GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 208

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 208

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wetenschap zette kennis van voortplantin|g en seksualiteit op 'n rijtje „To be or not to be in oestrus, that's the question ('t Gaat om 't al dan niet in bronst zijn). Dat was de wat merkwaardige openingsleus van een lange dag lezingen aan de VU over voortplanting en seksualiteit bij dier en mens op 26 februari. Deze themadag op de biologische fakulteit, georganiseerd door dr. M. de Jong-Brink, maakte deel uit van een kursus zoölogie voor derdejaarsbiologen en verdere belangstellenden. Vanuit verschillende optieken en vakgebieden werden het voortplantingsonderzoek bij dieren en de kennis omtrent menselijke seksualiteit belicht. Zo waren er veeverloskundigen uit Utrecht, twee vrouwenartsen, een mannenarts, een psychiater en internisten van het VU-ziekenhuis. Een (voedzame) hutspot van kennis rond vruchtbaarheid en seksualiteit.

Dieren en (meer) voortplanting De ochtend was gewijd aan besprekingen rond de praktische toepassing van onderzoek naar voortplanting in de praktijk van het landbouwhuisdier en van de mens. Dr. Th. A. M. Kruip, dr. M. A. N. Taverne en dr. H. Hoogenkamp, veterinair verloskundigen van de Utrechtse Rijksuniversiteit, openden de rij door lezingen met lichtbeelden over kunstmatige voortplantingstechnieken bij landbouwhuisdieren. Daarmee worden kunstmatige zaadinbrenging, embryotransplantatie, bronstsynchronisatie (kunstmatige oproeping van bronstverschijnseten door hormonen) en kunstmatige geboorteopwekking (partusinduktie) bedoeld. En dat alles ten bate van de gezondheid en de vruchtbaarheid van de dieren én van de efficiënte bedrijfsvoering van de boer, die daardoor z'n opbrengsten kan verhogen. Mag dat allemaal zomaar? In de diskussie wees een toehoorder op het

190

verschil met de mens die gebruik maakt van b.v. kunstmatige inseminatie. Dan gaat het immers om het redden van bedreigde vruchtbaarheid, bij landbouwhuisdieren echter om het opfo/(/(en van die vruchtbaarheid. Dr. Taverne wees in dat verband op de bijzondere taak van de wetenschap: zonder haar zou de boer z'n toevlucht nemen tot onaanvaardbare methoden. De wetenschappelijke begeleiding zorgt van het vergroten van de vruchtbaarheid dus voor het voorkomen van uitwassen. En een boer moet toch 'n behoorlijke boterham kunnen verdienen... Kunstmatige inseminatie dateert voor wat Nederland betreft van eind jaren dertig, toegepast ter voorkoming van ziekten bij het rund. Vandaag de dag vindt zestig procent van het aantal dekkingen bij het rund plaats door kunstmatige zaadinbrenging. Daarnaast wordt deze methode steeds vaker toegepast op varkens, paarden en kleine herkauwers. Enige hilariteit ontstond in de zaal bij

de diavertoning. De plaatjes toonden de wetenschappelijke methode voor het verzamelen van zaad van geselekteerde stieren. Over een houten stellage hangt een koeiehuid, waaronder wij met enige moeite een zich verdekt ophoudend heerschap ontwaren die met beide handen een kunstschede omklemt. De stier wordt naar de surrogaatkoe geleid en loost zijn sperma in de kunstschede. De koffiepauze zorgde gelukkig voor de nodige verkwikking, waarna wij ons konden wijden aan de uitleg van de andere technieken ter bevordering van de vruchtbaarheid. Embryotransplantatie wordt nu zo'n tien jaar op ruimere schaal toegepast, voornamelijk op runderen. De vrucht wordt bij een koe weggehaald en aangebracht in een geselekteerde koe die in een geschikte fase verkeert. Bij bronstsynchronisatie moeten niet alleen de uitwendige faktoren die het centraal zenuwstelsel beïnvloeden zoals temperatuur en lengte van 't daglicht worden nagebootst, in het lichaam zelf moet ook enige beïnvloeding plaatsvinden om de overlevingskansen van het sperma gunstig te beïnvloeden. N/laar ook dat is niet genoeg. Het geselekteerde mannetjesdier moet door vastbinding aan een touw bij het geselekteerde vrouwtjesdier vertoeven opdat het niet zijn eigen voorkeur maar die van de boer volgt. Partusinduktie tenslotte grijpt in op de mechanismen die een baring op gang brengen»Bij een varken bij voorbeeld duurt de draagtijd 113 tot 116 dagen. Bij een spontane geboorte is er de twee laatste dagen een snelle daling van het progesterongehalte (een bepaald hormoon). Door toediening van hormoonachtige stoffen kan de geboorte opgewekt of uitgesteld worden. In Engeland gebeurt dit ook bij de mens. Je kunt daar in de meeste ziekenhuizen slechts bevallen tussen 9 en 5, vandaar. Deze methode komt in Nederland weinig voor, aldus Taverne.

vu-Magazine 10 (1981) 5 (mei)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 208

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's