GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 54

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

aantal arbeidsuren per jaar is te voorzien, dat deze mensen nooit een langere werkweek zullen krijgen. Om nu te voorkomen dat er twee categorieën werknemers ontstaan, kan men beter alles terugbrengen tot 32 uur. Dat geeft meteen de extra personeelsruimte die nodig is om die jongeren aan een baan te helpen. Bij reduktie van de werkweek tot slechts 36 uur ontstaan er te weinig vacatures en komt er geen jongere in. Dat is niet alleen slecht voor de jongeren zelf maar ook voor de organisatie. Door de inbreng van nieuwe mensen met frisse ideeën blijft de organisatie levend. Dat geldt stellig voor de wetenschap, die het bij uitstek moet hebben van jonge, enthousiaste mensen.

Wachtgeld en rechtspositie Wat zijn nu de consequenties voor. personeel en schatkist, wanneer we het ontslag van een groot deel van de 3.000 mensen, werkzaam bij het wetenschappelijk onderwijs, vergelijken met een algemene verkorting van de werkweek tot 32 uur. Ontslagprocedures maken deel uit van de rechtspositieregeling voor ambtenaren. Deze ligt vast in de ambtenarenwet en uitvoeringsmaatregelen als het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en het Rijkswachtgeldbesluit. Hoewel de positie van VU-personeel niet identiek is aan die van Rijksambtenaren, is dit personeel wel ambtenaar in de zin van de pensioenwet en kan het hier als zodanig worden opgevat. Bij gedwongen ontslag krijgt een ambtenaar wachtgeld. Dat is een percentage van het salaris, dat langzaam daalt van 100 % tot 70 % van het laatst genoten salaris. De duur van het wachtgeld hangt af van de leeftijd en van het aantal dienstjaren. Voor iemand van 35 met 10 dienstjaren is het 4 jaar en voor iemand van 45 met 20 dienstjaren duurt het zelfs tot het pensioen. Het is de bedoeling dat de werkloze ,,wacht" totdat hij of zij een andere baan vindt. De ambtenarenregeling kent (nog) geen gedeeltelijk gedwongen ontslag. De wachtgeldregeling voor ambtenaren is niet ontworpen voor de grootscheepse ontslagen (tot 10 % van het totale personeel) die we nu voor de boeg hebben. Voor verreweg de meeste van de ontslagenen zal immers gelden dat ze kunnen wachten tot Sint Juttemis voor ze weer een baan vinden in hun eigen branche. Dat betekent, dat de overheid het wachtgeld voor een aanzienlijk deel

48

Een cartoon die Arend van Dam al in '77 tekende voor VU-magazine en die nog actueel is. Het gaat nü alleen om het inleveren van salaris én arbeidstijd!

(bij voorbeeld de helft) van 3.000 mensen gedurende vele jaren moet uitbetalen. Het ligt voor de hand dit geld te gebruiken om een regeling te ontwerpen voor gedeeltelijk ontslag. Men kan een schatting maken van de kosten van de wachtgeldregeling voor de helft van de 3.000 mensen die niet meer aan de slag komen. Laten we aannemen, dat de overheid het belang inziet van de arbeidstijdverkorting tot 80 % op grond van de hierboven aangevoerde argumenten. Dan zal de overheid bereid zijn het uitgespaarde wachtgeld te gebruiken om de gevolgen van het gedeeltelijke ontslag van het zittende personeel op te vangen. Wij denken daarbij aan zaken als het behoud van het pensioen op het oorspronkelijke niveau, het behoud van sociale uitkeringen op een behoorlijk niveau en het aanvullen van de salarissen van mensen met een minimumloon. Voor de laatste categorie zal een salarisvermindering tot 80 % namelijk een moeilijke zaak zijn. De precieze verdeling van het geld is een zaak van nader onderhandelen tussen overheid, universiteiten en vakbonden. Het aantrekkelijke voor de overheid is dat deze ,,arbeidsplaatsen overeenkomst" geen geld kost. Er blijft zelfs geld over omdat er méér mensen aan het werk zijn en er dus bespaard kan worden op werkloosheids- en bijstandsuitkeringen. Voor het huidige personeel is een werkweek van 4 dagen op het eerste gezicht moeilijk te verteren. Velen met een vaste aanstelling zullen zichzelf voor onmisbaar houden en het ondenkbaar achten dat zij ontslagen worden. Wanneer men de ernst van de bezuinigingen beseft, dan zal men de volgende redenering maken. Bij inkrimping van het personeel met 10 % is de kans op ontslag iets kleiner dan 1 0 % vanwege het ,,natuurlijke verloop". Bij een algemene werktijdverkorting van 20 % is men gemiddeld

slechter uit. Om de regeling aanvaardbaar te maken zal naar onze mening de overheid in de bedoelde arbeidsplaatsenovereenkomst ook een garantie moeten opnemen dat het nu zittende personeel de eerste tien jaar niet opnieuw met een ingrijpende arbeidstijdverkorting zal worden geconfronteerd. Daarnaast kan een hardheidsclausule worden opgenomen voor die mensen die door de regeling in bijzonder grote moeilijkheden komen. Het geheel van deze maatregelen zal — voor zover die geld kosten — uit het uitgespaarde wachtgeld moeten worden betaald. Hef nu zittende personeel krijgt dan het volgende terug in ruil voor de arbeidstijdverkorting: een vrije dag, enige zekerheid tegen ontslag, enige pensioenaanspraken en sociale zekerheid. Daarbij komt dat de werksituatie door instroom van nieuwe mensen ;, verfrist" en de carrière-mogelijkheden vergroot worden. Ook hogere functionarissen moeten immers 20 % van hun taken afstoten, die dan ten dele door anderen kan worden overgenomen.

Haalbaarheid Een ingrijpende en nieuwe maatregel als gedeeltelijk ontslag voor een kleine 30.000 mensen bij het wetenschappelijk onderwijs — degenen met een deeltijdbaan natuurlijk niet meegeteld — kan slechts worden uitgevoerd wanneer deze een grote mate van instemming geniet. Het gaat dan in de eerste plaats om de instemming van de werkenden bij de universiteiten zelf. Zij zijn vertegenwoordigd door de Colleges van Bestuur en de Universiteits-en Hogeschoolraden. In maart komen de Colleges van Bestuur met een plan voor taakverdeling. Op grond van hun eerdere uitspraken kan men hopen dat in dit plan tenminste een sociale paragraaf voorkomt waarin rekening

vu-Magazine 12 (1983) 2 februari 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's