GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 174

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 174

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de Hortus

De druif (1) Daan Smit

,,En Noach werd een landman en plantte een wijngaard' (Genesis 9:20-21) ,,Hij zal zijn ezel aan den wijnstok binden en het jong zijner ezelin aan de wingerd; hij zal zijn kleed in wijn wassen en in druivenbloed zijn gewaad. Hij zal donkerder van ogen zijn dan wijn en witter van tanden dan melk." (Genesis 49:11-12) Over de gewone wijndruif — Vitis vinifera — wordt vanaf N o a c t i ( ± 2347 voor Chr.)toten metdedagen dat Jezus leefde op veel plaatsen in de Bijbel verhaald. Net also.a. de olijf was de druif ook in die tijd al erg belangrijk. De druif diende als symbool voor het Joodse volk en Jezus zei: ,,lk ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Elke rank aan Mij, die geen vruchtdraagt, neemt Hij weg, en elke die wel vruchtdraagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht drage. Gijzijtnu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb; blijft in Mij, gelijk Ik in U. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan den wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doeri. Wie in Mij niet blijft, is buitengeworpen als de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand. Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u gewor-

160

zuidelijke streken van Europa. Degebieden waarbinnen wijndruiven met succes in de open lucht kunnen worden gekweekt liggen zo ongeveer tussen de 36° en 48° N.Br., zowel wat betreft het noordelijk als het zuidelijk halfrond. Dat wil niet zeggen dat hij binnen dat gebied niet voorkomt. In Noorwegen b.v. rijpt hij nog aan de oevers van het Sognefjordtot61°N.Br. Hoger dan 530 m, boven de zeespiegel, komt de wijndruif vrijwel niet voor. Ook de grondsoort waarop hij kan groeien varieert van vulkanische oorsprong, schelpkalk, zandsteenformaties, enz. De hogere of lagere klasse van elke wijn wordt beden. Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vruchtdraagt en gij zult mijn discipelen zijn." (Johannes 15:1-8) De druif werd reeds door de oude Egyptenaren gekweekt, waarvan nu nog de vele afbeeldingen uit die tijd getuigen. Het is dan ook de eerste plant die in de Bijbel genoemd wordt die op grotere schcial wordt verbouwd. Sindsdien heeft de mens hem gedurende elke beschaving en in vrijwel elk klimaat gekweekt, zodat het erg moeilijk is na te gaan waar de wijnstok van oorsprong eigenlijk vandaan komt. Aangenomen wordt dat de wijndruif omstreeks 540 voor Chr. in Frankrijk terecht kwam en door de Romeinen vlak daarop werd gekweekt in andere

paaid door de gekweekte druivesoort en de samenstelling van de bodem. Over het algemeen leveren de zware gronden wijnen van lagere klasse, terwijl men dikwijls van lichtere, zelfs magere gronden de wijnen van hoogste klasse oogst. Door de harmonie tussen de geëigende druivesoort bij de daarvoor passende bodem, een ideale weersgesteldheid, volmaakte verzorging van de wijngaard en kunde van de wijnbouwer bij het maken en verzorgen van de wijn, kunnen uiteindelijk de produkten van allerhoogste klasse ontstaan. In het oog moet men daarbij houden dat van alle wijnen dieer op de wereld worden gemaakt slechts een zeer klein deel die buitenge-

woon hoge klasse bereikt. Het overgrote deel van alle wijn is slechts van geringe kwaliteit en wordt gekonsumeerd door de bevolking in het land van produktie. Ten tijde van de Bijbel kweekte men de wijndruif over het algemeen op de berghellingen in wijngaarden . Deze waren als regel omheind door hoge of lage stenen om zo het wild en de dieven op een afstand te houden, hetgeen o.a. werd mogelijk gemaakt door meerdere uit stenen opgetrokken torens die tussen de muren werden aangelegd waarvanaf wachters een goed uitzicht over het veld hadden. Als regel werden de wijndruiven kruipend over rotsen en stenen muurtjes gekweekt; pas later ontwikkelde men technieken om ze te leiden of als struik te kweken. Ook werden ze veelvuldig gebruikt om afdakjes mee te laten begroeien waaronder men op het heetst van de dag wat verkoeling vond. De bloei van de wijnstok vindt op het noordelijk halfrond plaats in mei of begin juni. Op het zuidelijk halfrond omstreeks november of december. De druif heeft voor groei en rijpingsperiode ongeveer vier maanden nodig. De oogst valt dus in september/oktober (op het zuidelijk halfrond, maart/april). Het oogsten van de trossen ging gepaard met feestelijkheden en begon omstreeks september. Gedurende die tijd waren de steden vrijwel leeg omdat een ieder bij het oogsten hielp. Men verbleef dan in tijdelijke opgeslagen tenten, in de nabijheid van de wijngaarden. De beste druiven werden voor consumptie gebruiktterwijl een ander gedeelte in de zon werd gedroogd; waarbij uiteindelijk rozijnen overbleven. Het overige werd uitgeperst. •

VU-Magazine10(1981)4(april)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 174

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's