GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 111

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 111

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omkering Het zijn geen incidenten, hier genoemd om de medische stand aan de schandpaal te zetten. De voorbeelden maken duidelijk dat het om een structureel verschijnsel gaat. Een onderzoek uit '77 heeft aangetoond, dat niet de hoeveelheid aandoeningen en afwijkingen dat in een bepaald gebied voorkomt bepaalt hoeveel operaties worden uitgevoerd, maar het aantal chirurgen ter plaatse. Dat — zoals uit weer ander onderzoek bleek — in Hamburg relatief meer blinde darmen werden verwijderd dan in Sheffield bleek niet samen te hangen met een verschil in het aantal ontstekingen in beide plaatsen, maar met de hogere opleidingseisen in de Duitse havenstad. Voor Kimsma zijn dit even zovele argumenten om de vanzelfsprekendheid aan te vechten van de vastgeroeste veronderstelling dat toename van omvang en kwaliteit van de gezondheidszorg direct te maken heeft met het afnemen van het aantal ziekten of met een daling van de sterfte. Hij is overtuigd van het tegendeel: de gedachte dat medische voorzieningen en ingrepen een doordacht en beredeneerd antwoord vormen op het ,,ziekte-aanbod" vanuit de samenleving is gebaseerd op drijfzand. De voorbeelden geven aan dat eerder sprake is van een omkering van de economische wet van vraag en aanbod. Kimsma: ,,inderdaad. Het omgekeerde is waar. De blote aanwezigheid van dokters betekent dat er gesneden wordt." En daarmee staat de rationaliteit van het medisch handelen danig op de tocht. Het is overigens niet de enige reden waarom de wetenschappelijkheid en de ,,objectiviteit" van dat handelen een ferme knauw krijgt. Kimsma wijst op andere onuitgesproken vooronderstellingen waarvan de vanzelfsprekendheid door de feiten wordt ondermijnd. Dit is bij voorbeeld het geval met de gedachte dat gezondheid inhoudt dat men vrij is van stoornissen en klachten en dat die toestand „normaal" zou zijn. Niets blijkt minder waar. Verschillende onderzoekingen hebben uitgewezen dat niet gezondheid maar ziekte „gewoon" is. Het zogenaamde Peckham Experiment waarbij 4.000 mensen werden onderzocht, bracht bij 90 % van de systematisch onderzochten klachten en afwijkingen aan het licht waarvoor medische hulp zou kunnen worden ingeroepen. Een ander onderzoek had tot resultaat dat van een representatieve groep 80 % geestelijke en gedragsstoornissen vertoonde. Ziekte is alom tegenwoordig, poneert medisch socioloog Zola niet voor niets in zijn,,Medische macht".

Loterij zonder nieten Een andere irrationaliteit binnen het medisch handelen, zo stelt Kimsma vast, is de ,,baat het niet, het schaadt ook niet-theorie". De nauwelijks bespreekbare gedragscode die hieraan ten grondslag ligt luidt dat het beter is om te veel dan te weinig onderzoek aan een patiënt te doen, hetgeen overigens ook geldt voor het therapeutisch handelen. Een arts zal liever de hele toverdoos van het medische kunnen over de patiënt uitstorten, dan het risico te lopen ook maar een griemel van een symptoompje over 't hoofd te zien. Wordt er bij die onderzoeken iets gevonden dan heeft de dokter gewonnen en de patiënt niets verloVU-Magazine 12 (1983) 3 maart 1983

ren; is het resultaat van 't onderzoek nihil dan heeft de dokter z'n uiterste best gedaan en smaakt de voldoening van de nauwkeurigheid, terwijl de patiënt met opgeluchte zekerheid huiswaarts keert in de wetenschap dat, ook nadat al het mogelijke gedaan was, niets gevonden is; hetgeen dan overigens nog niet betekent dat de klachten verdwenen zijn. Met andere woorden: het is een loterij zonder nieten. Verliezen kan niet! Toch steekt die conclusie nogal schril af tegen de resultaten van allerlei onderzoek waaruit blijkt dat de groep grondig „gescreende" deelnemers geen betere overlevingskansen hebben dan de minder grondig beklopte en betaste deelnemers. Deze „no-lose"theorie blijkt dus in het luchtledige te hangen, maar is er wél mede oorzaak van dat artsen eerder geneigd zijn iets als ziek dan als gezond te beschouwen. En dat is precies 't omgekeerde van wat in de rechtspraak gebruikelijk is. Daar is iemand nog onschuldig zolang de schuld niet is bewezen...

iViagisclie icwaiiteiten Ook prof. dr. J. van der Meer, VU-hoogleraar in de inwendige geneeskunde, zag bij gelegenheid van zijn ambtsaanvaarding in 1977 heel duidelijk tekortkomingen in het medisch handelen. Hij stelde zich echter teweer tegen ,,anti-wetenschappelijke tendenzen" die het functioneren van de officiële geneeskunde en met name het toepassen van medische technologie kritiseerden. Naar zijn mening werd het diagnostisch en therapeutisch falen niet veroorzaakt door een teveel, maar door een tekort aan ,, wetenschap". Kimsma deelt die opvatting niet. Hij stelt dat medisch werk baat vindt bij een beredeneerde en doordachte manier van werken. Maar met de toepassing van steeds meer technische middelen is het probleem van de omkering van vraag en aanbod niet opgelost. Een aanpak voor de technologische wildgroei in de medische zorg komt daarmee geen stap dichterbij. Integendeel. Kimsma:,, Typerend voor de kijk van de meeste artsen is, dat techniek in hun ogen per definitie een goed ding is: mijn denken is een spiegel van de werkelijkheid en de techniek helpt mij om die werkelijkheid beter te doorschouwen. Dat geldt misschien vooreen boer die met de grond omgaat — al heb ik ook daar mijn twijfels over — maar 't geldt zeker niet in de geneeskunde waar artsen en patiënten over en weer verwachtingen van elkaar hebben. Steeds meer techniek doorkruist die verwachtingen, schuift als 't ware in tussen patiënten arts." Hoe dat gebeurt illustreerde Kimsma tijdens de forumdiscussie op de VUSA-dag door aannemelijk te maken dat de techniek de arts in staat stelt om het spreken met de patiënt over het aanstaande sterven voortdurend uitte stellen, zolang deze steeds nieuwe onderzoekstechnieken toepast. Dit, terwijl de patiënt denkt: zolang ze nog onderzoek doen en met me bezig zijn, hebben ze me nog niet opgegeven. Kimsma: ,,De techniek heeft magische kwaliteiten. En als je dat niet invoelt dan zul je ook niet begrijpen waarom er zoveel onnodig onderzoek wordt gedaan. Kijk, in de geneeskunde zijn de meeste natuurwetenschappelijke technieken op de snelst mogelijke manier binnengetrokken en zonder slag of stoot geaccepteerd. De microtechniek, de chips, noem maar op. Er is geen terrein, of het zou de ruimtevaart moeten zijn, dat zich op dergelijke wijze heeft open-

101

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 111

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's