GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 94

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 94

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

stuk. De vraagtekens die bij het optimisme over kernenergie geplaatst konden worden, werden hem steeds duidelijker. Hij werd mede-oprichter van een Werkgroep Kernenergie (oorspronkelijk verbonden aan de Vereniging Milieudefensie) die in 1972 de eerste ,,alternatieve kernenergienota" naar buiten bracht als reaktie op de officiële kernenergienota van minister Langman. Deze pleitte daarin voor zeventig elektriciteitscentrales in Nederland tegen het jaar 2000. De helft daarvan zou uit kerncentrales bestaan. Tuininga: ,,Daarin weerspiegelde zich de waanzinnige toenmalige gedachte dat elektriciteit het sterkst groeiende element uit onze welvaartmaatschappij was. Het achtvoudige van wat er rond 1970 was, werd verwacht voor het jaar 2000. Met andere woorden: er waren al plannen, ik heb de rapporten gelezen, om op twintig verschillende plaatsen in ons land vrij grote centrales te bouwen. Sommige wel van tien keer zo groot als Borsselel Zeg maar: kolossen. Op de Maasvlakte, overal. De regering nam dat voor zoete koek aan in haar planning." De alternatieve kernenergienota probeerde op zo wetenschappelijk mogelijke wijze en met redelijke afstandelijkheid de bezwaren tegen kernenergie op een rijtje te zetten. Dat zorgde voor enige ophef.

,,Hoe autoritairder eenregering, hoe meerprol<ernenergie" ,,Het was eigenlijk voor het eerst dat op dit nivo tegengas werd gegeven. We werden dan ook nogal gekleineerd en aangevallen. Maar desalniettemin deed het in de politiek wel wat stormpjes opsteken." Sindsdien raakte de zaak behoorlijk in de versnelling. ,,Nu verwacht denl< ik niemand meer dan vijf kerncentrales tegen het jaar 2000. Erwaaiteen volstrekt andere wind." De vraag rijst welke drijvende krachten er achter de pro-kernenergieontwikkeling zaten. Tuininga onderscheidt twee hoofdmotieven. ,,Ten eerste de behoefte aan onafhankelijkheid van het buitenland voor onze energievoorziening. Echter, doordat er maar een beperkt aantal leveraars van grondstoffen is, krijg je bij uranium weer een heel ander soort afhankelijkheid. Gelukkig zijn die leveranciers politiek betrouwbaar zoals dat heet, nl. Australië, Canada en vooral de Verenigde Staten. De problemen beginnen echter al bij Namibië, dat een leverancier zou kunnen zijn. Ten tweede: het industriële argument. Een aantal landen en sektoren zou zeer veel voordeel hebben bij de ontwikkeling van hoogwaardige technologie. Kernenergie is een gaaf voorbeeld van een technologie die dermate ingewikkeld is dat — ver-

84

„Kerncentrales van tien keer borssele. Kolossen, overal"

