GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 450

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 450

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Promovendus beschrijft leven van ouders met zwakzinnig kind

„Mogelijkheden van opvoeders nog niet uitgeput'' „Het leven van gezinnen met een zwakzinnig kind is niette beschrijven." Zo luidtstelling één van het proefschrift van dr. J. Stolk, waarin hij het gezinsleven van ouders met zwakzinnige kinderen beschrijft. Een stelling die enige verbazing oproept. Die verbazing legden we de promovendus voor. „Ik vond het een aardige relativering", vertelt hij ons in een gesprek, ,,maar uiteraard houdt het nog iets méér in. Ik ben zo onder de indruk gekomen van de problemen waar ouders met een zwakzinnig kind voor staan dat ik heel sterk beseft heb dat een buitenstaander als ik die problemen nooit ten diepste kan vatten. Een wetenschappelijk onderzoeker kan dat nog minder. Hij moet zich immers beperken tot waarneembare feiten. Voor mij betekende dat, dat ik alleen het gedrag in deze gezinnen kon bekijken, zonder mij bezig te houden met de vraag wat dit gedrag voor de ouders betekent. En daarin ligt waarschijnlijk het gros van de problemen die deze ouders hebben." Al moet daar direkt worden bijgezegd dat er gezinnen met een zwakzinnig kind zijn die weinig problemen kennen. Het proefschrift van Stolk, „interacties in gezinnen met een zwaltzinnig itind" (uitgegeven bij Swets & Zeitlinger BV te Lisse, ISBN 9026503806; de prijs: ƒ 46,80) blijkt een uitvloeisel van een groepssamenwerking te zijn. Aan de wieg ervan stond o.m. de Oudervereniging Philadelphia die ouders van geestelijk gehandicapte kinderen bijeenbrengt. Zij vroeg de VU aandacht te besteden aan gezinsproblemen. Datwaszo'n tien jaar geleden. De nog jonge vakgroep speciale pedagogiek stelde een onderzoeksprogramma op waarin gekozen werd voor onderzoek naar ambulante hulpverlening aan gezinnen met een geestelijk gehandicapt kind. Daaruit kwamen 'n paar nadere vragen naar voren: maatschappelijk werk/st/ers in dergelijke gezinnen worden vaak overspoeld met ingewikkelde problemen; hoe schep je daarin enige orde? Wat voor

vu-Magazine 10 (1981) 11 (december)

moeilijkheden hebben de ouders met hun eigen gevoelens en emoties? Een tweede reeks vragen betrof de problemen die zich in de opvoeding van een zwakzinnige voordoen. Drs. C. G. C. Jansen zette zich aan die eerste reeksvragen. Binnenkort hoopt ook hij aan de VU te promoveren. Hij ontwierp een methode om de soorten problemen van de ouders te inventariseren en naar hun ,,zwaarte" te rangschikken. Dat lijkt een wat koele benadering, maar, aldus Stolk, ,,een maatschappelijk werk/st/er staat niet zei-

Veel ouders van zwakzinnigen voelen zich alleen staan

den in kontakt met tientallen gezinnen. Het is moeilijk al die gezinnen de gewenste aandacht te schenken. Dan is zo'n methode bijzonder praktisch. Maar ook geeft zo'n inventarisatie goede aanknopingspunten voor gesprekken met de ouders. Al pratend koni je wederzijds tot overeenstemming op welke gebieden hulp moet worden verleend. Bovendien geeft het de onervaren hulpverlener enig houvast." In de praktijk blijkt het werken met deze vragenlijsten, aan de hand waarvan een gezinsverslag wordt opgemaakt, vruchten af te werpen. Ook de ouders waarderen deze methode. Wat zijn nu hun emotionele problemen? Ouders van zwakzinnige kinderen blijken vaak te tobben over de toekomst van hun kind. Ook voelen ze zich vaak alleen staan omdat het aantal,,natuurlijke" raadgevers zoals buren en familieleden klein is: zij hebben meestal geen zwakzinnige kinderen en weten ook niet hoe de zaken aan te pakken. Velen blijken moeite te hebben de zwakzinnigheid van hun kind te aanvaarden en te verwerken. Soms zijn ouders te optimistisch over de mogelijkheden van hun kind en raken dan ontgoocheld als het gehoopte resultaat uitblijft. De psychische druk op het gezin is door de aanwezigheid van zo'n kind vaak groot. Mevrouw drs. C. Oosterhof-Beugelink en stolk onderzochten de problemen die te maken hebben met de opvoeding van verstandelijk gehandicapte kinderen. Dergelijke problemen kunnen velerlei zijn. Dikwijls voelen de ouders zich onzeker over de wijze van opvoeden, al was het alleen al over de vraag wat voor speelgoed je zo'n kind nou geeft. Vijftien gezinnen werd om

409

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 450

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's