GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 101

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 101

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

had een rijke grootvader, tot de krach van '29. Om half vijf op maandagmorgen stond mijn vader even op,dan ging het gas onder de wasketel aan. Het ding stond dan om zeven uur te koken (die lucht!) en voordat vader naar school ging, hielp hij mijn moeder, het ding leeg te kieperen in de wasteil, die op een krukje klaar stond. Die teil werd ook 's zaterdagavonds gebruikt. Hij stond dan 's winters op de grond voor de kachel en diende ons kinders voor bad. Want een badkamer had toen bijna niemand. Er was immers geen warm water. Goedkope confectie bestond niet, alles werd zelf gemaakt, hetzij door moeder, hetzij door een naaister of een kleermaker. Zo'n kleermaker deed wonderen met oude pakken en jassen: wij mochten helpen, die dingen keurig uit te tornen, moeder waste, verfde, appreteerde en streek de stukjes en alles werd keurig gekeerd. Als er visite was, zat er niemand ,,met lege handen", het was praten en breien. Het was ook doodgewoon dat je als kind het volgende opving: ja, ik wou dat jurkje voor haar verjaardag afhebben, maar het viel me wel een beetje tegen, het was bij drieën toen ik naar bed kon. P.S. Geen koelkast en geen kiemvrije levensmiddelen. Om naar de kerk te kunnen moesten we drie kwartier lopen. Fietsen op zondag mocht niet. We gingen altijd twee keer naar de kerk. Dus de zaterdag werd door moeder besteed aan de voorbereidingen voorhet zondagse feestmaal. De soep stond te trekken op een oliestel (heb je ooit wekelijks een oliestel moeten schoonmaken?) en ook het vlees en de peertjes. De pudding met bessesap was klaar, de aardappelen geschild. Als we uit de kerk kwamen was het gauw koffiemaken (echte, met een stenen filter) en meteen de aardappels op. In dit druk bedrijf werd niet eens gedacht aan banen of ander werk. Bovendien was er voor een intelligente en warmvoelende vrouw zoals mijn moeder was, veel te doen. Er waren geen spreekuren voor dit of dat, geen sociale werksters. Bovendien was er geen sociale zekerheid; mijn vader was bij het onderwijs. Die kon niet ontslagen worden. Maar aan zijn school waren er wel al onderwijzers, die op wachtgeld moesten worden gezet in de crisistijd, de vrijgezellen en jonkies eerst, ik meen dat ze 55 % van hun salaris kregen. En ik heb mijn vader enige malen toen zien thuis komen met de mededeling: wéér 5 % minder salaris, moeder. En om ons heen waren er veel mensen, die ontslagen waren, en voor wie geen enkele wettelijke sociale regeling bestond. Geen andere dan het Burgerlijk Armbestuur (zien jullie de hoofdletters) en de diaconie was dan je voorland. Maar eer je aan die schande toegaf — en zo had mijn moeder het druk met allerlei werk met de linkerhand, waar de rechter niet van wist. Ook werd er veel gelezen, er was dankzij Kuyper een bloeiende christelijke pers en die werd gespeld en op de zondagse koffievisites besproken. En mijn moeder was er niets te goed voor, als een bepaald artikel haar erg boeide, om het vóór zich op tafel te leggen terwijl ze zat te breien — de vriendin-

vu-Magazine 10 (1981) 3 (maart)

In die Stille wereld sleten onze moeders hun leven

nen vonden dat niet allen normaal. Er was ook geen enkele kunststof in de textiel, er was veel meer slijtage en dus ook onderhoud. Toen ik twaalf werd, moest ik voortaan de wekelijkse kousen en sokken stoppen op zaterdagmiddag, een paar uur werk en heel gewoon, iedereen moest dat kunnen. Koor en vereniging en Vrouwenbond waren moeders uitjes, en ze zat ook in een paar besturen. Mijn vader ook trouwens, als ze allebei 's avonds weg waren paste het hitje op. Verder wist mijn moeder profijt te trekken

van één ellendig aspekt uit de jaren '20 en '30: de leegstand van de huizen en villa's Hele straten stonden leeg. Met Pasen ging ze dan met een Vriendin naar Huizen. Ze zochten dan uit: een dubbele villa, waar beide helften van leegstonden, en gingen met de makelaar onderhandelen: wij gaan er 2 maanden in wonen, het huis wordt schoongemaakt, ziet er gezelliger uit, is beter verkoopbaar of verhuurbaar — en ze slaagden altijd. Juli en augustus woonden we er dan, met een klein gedeelte van de inboedel (dus geen kampeerspullen) dat met een verhuisauto overgebracht werd. De vaders reisden heen en weer, wij kinders kregen met moeite wat extra dagen vrij, toen we eenmaal naar school gingen — maar zo'n zomer was in ons milieu iets ongehoords. Je hoorde heel af en toe van mensen die echt op reis gingen, naar het buitenland: Naar Kleef! Of naar Brussel! Natuurlijk waren er Indiëgangers, maar die werkten daar, dat was geen plezierreis. Al had mijn moeder nog zo graag een

baantje gehad — ze was er misschien wel het type voor — er was geen werk. Haar wereld was klein omdat de vervoermiddelen veel langzamer gingen. Ik geloof dat het openbaar vervoer wel goed geregeld was, maar de technische mogelijkheden waren minder. Ik moest in '37 om kwart voor zeven in A'dam Nd de deur uit, om om kwart voor negen in de Dintelstraat in de Geref. Kweekschool te zijn. Toen klaagde mijn moeder er over dat ze bus en tram zo eng hard vond rijden, gevaarlijk voor vrouwen in gezegende omstandigheden, ja, zo zei ze dat. Dus: geen mogelijkheid, je te verplaatsen naar waar werk zou zijn — en er was geen werk. Toen ik voor onderwijzeres slaagde, mocht ik per grote uitzondering aan een school in de buurt ,,praktijk opdoen". Druk werk maar zonder enig salaris en geen enkele mogelijkheid op een of andere uitkering. Dat bestond niet. Hadden mijn ouders daar nou al die jaren voor krom gelegen, om me onderwijzeres te laten worden (op aanraden van ,,Jan Wat", die na een test op het PI zei: die? die wordt zo goed in haar vak — die vindt op den duur zeker een baan) zonder enig vooruitzicht?

Kunnen jullie me volgen in mijn schilde-

,,Weer vijf procent minder salaris, moeder" ring van dat heel kleine bestaan zo vol zorgen van de vroege morgen tot de late avond? En ik heb het dus niet over een arbeidersmilieu. Beide mijn ouders konden Duits en Frans lezen, allebei hadden ze meer geleerd dan gewoon lagere schooi. Vader had na z'n kweekschootijd nog een landbouwakte, hoofdakte en naakte gedaan. Hij schreef en hield lezingen over het Zionisme, richtte een soort christelijke jeugdherbergcentrale op, kortom,

91

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 101

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's