moedelijk — zelfs grote landen als Frankrijk en Engeland geen goede eigen kernindustrie hebben. In Nederland werd daarom geopperd dat wij van deze hooggekwalificeerde technologie onze industrie moesten laten profiteren. We konden dan mooi onderdelen leveren, bij voorbeeld de reaktorvaten die naar Zuid-Afrika hadden moeten gaan. Men zag daar een soort vernieuwing in, zeg maar innovatie. Vandaar dat alle twijfels werden weggepoetst. Het moest immers, om de toekomst van ons land?" De kentering werd mede veroorzaakt door het rapport van de Club van Rome in 1972, waarvan Tuininga voor de Nederlandse weergave eindvertaler was. Vervolgens overspoelde de oliekrisis van 1973 ons la.nd. De oude pro-kernenergieargumenten werden weer uit de garage gehaald: tekort aan olie, eindigheid van het gas, dus kernenergie moet! ,,Je raakt dan in een spanningsveld tussen noodzaak en wenselijkheid. De vraag van maatschappelijke wenselijkheid werd steeds vaker gesteld in de jaren zeventig. Men zegt wel eens dat dat komt door de revolte van 1968. Vanwege die vergaande maatschappelijke gevolgen ben ik een geweldig voorstander van een publieke diskussie over deze zaak." Is kernenergie alleen in Nederland op de terugtocht of zijn deze ontwikkelingen internationaal? ,,ln het algemeen is dat een internationale zaak. Maar er zijn uitzonderingen. Hoe autoritairder een regering, hoe sterker het beleid van pro-kernenergie: Rusland, Frankrijk, Engeland. Margaret Thatcher sloot subiet de publieke diskussie af door twaalf nieuwe kerncentrales aan te kondigen. Maar meestal wordt er geschipperd tussen ekonomische noodzaak en maatschappelijke wenselijkheid. Kijk maar naar Duitsland waar vele socialisten tegen kernenergie zijn, maar in de regering een wat onevenwichtig beleid voeren. Men wil het eigenlijk niet opleggen, maar de zaak aan de man brengen met reklamecampagnes zoals de werkgevers in Nederland gaan doen. Dat dilemma is internationaal. In Frankrijk groeit nu meer weerstand tegen het ongeremde vooruitgangsgeloof, onder andere door de zich wat meer roerende vakbonden. Want Frankrijk is hard op weg een elektrische maatschappij te worden. De schrik voor afhankelijkheid van de Arabieren zit er goed in. Dat willen ze daar niet meer. Maar men vergeet dan dat je politieke

kwetsbaarheid inruilt voor technische en maatschappelijke kwetsbaarheid. Er moet in een kernenergiesysteem z o n keten van zekerheden worden ingebouwd, dat als er één onderdeel loos is, de hele zaak plat moet. Ook Borssele ligt alweer vanaf 4 januari dicht. Stel dat daar nog eens een dreiging met sabotage bijkomt Met kernenergie ben je wel af van de olieproblemen, maar je zit met centrales die om de haverklap door haperingen niet kunnen draaien, of buitensporig bewaakt moeten worden." Tuininga is er heel gelukkig mee dat de publieke mening nu vat heeft gekregen op de problematiek van techniek en energie. „Vroeger werd dit soort dingen in achterafzaaitjes door een beperkt aantal technol<raten liesloten. Er was echt geen disliussie over. Voor mij is het publiek in dezen toch wel de scheidsrechter. Wil je kernenergie uitbouwen dan moet daarover toch een zekere mate van overeenstemming, van aanvaarding bestaan. Je kunt het de mensen niet opleggen, ook al heeft het parlement wellicht ja gezegd. Natuurlijk kun je je wel afvragen hoe breed die diskussie moet zijn. Moet hij tot op de zolderkamertjes gevoerd worden of via een platform van kritische wetenschappers die tegenargumenten leveren? Het punt is: de afweging van alle alternatieven is ingewikkeld als je er iedereen in betrekt. Elk mens kijkt het eerst naar z'n eigen hachje. Een metrolijn in een verre stad? Geen bezwaar. Een metrolijn voor m'n deur? Nee! Zo ligt het ook met kernenergie. Op het ogenblik is zo'n vijfenvijftig procent van de Nederlanders tegen kernenergie. Dat is heel wat, maar als de vraag luidt: bent u voorstander van een kerncentrale in uw omgeving? zwelt het aantal tegenstanders natuurlijk aan. Dat is logisch en menselijk, maarook lastig voor besluitvorming." Toch denkt Tuininga dat veel mensen waarschijnlijk ,,vreemde" ideeën hebben over wat kernenergie is. ,,Langzamerhand krijgt kernenergie misschien ten onrechte de zwarte piet toegespeeld in de algehele diskussie over het

,,Kernenergie is het nieuwe Vietnam" funktioneren van de techniek. Het weekblad Time schreef over kernenergie als ..het nieuwe Vlet Nam". Men zoekt een onderwerp waarvoor men de straat op wil en dat tot èen symbool uitgroeit van alles waar men op tegen is: kernwapens, grootschaligheid, geheimzinnigheid, het militairindustrieel kompleks, technokratische elites en de prijs die ervoor op tafel moet

vu-Magazine 10 (1981) 3 (maart)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 94

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's