GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 269

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 269

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe begrijpelijk is de taal van ,,Den Haag"?

Taaiverspilling? Taahferwondering! Hoe groot is de kloof die de ,,taal van Den Haag" schept? Op 17 juni promoveerde drs. Jan Renkema aan de VU op een stukje van het antwoord op deze vraag. Hij had al een zekere faam verworven met zijn „Schrijfwijzer", een handig opzoekboek, vooral geschreven voor ambtenaren om tot duidelijker taalgebruik te komen. Nu is ook de wetenschappelijke „poot" van zijn onderzoek naar het hoe en wat van verschillen in taalgebruik afgerond. Wie is Jan Renkema en wat wil hij met de Nederlandse taal?

Rond zijn afstuderen werd Renkema leraar Nederlands aan een scholengemeenschap in Amsterdam. Hij vatte echter al snel het plan op een promotiestudie op te zetten. ,,lk heb altijd grote belangstelling gehad voor het funktioneren van taal in het alledaagse leven. Ik zocht dus naar een onderwerp dicht bij de dagelijkse praktijk. Zo voerde ik al vier jaar lang diskussies over bijbelvertalingen, bij voorbeeld over de vraag of,,Groot Nieuws voor U" begrijpelijker is dan andere vertalingen. Die vraag naar begrijpelijkheid speelt ook een grote rol in overheidsteksten. Hoe vaak komt het niet voor dat insprekers niet kunnen reageren omdat voorlichtingsmateriaal en inspraakrapporten te ingewikkeld zijn? In de krant las ik toen een berichtje over de Kommissie-Duidelijke Taal, ingesteld door wijlen Anne Vondeling, die ik aanschreef om meer informatie." Jan Renkema kreeg een dik pakket in de bus. Hij had nogal wat kritiek op de aanpak van deze kommissie. Vondeling toonde zich zeer geïnteresseerd in Renkema's opvattingen. Dat resulteerde in een aanbod om sekretaris van de kommissie te worden. ,,Mijn taak bestond uit het geven van adviezen over de leesbaarheid van Tweede Kamerstukken en overheidsrapporten en daaraan gekoppeld voorstellen tot verbetering." Je moet ergens mee beginnen en zo besloot Renkema de jaarlijkse Troonrede aan te pakken, een stuk proza dat

vu-Magazine 10 (1981) 7 fluli)

Drs. Jan Renkema

al lange tijd onder kritiek stond vanwege, de vaagheid en ingewikkeldheid. De resultaten van dit herschrijvingswerk haalden enkele prinsjesdagen achtereen de landelijke pers. Daarna kreeg Renkema de opdracht een boek voor ambtenaren te schrijven met taalkundige wenken die de ,,lastige" overheidstaal begrijpelijker moeten maken. Dat is de inmiddels al befaamde ,,Schrijfwijzer" geworden die niet alleen op menig ambtenarenburo te vinden is, maar ook op dat van anderen die veel moeten schrijven. Het boek geeft snel antwoord op taalkundige problemen. En toen? ,,ln datzelfde kader begon ik ook een wetenschappelijk onderzoek naar overheidsteksten. De resultaten daarvan zijn in mijn proefschrift weergegeven. Van onschatbare waarde daarbij

was mijn redakteurschap van het blad ,,Onze Taal" dat veel gelezen wordt door,,taailiefhebbers". Daaronder bevinden zich veel ambtenaren die de redaktie bestoken met taalkundige vragen. Het onderzoek startte ik al in Den Haag. Ik rondde het af toen ik docent werd aan de lerarenopleiding van de VU." Het onderzoek evolueerde gaandeweg in de richting van een studie naar ambtelijke stijlverschijnselen. Zelfs computers werden daarbij ingeschakeld. Een aantal oordelen over ambtelijke stijl blijkt niet te kloppen. Jan Renkema begon met alle kritiek op overheidsteksten van na de Tweede Wereldoorlog te verzamelen. Zo schreef J. A. Meyers in 1965 in zijn boek ,,Mens en Taal" over ,,een hinderlijke voorkeur voor een ingewikkelde zinsbouw, waarbij de lezer de indruk krijgt, in een rangeertreintje te zitten, langs wissels en zijsporen voorthobbelend, af en toe even op het hoofdspoor terechtkomend om dan weer langs andere wissels en zijsporen voort te sukkelen. Tot dan eindelijk bij de punt achter de zin het einde is bereikt, waarbij even kan uitblazen ' De beschuldigingen aan het adres van de ambtenaren zijn nooit van de lucht geweest. Zo spraken taalkundigen over ..lintwormstijl", het ,,Officialees" en „het zogenaamde Expertinees, de meest gebruikte Rapportagetaai, verwant aan het oude Ambtoe en het Burokraats", waarbij ,.ambtelijk stotteren" nog vrij vriendelijk klonk, als

243

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 269

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's