GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 368

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 368

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frank R. Boddendijk

Kunsten en wetenschappen Toen ik, nu al weer jaren geleden, politicologie ging studeren aan de VU kon ik mij nauwelijks een voorstelling maken van wat wetenschap in het algemeen en politicologie in het bijzonder nu precies inhield. Laat staan dat ik mij druk kon maken over de vraag of politicologie nu wel een échte wetenschap was zoals de natuurwetenschappen — ofwel een ,,sc/ence" in de terminologie van de Angelsaksen — dan wel behoorde tot de groep van cultuurwetenschappen—de zgn. ,,a/ts" — welke door de natuurwetenschappers in de regel als een stieifkind der wetenschap behandeld werden. Een dergelijk onderscheid tussen kunsten en wetenschappen kon ik indertijd überhaupt niet bevatten. Wél had ik de indruk dat wetenschap iets met kunst te maken had. Het kon toch niet toevallig zijn dat in mijn toenmalige woonplaats niet alleen een ministehevan Onderwijs, Kunsten & Wetenschappen maar bovenal een K&W-gebouw gevestigd was. En kunst interesseerde mij, dus zou het met de wetenschap ook wel loslopen Kunst had ik leren begrijpen én waarderen als de meest individuele uitdrukking van de meest individuele gevoelens zoals bij voorbeeld als volgt óoor Marsman in zijn gedicht „Heerscrter" verwoord is:,, Hij stond Atoom en kosmos beide I En tieerschend was in ertsen greep / Over den werveldans der elementen / D'ivoren glimlach van den stillen knaap". Van wetenschap had ik daarentegen de indruk dat gevoelens en

314

personen niet meetelden; hetging in de wetenschap immers om de enige en dus juiste waarheid die hieren nu en altijd en overal voor iedereen geldig was, is en zou zijn? Maar iemand die naarverbanden zoekt, vindt ze ook. Vanuit mijn belangstelling voorde kunst — en de Nederlandse literatuur in het bijzonder — zag ik aanknopingspunten tussen kunsten hetobject van de politicologie, namelijk de politiek.,, 7acA)f/gers " en ,,Neo-Tachtigers" waren immers in hun verzet tegen de Jan-Sa//egeesf van hun tijd en de afschuwelijke domineespoëzie betrokken geraakt bij allerhande socialistische experimenten. Lees er de werken van, en biografieën over mensen als Frederik van Beden Frank van der Goes, Herman Gorter, Nescio en Henriëtte Roland-Holst maar op na. Helaas bleek in de praktijk van het eerste studiejaar geen sprake te zijn van een duidelijke relatie tussen kunsten en wetenschappen. Het eerste boek waarover ik getentamineerd werd bleek dan wel door een zekere firecA7f geschreven te zijn, maar hij was niet eens familie van Bertolt. En bovendien bleken mijn jaargenoten niet in kunst geïnteresseerd te zijn, maar des te meer in partijpolitiek, ofwel de>ARP — waar ik overigens een zwak voor had (en nog steeds heb). Van wetenschap begreep ik in die tijd bovendien weinig. Ik volgde colleges in wiskunde, statistiek, sociologie, sociografie, psychologie, geschiedenis van niet-wes-

terse volkeren, moderne geschiedenis, sociaal-economische geschiedenis, geschiedenisvan politieke ideeën én politicologie. En ik slaagde in de regel voor mijn tentamens. Maar ik had grote moeite om aan vertegenwoordigers die zo vriendelijk waren mij een lift aan te bieden naar mijn woondan wel studeerplaats uit te leggen wat politicologie nu eigenlijk betekende. En hoewel ik menigmaal toegaf dat het in feite een opleiding was voortoekomstige burgemeesters en andere politici, geloofde ik het zelf niet. Later ontdekte ik, dat ik beter kon vertellen dat ik ,, Frans "studeerde; dan konden wij ten minste over sport en TV praten, al wist ik daar ook weinig van. Dat ik gedurende mijn studie toch nog ben gaan begrijpen wat politicologie betekende, of, liever gezegd, zou kunnen betekenen, was vooral de verdienste van onze hoogleraar politicologie. Je kunt natuurlijk zeggen dat hij voor dat klusje betaald werd. Maar zo simpel ligt dat niet. Heel kort gezegd definieerde hij de politicologie als de wetenschap die de politiek op wetenschappelijk verantwoorde wijze bestudeert, terwijl hij ,,politiek" omschreef als de menselijke inspanning t.b. v. het vormgeven aan de toekomst van de eigen samenleving. En dat werd hem niet bepaald in dank afgenomen. Veel politicologen beperkten zich indertijd tot de studie van het uiterlijk waarneembaar (politiek) gedrag van hun medemens. En dat door hen waargenomen gedrag werd verklaard als een

noodzakelijk gevolg op de aan dat gedrag voorafgaande, oorzaken. Kortom, de mens danst naar het pijpen van buiten hem/haargelegen zaken, zoals een rat op een gegeven ogenblik bij een T-splitsing in zijn kooi naar links gaat in de hoop daar voedsel te vinden nadat hij ettelijke malen daarvoor ervaren had dat een ombuiging naar rechts slechts electrische schokken opleverde. De karakteristieke bijdrage van onze hoogleraar politicologie aan zijn vak — én aan de wetenschap in het algemeen — lag hem in het feit dat hij de mens niét opvatte als een willekeurig product van buiten hem liggende oorzaken, maar als zelfstandige producent van gevolgen: de mens geeft zélf vorm aan zijn eigen toekomst, en daarmee indirect aan de toekomst van de hele samenleving. En juist door deze scheppingskracht onderscheidt de mens zich van andere diersoorten. Toen ik na jaren -dat geef ik eerlijk toe — deze opvatting van ons vak niet alleen geleerd had maar ook begreep, realiseerde ik mij eveneensdat kunsten en wetenschappen, ofwel cultuuren politicologie, toch veel gemeenschappelijks hadden,ondanks het schijnbare tegendeel. Cultuur is hetgeen overblijft van de natuur na menselijk ingrijpen en dient overigens als doelbewust verstaan te worden, tenzij er bewijs is van het tegendeel Wetenschap is een specifiek onderdeel van de, op die wijze gedefinieerde cuituur(denk bv. aan,,Hiroshima"); kunst overigens ook (denk maar aan Picasso s „Guernica"). Mensen grijpen bewust in, in de gang der dingen — ook al zeggen ze soms dat ze het,,nicht gewusst haben". Dus ook in de politiek. Wanneer we daar niet meer vanuit kunnen gaan, heerst het recht der sterkste, die in het lanc der blinden koning IS

VU-Magazme 12 (1983) 8 september 198:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 368

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's