VU Magazine 1985 - pagina 112

Prof. mr. dr. D. C. Mulder met emeritaat

Grote belangstelling was er vrijdag 25 januari in de VU voor het afscheid van prof. mr. dr. D. C. Mulder, die met emeritaat is gegaan. Veel zendingsmensen maakten z'n afscheidscollege mee maarookwasereen delegatie van de Indonesische Raad van Kerken. Van een van de leden daarvan, Simatupang.waszojuistde Nederlandsevertaling uitgekomen van het boek dat hij indertijd schreef over de guerilla-oorlog, die hij als chefstaf van het Indonesische leger tegen de Nederlanders voerde op Midden-Java. Dat was ook het gebied waar prof. Mulder nadien jarenlang heeft gewerkt. De gehele wereld heeft prof. Mulder bereisd, maar Yogja en omgeving is een gebied waar in zijn Indonesische periode (1950-1965) bijzondere banden mee ontstonden, zo werd in de afscheidsbijeenkomst opgemerkt.

De vele reizen dienden vooral voor het voeren van een "dialoog" met andere godsdiensten. Geen woord komt zo veelvuldig voor in prof. Mulders publikaties als dit. Tijdens zijn hoogleraarschap aan de VU heeft hij zich daar sinds 1965 voortdurend mee bezig gehouden. Hetwoord komtookvoorin de titel van de afscheidsbundel, die hem werd aangeboden ("Religies in nieuw perspectief — studies over interreligieuze dialoog en religiositeit op het grondvlak") en uiteraard ging z'n afscheidscollegeerover. Is er in de godsdiensten der wereld een gemeenschappelijke basis voor de interreligieuze dialoog ("alle geloven op één kussen"), was de vraag, die hij opwierp. Vele volgestempelde paspoorten hadden niettoteen simpel

90

ja of nee geleid, zo bleek uit het afscheidscollege. In de mystiek kan de basis niet liggen, stelde prof. Mulder, want afgezien van het feit dat er een grote variatie van mystieke ervaringen bestaat, is er religiezonder mystiek. Kan zij dan liggen in de aanwezigheid van geloof?

Alle geloven op één kussen? Maar geloof is altijd intentioneel, geloof in iemand of iets en daarom scheidt geloof veel meer dan het verbindt. Wat wel gesteld kan worden, aldus prof. Mulder, is dat in alle religies geloof in een "andere werkelijkheid" voorkomt, doch de inhoud daarvan wordt telkens anders ingevuld. Tot een louter negatief antwoord

kwam hij niet op de opgeworpen vraag. Ten eerste is er onder mensen het algemene besef van tekort, van bedreigd-zijn, van onheil. Het antwoord wordt in godsdiensten gezocht in die (vermeende, geloofde) andere werkelijkheid. Als we vervolgens rekening houden met het feit dat mensen elkaar in naam of geïnspireerd door hun godsdienstige overtuigingen en ervaringen onnoemlijk veel kwaad hebben gedaan en nog steeds doen, dan kan gesteld worden dat het altijd zinvol is dat mensen met elkaar in een positieve ontmoeting komen, respect voor elkaar leren krijgen, misverstanden, waanvoorstellingen en vijandbeelden te boven komen, kortom in dialoog met elkaar treden. Het heeft daarbij bovendien zin dat juist gelovigen met elkaar in dialoog treden; zij hebben elkaar in naam van hun godsdiensten vervolgd, veracht, gediscrimineerd, gedood (en doen dit vandaag nog steeds) en zij moeten leren om met elkaar samen te leven en te werken.

vu-Magazine 14 (1985) 3 maart 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen