GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 454

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 454

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roelf Haan

De markt, de emotie en de hoop Wij leven in een maatschappelijk systeem dat zo alomtegenwoordig en almachtig is, dat het bijna onmogelijk lijkt ons er van te distantiëren. Het belichaamt een waarheid over alles en allen. Het kan daarom ook volstaan met zich te doen gelden in anonimiteit. Het identificeert zich niet graag. Om gehoorzaamheid aan het systeem af te dwingen is het voldoende een beroep te doen op het gezond verstand. Dat deed reeds John Locke, een van de belangrijkste ideologen van het liberalisme in zijn eerste dagen, Woordvoeders van het systeem zijn realisten. Zij lezen de economische en politieke normen af uit de realiteit. Aan die realiteit zelf hebben zij dus geen boodschap. Zij is zelf de boodschap. Iemand die weigert het systeem te aanvaarden als een totalitaire macht wordt wellicht vreemd aangekeken of als een interessant ,,apart" geluid op de markt van meningen getolereerd, maar wanneerhij invloed dreigtte krijgen en hoop wekt door een vertrekpunt dat buiten het systeem zelf is gelegen wordt hij, als abnormaal gedoodverfd, als spelbreker, als drammerig, als ten prooi gevallen aan zijn eigen emotionaliteit. Zijn kritissche standpunt wordt ,.geprivatiseerd", d.w.z. teruggevoerd op persoonlijke hebbelijkheid, op zijn karakter of op zijn veronderstelde ambitie. Dit is enigszins wat Joop den Uyl ten deel viel gedurende de regeringscrisis van de laatste maanden — notabene in confrontatie metChristelijke politici. Deze laatsten traden op als ware bureaucraten. Zij vertegenwoordigden het ge-

VU-Magazme 10 (1981) 11 (decemöerj

zond verstand inzake de economische realiteit. Daarom kon de grootste invloed op hun standpunt komen van de ambtenaren: het ging niet om politieke maar om ,.technische" vraagstukken. Een andere belangrijke stem was eveneens apolitiek: die van de president van de Nederiandsche Bank, die geen rechtstreekse verantwoording schuldig is aan het parlement. Monetaire politiek moet er zijn. Het gevaar kan echter bestaan dat montaire politiek monetaristisch wordt (d.w.z. dat de economische politiek als geheel niet de grenzen bepaalt waarbinnen de monetaire politiek heeft te functioneren, maar dat de monetaire politiek de gehele economische politiek gaat beheersen). In Latijns-Amerika kan de monetaristische politiek niet zonder de hulp van de militaire dictatuur. Daar is de gelijkschakeling van markt en maatschappij volkomen. Het systeem waarop ik doel plegen wij ,.economisch systeem" te noemen. Het kost ons moeite het totalitaire karakter ervan te zien. Wie het op het spoor komt krijgt onmiddellijk te horen: de economie is natuurlijk maar ,.een deel" van de werkelijkheid — anders zou je marxist zijn! Welk deel? Volgens Wiegel kunnen alleen nog enkele knappe financiële experts oordelen over de toekomstvan... (ons economisch-financiëie stelsel? nee, van) ons land. Het land is dus voor 100 % afhankelijk van het bestaande economisch systeem. Voorbij deze logica is er niets. In dit verband noteer ik twee uitspraken van door zeer gerespecteerde autoriteiten op hun gebied. Dr. Jelle

Zijlstra; ,,Bent u iemand tegengekomen die het wist? Ik weet het ook niet. Dat kan ook niemand weten." (Over de mate waarin ik dit citaat uit zijn verband ruk: zie het interview met Zijlstra in Vrij Nederland van 17 oktober jl., onder de titel ,,Wat mij betreft maken ze veredelde muizevallen"). De andere stem die mij met een leeg gevoel laat zitten is die van prof. mr. A. M. Donner (Christendemocratische Verkenningen, 1 0 / 8 1 , p.486): Wat Christen-democratisch is valt niet op de voorhand te zeggen, daar is geen boekje of ideologie voor. Het zal van de omstandigheden en tijden afhangen, want pas in een concrete situatie kan men dat zeggen. Het is immers niet zo verkeerd gezien als de buitenwacht het CDA voor opportunistisch of onberekenbaar scheldt; naar hun ideologische maatstaven Is politiek bedrijven van bevind van zaken echt onpolitiek en onprincipieel. Maar wij hebben dan ook een principe dat wel in, maar niet van de politiek is; van daaruit eerbiedigen wij staat en overheid en politiek wel, maar wij verwachten er minder van en hechten dan ook niet zo aan programma's. " Ik denk dat het zo niet lang zal duren of op de vraag wat, juist in concrete omstandigheden, ,,christendemocratisch" is kan geantwoord worden: ,,Bent u iemand tegengekomen die het wist? Ik weet het ook niet. Dat kan niemand weten " Het is hier niet de plaats in te gaan op het voor en tegen van de georganiseerde christelijke politiek. Het doet er hier ook weinig toe dat je daar via Latijns-Ame-

rika opnieuw toe bekeerd kan raken. Het gaat in onze politiek steeds meer om de keus tussen de mens als sluitstuk voor de logica van de markt of de mens die over de inrichting van de samenleving kan worden aangesproken. Als dat laatste overeenkomt met christelijke politiek, dan was die naar mijn mening in het recente politieke conflict in Nederland zichtbaar niet bij de juristen Van Agt en Van der Stee maar veeleer bij de econoom Den Uyl. Want inhoudelijk-christelijke politiek heeft zelfs die naam niet nodig. (Den Uyls oproep op het PvdA-congres dat we ,,een taak in de tijd" haóóen klonk overigens Christenen niet bar vreemd in de oren). Christen zijn is een zaak van geloof, hoop en liefde. Hoop is het antwoord op de vraag: ,,als we ons systeem veranderen, wat krijgen we er dan voor in de plaats?" Hoop is de bijdrage van de joden aan de wereldgeschiedenis. Erich Fromm zegt er over: ,,Het gaat om iets dat te vergelijken is met de tijger die ineengedoken wacht en alleen maar springt wanneer het juiste moment voor de sprong gekomen is." Dat juiste moment is schaars, de sprong is niet gemakkelijk, maar de gelegenheid moet worden benut. Wie van de Nederlandse politici hebben we de laatste maanden voortdurend ineengedoken gezien? VU-eredoctor Ellul zegt het zo: ,,Hoop strijdt tegen alle illusie en alle zich-gedwongen-geven en alle zich-inlaten-kapselen, waarin de mens altijd weer vervalt. De drager van de hoop spreekt het ja uit in Gods Naam; hij neemt het ongelooflijke risico op zich te spreken wanneer God zwijgt". Daarmee verplicht hij God — naar Diens belofte, ,,De hoop is die soort van menselijk handelen die de levende God ertoe brengt te komen." Advent is aktief.

413

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 454

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's