU verricht. Hij vindt zijn inspiratie in de levensvisie die de arbeid van de VU draagt, wil moedig midden in de eigen tijd staan, het oog voortdurend gericht houden op onze zich dynamisch ontwikkelende maatschappij en zich in het bijzonder wenden tot hen die bereid zijn hun oordeel steeds weer te toetsen en open te staan voor nieuwe feiten, mogelijkheden en ideeën. Het magazine moet wetenschappelijk en journalistiek van hoge kwaliteit zijn, de mens als mens aanspreken, er naar streven wat het te zeggen heeft zo eenvoudig mogelijk te zeggen met vermijding van simplificatie en onverantwoorde popularisatie en trachten dialogen met eigentijdse problematieken te ontketenen, te begeleiden en er in deel te nemen, daarbij gedachtig dat de christen geroepen is de evangelische boodschap te vertalen en te verwerkelijken in zijn eigen unieke leven en zijn eigen unieke maatschappij." Een volmaakt blad. Waren er nog deugden over het hoofd gezien? De vergadering voegt aan de formule-Booij nog drie adjectieven toe: Informatief Onafhankelijk Evangelisch En daarna kon begonnen worden met de uitvoering van de plannen. VU-Magazine 10 (1981) 11 (december)

„Het zou vierkant indruisen tegen wat men tegenwoordig terecht denkt over de verhouding universiteit-samenleving wanneer wij de unieke relatie, die de Vrije Universiteit met tienduizenden in het land heeft, nu maar geleidelijk aan lieten wegsterven", aldus het openingsartikel van prof. Schippers. „De universiteit moet niet minder maar méér contact zoeken met de maatschappij. Het is deze overtuiging geweest, die het bestuur van de vereniging deed besluiten tot uitgave van een VU-Magazine, dat op een voor een groot publiek toegankelijke wijze informatie wil verstrekken over het werk aan de VU."

Eerste nummer Van uitermate onschuldige aard is het vraagstuk dat in het eerste omslagverhaal wordt aangesneden: hebben televisiecritici die laatdunkend schrijven over het NCRV-spel ,,Zeskamp" gelijk? Of moet dit verschijnsel positiever worden beoordeeld? De politicoloog drs. H. M. Veenendaal (nog steeds verbonden aan de NCRV) is na onderzoek tot de conclusie gekomen dat deze spelen nuttig zijn ,, omdat ze een bepaald effect hebben op de sociale participatie." Nou ja. Ook de conclusie van drs. J. de Jonge dat de agrarisch-sociale voorlichting, zoals deze wordt bedreven, geen effect heeft (een promotie-onderzoek) zal buiten de kring van de betrokken voorlichters weinig opschudding hebben verwekt. Positieve en negatieve reacties op het nieuwe blad lijken meer te zijn ingegeven door het beeld dat men

421

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen