GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 222

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 222

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ken en ontwapenden staat geen hulp heeft verleend. Geen nieuwe oorlog Een nieuwe oorlog — zoo vervolgde de Rijkskanselier — zou evenwel geen oplossing der hangende vraagstukken kunnen brengen, hij zou integendeel den economischen nood nog vergrooten, en leiden tot een nieuwen chaos en nieuwe tegenstellingen, een nieuwe crisis, nieuwe offers, nieuwe onzekerheid, nieuwen nood. (Hier werd spreker door den Rijksdag stormachtig toegejuicht).)Het volgende — aldus spr. — wil ik namens het Duitsche volk en de Duitsche Regeering verklaren: Duitschland heeft ontwapend. Het heeft alle in het vredesverdrag opgelegde verplichtingen ver over de grenzen van elke mogehjkheid, ja zelfs van de rede, vervuld. Zijn leger bedraagt 100.000 man, de sterkte en het karaktervan de politie zijn internationaal geregeld. Duitschland — aldus Hitler — zou ook verder bereid zijn zijn geheele militaire inrichting op te heffen en de kleine rest van wapenen te vernietigen, indien de naburige Staten hetzelfde zouden doen. Duitschland is verder bereid af te zien van alle aanvalswapenen, indien binnen een bepaalde tijdruimte de bewapende naties ook harerzijds deze aanvalswapenen vernietigen en door een internationale conventie de gebruikmaking ervan wordt verboden. Met dankbaarheid gewaagde Hitler van de boodschap van president Roosevelt. Ook Duitschland acht, dat er thans nog slechts één groote taak kan bestaan: den vrede der wereld te verzekeren. Maar spr. had een aanmerking. Hij gevoelde zich verplicht te constateeren, dat de reden voorde bewapening van Frankrijk en Polen onder geen omstandigheden de vrees van deze naties kan zijn voor een Duitschen aanval.

192

Regeeringsverklaring van het Crisiskabinet- Colijn 31 mei — Het nieuwe Kabinet heeft met bekwamen spoed aanraking met de Staten-Generaal gezocht, ten einde een uiteenzetting te geven over de richting van het te verwachten Regeeringsbeleid. Een uitvoerige bespreking van de afgelegde verklaring lijkt ons overbodig. Ze is, zoals men wel verwachten kon, klaar en duidelijk. Althans op de hoofdpunten. Want terecht werd gezegd, dat de tijd om in onderdeden van het beleid af te dalen, nog niet gekomen is. Over den economischen toestand, over de werkloosheid, wordt er in gehandeld. Ook de handhaving van het gezag werd niet vergeten. Met nadruk wordt er op gewezen, dat de handhaving daarvan geacht wordt tot de eerste plichten der Overheid te behooren. Vandaar dan ook de nadrukkelijke steun in den rug voor de plaatselij ke Overheid, waarin tevens een aanmaning ligt opgesloten voorde plaatselijke autoriteiten, om ten deze hun plicht te verstaan. We mogen nu hopen, dat vormen van terreur, zooals die den laatsten tijd hier en daar voorkwamen — men denke ook aan de zgn. huurstakingen — voortaan sterk zullen afnemen. Ook het in uitzicht gestelde optreden tegen het extremisme, van welken kant dat ook komt, verdient toejuiching. Aangenaam treft voorts het ruime standpunt, dat ten aanzien van de steunmaatregelen voor het bedrijfsleven ingenomen wordt. Elk doctrinair gezichtspunt is hier vermeden. Wordt eenerzijds, geheel in de lijn van ons A.R. verkiezingsmanifest, getuigd, dat te Londen krachtig zal worden meegewerkt aan de verwezenlijking van de denkbeelden van President Roosevelt, aan den anderen kant wordt óók heel duidelijk gezegd, dat aanpassing van ons bedrijfsleven aan de zoo sterk gewijzigde economischen wereldstructuur onvermijdelijk is en dat, ter bereiking van dat doel, geen enkele vorm van steun reeds vooraf

ter zijde mag worden gesteld, dus ook niet een eventueele wijziging in onze handelspohtieke methoden. Dat de oplossing van het werkloosheidsvraagstuk allereerst gezocht worden in verheffing van het bedrijfsleven is logisch gedacht. Daarom ook moet aan die verheffing zooveel zorg worden besteed. Eerst daarna komen dan de werkverruiming en werkverschaffing als middelen tot leniging van den nood der werkloosheid. Van hoeveel belang deze ook kunnen zijn, metterdaad blijven het toch slechts aanvullende middelen. Al-

leen opbloei van het bedrijfsleven kan ons verlossen uit het diepe moeras. Aangenaam doet het aan, dat ook dit Kabinet de Christelijke volksneigingen als een sterk en bestendig element in ons volksleven erkent en dat het verklaart in zijn beleid daarmee te zullen rekenen. Het was van dezen minister-president eigenlijk wel niet anders te verwachten, maar aan de ongewone saamstelling van het Kabinet moest men toch eerst nog even wennen. Het was niet de aUereerste gedachte, die opkwam, dat dit Kabinet zoo onomwonden zich zou uitspreken over de beteekenis der Christelijke volksaspiraties voor ons volksleven. Verklaarbaar en noodzakelijk is daarnevens de mededeeling, dat men elke toesplitsing op pohtiek en geestelijk terrein zal hebben te mijden nu men2ich gemeenschappelijk opmaakt tot het ondernemen van een gewichtige nationale taak.

De Joden in Opper-Silezië 31 mei — De Volkenbondsraad heeft zich bezig gehouden met de bekende petitie van den Joodschen handelsbediende Bernheim tot opheffing van zekere wettelijke bepahngen van het Rijk en Pruisen in Opper-Silezië. Onder groote aandacht heeft daarna Paul Boncour een verklaring afgelegd, waarin hij betoogde, dat de Raad van den Volkenbond niet de rechten kan laten vertrappen van een ras, dat over de geheele wereld verspreid is. Frankrijk heeft als eerste staat in de Fransche revolutie de Joden van de drukkende bijzondere bepalingen bevrijd. In gelijken zin en met gelijke standvastigheid staat Frankrijk ook thans nog op dit standpunt. Op de Conferentie te Ver-

sailles heeft Duitschland het sluiten van verdragen ter bescherming der minderheden doorgezet en zich verplicht in eigen land de rechten der minderheden op dezelfde wijze te eerbiedigen als Duitschland van andere staten bescherming van de Duitsche minderheden eischte. De Poolsche gedelegeerde Graaf Raczynski hield vervolgens een felle rede tegen de gebeurtenissen in Duitschland. De Raad besloot daarop tot het instellen van een juridische commissie en 48 uur na het binnenkomen van het rapport der juridische commissie voor het nemen van een definitieve beslissing in het gevalBernheim weer bijeen te komen.

vu-Magazine 12(1983) 5 mei 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 222

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's