GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 315

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 315

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

van Indonesië,'' merkt de auteur bescheiden in een slotbeschouwing op. Behalve wellicht wanneer hij bereid is uit de doeken te doen wat er niet deugde aan de koloniale manier van besturen, zou men daaraan kunnen toevoegen. Het land van uitgifte van het paspoortvan een wetenschapper is niet van zo groot belang als hij goed werk aflevert. Het ligt er maar aan hoe onbevooroordeeld men wil lezen. De bejaarde leider van de Indonesische revolutie, die enkele jaren geleden hoofdschuddend opmerkte dat het huidige regiem dezelfde domme fouten maakt als indertijd de Hollanders, leest deze dissertatie stellig met andere ogen dan een kritiekloos aanhanger van de Nieuwe Orde. De betekenis van de lurah voor de ontwikkeling van het land, wordt in het huidige Indonesië hoog geschat. „De lurah is de sleutel tot desa-opbouw," is een veelgehoorde uitspraak, maar die sleutel past niet, is de strekking van Nico Schulte Nordholts studie. Dedeurnaarwerkelijkeontwikkeling gaat er niet mee open. Dat kan pas met echte participatie van de bevolking op desaniveau. Anders lukt het nooit. Het is niet een kwestie van het vervangen van kwaadwillende machthebbers door goedwillende machthebbers, (als dit onderscheid al zo simpel te maken is) maar een kwestie van democratisering van de bestuursstructuur, van doorgaande reformatie, voortzetting van de revolutie of hoe men hetookwil noemen. De vervanging van Hollandse bestuurders door Indonesische was slechts hoofdstuk 1 van het boek ,,Merdeka". Maar het boek is veel dikker. De centrale vraag in Nico Schulte Nordholts studie is in de titel vastgelegd: „Opbouw in opdracht of ontwikkeling in overleg?" Men proeft al waar de keuze van de auteur in dit dilemma ligt, een keuze waarmee hij overigens niet in conflict raakt met de beleden doelstelling van het Indonesische bewind. Hij constateert echter een grote discrepantie tussen wat de centrale overheid beoogt en de uitvoering van de vijfjarenplannen en -projecten. Er komt gewoon weinig of niets van terecht. Maar bedoelt de Indonesische overheid dan wel oprecht d© ontwikkeling van de bevolking na te streven? Tijdens de promotie wierp de Rotterdamse ontwikkelingseconoom prof. dr. J. C. Breman deze vraag op.,,Helpt u niet de fictie instandhouden dat de bedoelingen van de overheid goed zijn? En dat het er nu alleen nog maar op aankomt om die in de praktijk door te voeren?"

vu-Magazine 10 (1981) 8 (september)

Lurah, de niet passende sleutel totdessa-opbouw Dit naar aanleiding van de vorm waarin de promovendusz'n kritische beschouwing goot. Nico Schulte Nordholt zei de Indonesische overheid evenwel niet als een monolitisch geheel te beschouwen. ,,Het boek is geschreven voor mijn collega's in Indonesië en voor de autoriteiten voor zover ze geïnteresseerd zijn in de sociale werkelijkheid", repliceerde hij. ,,Dan zoek je naar 'n vorm om gehoord te worden". In hetboek zelf zegt het er o.a. ditQver(en het citaat is tevens een voorbeeld van de vrije keuze die de lezer gelaten wordt tussen het opvatten van de tekst als ,,vergoeilijking" ,,verklaring" of,,beschuldiging"). „De onthutste reactie van menig hooggeplaatste autoriteit, gouverneurs en ministers inbegrepen, wanneer zij geconfronteerd werden met rapportages over de uitwerking van de welgemeende plannen, kwam bij mij in veel gevallen als oprecht over. Hiermee is geen uitspraak gedaan over een meer „objectieve" beoordeling van de ontwikkelingsstrategie van de Nieuwe Orde. Wat ik er wel mee wil zeggen is dat ik, èn op grond van het toegepast onderzoek èn door mijn werk- en leefervaring gedurende meerdere jaren in Java, meen dat vele autoriteiten niet een overtuigd aanhanger zijn van een bepaalde ontwikkelingsideologie. In overdrachtelijke zin draaien ze mee in structuren waarvan de ideologische

grondslag en richting aan hen — naar het lijkt in overgrote meerderheid — voorbijgaat. Zij maken — ogenschijnlijk — geen bewuste keuze tussen ,,opbouw-in-opdracht" of,,ontwikkeling-in-overleg". Zij handelen vanuit de overtuiging, althans zo drukken zij zich uit, dat zij het goede voor hebben met de massa. En velen onder hen blijken geschokt wanneer zij geconfronteerd worden met de uitwerking van hun handelen. Toch gaan zij dikwijls voort op de ingeslagen weg. Het blijkt dat de gegeven rationalisaties eerder zijn terug te voeren op een pragmatische poging de eigen positie te handhaven, dan op een innerlijke overtuiging gebaseerd op een duidelijke ideologie. Ter illustratie van een dergelijke houding van,,survival" kan hier gewezen worden op het feit dat menige ambtenaar, in een poging zijn gedrag en houding te verklaren, verwijst naar een levensles van de grote hofdichter uit de vorige eeuw, Ronggowarsito. Deze zou eens gezegd hebben dat men niet moest proberen tegen de stroom in te roeien: „Een mens is als een rijstkorrel in een wan. Door de draaiende bewegingen wordt het kaf van het koren gescheiden. De rijstkorrel moet wel in de zelfde richting meedraaien. Het komt er echter op aan niet als kaf door de wan te vallen." Een dergelijke pragmatische instelling lijkt mij kenmerkend voor menig ambtenaar op Java. Gezien de eeuwenlange autoritaire bestuursstructuur is dit pragmatisme niet wonderlijk." Deze beschrijving mag misschien opgaan vooreen groot deel van de personen binnen het ambtelijk apparaat, maar dat Java ook een geheel ander gezicht kan laten zien, istijdensde vrijheidsstrijd aan de Nederlanders gebleken. Javanen die tijdens de koloniale periode of nu zich niet wensten te compromitteren met het bewind vallen echter buiten de opzet van de studie. Nü zouden dat o.a. de dorpelingen zijn die er niet over prakkizeren zich in de dualistische positie van de lurah te laten manouvreren. Of Indonesiërs die onder de huidige omstandigheden nietwillen meedraaien in hetambtelijk apparaat. Dat die er ook zijn, moet men goed in gedachten houden bij het lezen van dit boeiende boek. De studie van Nico Schulte Nordholt waarvan op de volgende pagina's nog een fragmentte lezen is, kan besteld wordendoorovermaking van ƒ 45,-op postgironr. 4387774 t.n.v. N. G. Schulte Nordholt, Heemstede. (B.v.K.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 315

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's