GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 228

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 228

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

heden gepredikt. De martel- en moordpraktijken van de tegenwoordige militaire nationale veiligheidsstaten zijn mede een secularisering van deze opvatting inzake de kerkelijke missie. Een secularisering die in Latijns-Amerika door de desbetreffende legervicarissen echter weer in sacralisering wordt omgezet. God wil het! En met deze régimes onderhoudt de roomskatholieke kerk relaties van officiële samenwerking. Ook ten aanzien van de erkenning van de feilbaarheid van de kerk hebben de Hervormers zelf de weg gewezen. Zij hebben dat gedaan in hun theologie: door hun onderscheid tussen de,,onzichtbare" kerk enerzijds en de,,zichtbare" en feilbare kerk anderzijds. Zij hebben dat ook gedaan in hun leven en door hun belijdenissen. Naar aanleiding van Calvijns sterven schrijft de Franse kerkhistoricus De Lumeau: ,,Hij die in 1543 een polemisch tractaat had geschreven waarin ironisch de vraag werd gesteld naar een Inventaris van alle heilige lichamen en reliquiën die er bestaan in Italië, Frankrijk, Duitsland, Spanje en andere rijken, vreesde dat zijn grafsteen zou kunnen veranderen in een bedevaartsplaats. Zijn lichaam, in een jas van ruwe stof gewikkeld, werd naar de begraafplaats gebracht zoals hij verzocht had, zonder toespraken of liederen. Geen enkel teken wijst de plaats aan waar hij werd begraven." Het komt mij voor dat er een geestelijk verband bestaat tussen het bestaan van een monument voor Servet en het ontbreken ervan op het graf van Calvijn. Die beide feiten samen vormen een aanwijzing hoe met de traditie van de Hervorming om te gaan. Een laatste opmerking moet dit gedeelte nog besluiten. De reformatorische belijdenisgeschriften, die zozeer een eigen leven zijn gaan leiden, moeten niettemin worden gezien in hun historische situatie. Zij hadden vooral politieke betekenis. Dit geldt niet alleen voor stukken als de Augsburgse Geloofdsbelijdenis; zelfs Calvijns Institutie was een presentatie voor de vorst. Wat hun intern-kerkelijke confessionele betekenis betreft, mag niet uit het oog worden verloren, dat zij in belangrijke mate polemisch waren, een antwoord op een bestreden gezichtspunt, of een doctrinaire uitwijding over punten waarover verschil van mening bestond. Daardoor waren zij, om zo te zeggen, in feite een co-produktie van hen die ze op schrift stelden én van hen tegen wie ze waren gericht. Op deze wijze werden de confessie-

198

Maarten Luther

schrijvers in veel opzichten gedwongen om te trachten in formule te brengen wat in laatste instantie een niet te formuleren, een niet vorm te geven geheimenis is. Deverschillen tussen de oudkerkelijke credo's en de moderne belijdenisgeschriften die sinds de tijd van de Hervorming zijn verschenen, zijn naast de politieke en polemische bedoelingen die er achter steken, bepaald door de identiteitseisen die werden gesteld aan de nieuwe kerken, nadat zij eenmaal hervorming voor afscheiding hadden verwisseld. ,,Men zal", zegt Mönnich, ,,zulke diplomatieke stukken als de zestiendeeeuwse confessies niet eenvoudig als rechtstreekse uitingen van een bepaalde geloofsovertuiging mogen Calvijn

hanteren. Dat zij weldra een symbolische waarde hebben gekregen, waarbij het feit van de confessie belangrijker was dan haar inhoud, moet ook worden erkend. Geboren als officieel aanvaard instrument van een groep in een bepaalde politieke strijd, weldra beladen met de emoties over de heroïek der voortrekkers, ten slotte het heilig erfdeel der vaderen: veel meer dan de antieke Credo's — liturgische stukken — zijn de belijdenisgeschriften van de zestiende en de zeventiende eeuw groepssymbool geworden. " Deze noodzaak van publieke zelfdefinitie heeft met zich meegebracht dat in deze belijdenisgeschriften op tragische wijze elementen uit de belijdenis van het christelijk geloof tijdelijk uit de formuleringen werden buitengesloten. Het ging immers om de toen actuele strijdpunten alleen. Wanneer deze codificeringen van het belijden, die op een tijdgebonden wijze toch trachtten te spreken vanuit de kern van de bijbelse boodschap, een star karakter krijgen, dan wordt deze zelfdefinitie onherroepelijk een zelfverarming, die alleen door een voortdurende ,,nadere reformatie" kan worden doorbroken. Maar ook dat is in de geestvan de Reformatoren: eclesia semper reformanda de kerk blijft steeds genoodzaakt ge-reformeerd te worden. In diezelfde geest kunnen we ook vandaag trachten de diepe, nog steeds geldende zin van de Reformatie aan te boren in die tijdgebonden formuleringen.

vu-Magazine 12(1983) 5 mei 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 228

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's