GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 395

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 395

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

^•1

mogelijkheid om te ontsnappen aan grootscheepse landhervormingen. In Arnhem In de jaren tussen 1963 en 1967 voerden het Nederlandse bedrijf Ilaco (International Land Development Consultants) te Arnhem en Acres een verkennende studie uit naar het irrigatiepotentieel aan de benedenloop van de Tana-rivier. Een tussenrapport eind 1965 raamde de kosten per ha viermaal zo hoog als aanvankelijk gebeurde. Een onafhankelijke waarnemer typeerde de resultaten als zeer teleurstellend en eigenlijk geen verder onderzoek rechtvaardigend. Deze conclusie trok de overheid niet. Men ging door. Nederland werd financieel betrokken bij de zaak. De overeenkomst tussen Nederland en Kenya werd getekend voordat het eindrapport van Ilaco/Acres was uitgekomen. De niet zo voor de hand liggende aanbevelingen in het eindrapport om de zaak nog wat uit te breiden legde Kenya naast zich neer. "De tot dan toe uitgevoerde landher-

Irrigatiekanaaltje in het Bura-project in Kenya

vormingen droegen althans voorlopig bij aan een politiek stabiel klimaat", meldt De Leeuw. "Na 1970 begon landloosheid opnieuw een bedreiging te vormen voor de stabiliteit van het regiem". Nieuwe studies worden gemaakt. Tot 1975/76 is de Ilaco daarmee beiast. Eerst wordt gedacht aan een 4.000 ha project nabij Bura, daarna volgt een studie voor een project van plm. 14.000 ha. De prioriteit, die Kenya aan de zaak begon te geven kon o.a. afgeleid worden uit het feit dat de president het project met name noemde in zijn toespraak tijdens het tien-jarig onafhankelijkheidsfeest, december 73. Ook nadien stak de Kenyaanse overheid prestige in het project door het enkele malen als een voorbeeld te noemen van haar betrokkenheid met het lot van de landlozen en armsten. "Westers" Overigens was het project een overwegend "blank" zaakje. Over eigen deskundigheid beschikte Kenya niet. Zelfs in de National Irrigation Board, die instantie, die met het

project te maken had, werkte in 1976 geen enkele Kenyaanse ingenieur. Altijd maar weer schakelden donorlanden buitenlandse deskundigen en adviesbureaus in met als kwalijk gevolg dat daardoor de ontwikkeling van Kenyaanse expertise geblokkeerd werd. Stap voor stap gaat De Leeuw in zijn studie na wat er in de voorbereidings- en uitvoeringsfase is gebeurd. De rode draad die door het hele drama loopt is dat kennelijk alle deskundigen er belang bij hadden telkens weer nieuwe cijfers op papier te zetten die rekensommen opleverden met een positieve uitkomst. Realistisch lijkt dan ook De Leeuws aanbeveling in het slothoofdstuk om in het planningsproces een aantal mechanismen in te bouwen om ook de adviseurs, de Wereldbank en eventueel andere donoren risico te laten dragen. Nu draaien alleen de pachters en Kenya voor de rampzalige gevolgen op. De westerse partijen blijven buiten schot en ze zien — tot ergernis van De Leeuw — daarna ook nog kans om Kenya (de National Irrigation Board) tot zondebok te maken. Al in een vroeg stadium (1973) concludeert konsultant Ilaco "het project is haalbaar". Zijn de cijfers niet te rooskleurig? Benadrukt wordt door Ilaco dat in de analyse "hoogwaardig management" wordt verondersteld. De manager en zijn staf worden eigenschappen en praktijkervaring met irrigatieprojekten toegeschreven om van te watertanden. Maar bestaan die mensen ook? De Leeuw: "Strikt genomen zijn dit absurde eisen: personen die aan deze eisen voldoen zijn niet of nauwelijks voorhanden in Kenya". En daarmee stort de hele cijfertoren van de deskundige adviseurs in elkaar. De adviseurs Tot 1976 was de advisering over het projekt in handen van het Nederlandse bedrijf Ilaco. Daarna verdween deze van het toneel om plaats te maken voor een Britse konsultant MacDonald in Cambridge. De vervanging gebeurde mede op advies van de Wereldbank. In vergelijking met andere gebeurtenissen blijft deze aflossing in De Leeuws studie wat onderbelicht. Duidelijk is in ieder geval wel dat het niets te maken had met b.v. twijfel over de haalbaarheid van het project bij een van de betrokken partijen. De plannenmakerij gaat gewoon door. Vertragend werkt het inschakelen van een nieuwe konsultant wel. Ook worden veel zaken duurder. Zo wordt zonder duidelijke noodzaak een nieuwe (beweegbare) stuw ontworpen. Knap blijkt MacDonald wel in de presentatie van een en ander. De Leeuw: "Gedurende de onderhandelingen wist de konsultant haar ideeën op indrukwekkende wijze te presenteren: de deelnemers zagen voor hun ogen een stuk dor

325

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 395

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's