GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 424

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 424

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

fe. Dat komt, zo meen ik, het duidelijkste uit in zijn opvatting van de werkelijkheid die niet zelfstandig is, maar boven zichzelf uitwijst, hlij noemt dit de ,,zin", (verwijzende betekenis): de ,,zin is het zijn van de creatuurlijke werkelijkheid", een wereld die onrust veroorzaakt zoals een brief waarvan wij de betekenis, de zin, niet begrijpen, totdat wij inzien welke zin die brief eigenlijk heeft, (het valt op dat Eikema Hommes hier weinig aandacht aan besteedt). Aan de andere kant zijn er in Dooyeweerds werk toch vele elementen die gebonden zijn aan de denktaal en de denkbeelden van de dertiger jaren. Dooyeweerd zelf erkent dat zijn filosofie ,,met duizenden banden" verbonden is aan de historische ontwikkeling van zijn eigen tijd. Zijn volgelingen vergeten dit al te vaak en zo ontstaat iets van een overanderlijke wijsbegeerte, die het, christelijk gezien, bij het rechte eind heeft en waarbij het gedurig reformeren uitblijft. Eikema Hommes zelf ergert zich kennelijk aan hetgeen vele aanhangers met Dooyeweerds denkbeelden doen.

Wat zijn de voor velen moeilijk te verteren aspecten? Bij voorbeeld de strenge scheiding tussen de,, wete/fr/ngen" (modale aspecten) die sommige wetenschappen te zeer inperkten (b.v. de psychologie) of bepaalde wetenschappelijke hypothesen verbood; zoals de evolutie-hypothese in de biologie (ten onrechte wel vereenzelvigd met een atheïstische evolutionistische wereldbeschouwing). Hoewel met de samenvatting die Eikema Hommes van de modale structuren, zo helder en beknopt, geeft (,,...dat in de orde van onze tijdelijke werkelijkheid.. In een tijdelijke opeenvolging., het organische., volgen op., fysische energiewerking., het psychische volgt., op het organische.." enz) eigenlijk zeer goed met zulk een evolutiemodel te rijmen valt. Wel wordt evolutie in de cultuur erkend: van een gesloten ,,primitieve" cultuur naar de moderne Westerse, waarbij de ,.typische eigen aard" van elke andere cultuur gehandhaafd moet worden. Maar ook hier ligt conflictstof. De ,,die ontwikkeling" is juist een der programmapunten voor het apartheidsbeleid door verschillende

aanhangers van de Reformatorische wijsbegeerte in Zuid-Afrika verdedigd. Noemen we nog dat binnen het economisch aspect niet de zedelijke verantwoordelijkheid centraal staat (al wordt daar wel op vooruitgegrepen - via z.g. ,,anticipatie") maar normen van vraag en aanbod, van rentabiliteit e.d., dan is duidelijk dat er ook hier strijdvragen zijn, soms zelfs tussen aanhangers onderling, over b.v. de noodzaak om de ethiek al dan niet centraal te zien in het ondernemingsbeleid (,,neen" zeggen velen op grond van Dooyeweerds leer omtrent het economische). Dergelijke gevolgtrekkingen heeft Dooyeweerd soms wel (t.a.v. psychologie, biologie) soms niet (t.a.v. de apartheid) zelf getrokken. Ivlaar het is duidelijk dat een Christelijke filosofie dynamisch moet zijn en aan voortdurende correctie toe is. Te dikwijls krijgt men de indruk dat het om de Christelijke filosofie gaat en in de praktijk heeft dit tot veel meningsverschil aanleiding gegeven. Wellicht is de zo strak systematische leer van de ,,wetskringen", de onderscheiden werkelijkheidsaspecten die regelrecht vanuit Gods Wet zouden voortvloeien, het al te statische, en ook meest verouderde element. De dynamiek van de ,,zin", van de werkelijkheid die ongenoegzaam is en boven zich uitwijst, vormt wellicht het meest perspectiefrijke element. Met duizenden banden verbonden aan eigen tijd, zo schreef Dooyeweerd. Inderdaad, want vooral in zijn visie op de ontwikkeling van de cultuur komt een sterk Westers (ook wel aangeduid als ,,etnocentrisch") aspect naar voren. Het kernmoment van de cultuur-historische ontwikkeling noemt Dooyeweerd de macht, controle of beheersing. En zo schetst hij de ontwikkeling van gesloten,,,primitieve" cultuur, naarde Westerse als een vooruitgang. In dezelfde lijn ligt het als hij ,,het geloofsleven (in) zijn mytische godsdienstige vormen" als iets negatiefs aanduidt, terwijl juist in de hedendaagse theologie en geloofsbeleving van de Christen het mythische weer als iets positiefs wordt herontdekt. Kortom: er is een aantal punten waarin conflictstof ligt. Waaruit ook kan blijken dat er toch een — in de dertiger jaren begrijpelijk — Westers vooruitgangsgeloof verborgen ligt. Daarom : een Christelijke wijsbegeerte. Die stimuleert en ook herziening behoeft. Die vooral hernieuwd ,,vertaald" moet worden in onze hedendaagse situatie.n

354

vu-Magazine 12 (1983) 9 oktober 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 424

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's