GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 385

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 385

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

religie een toonbeeld is van aanpassing aan de wereld, het gevolg van het uitblijven van de Wederkomst'. Uit mijn analyse kan geconcludeerd worden dat beide accenten hun realiteitswaarde hebben. In het licht van een heilshistorisch georiënteerde visie op de geschiedenis was het mogelijk zowel tot opbouw van de cultuur, tot activiteit in de samenleving te komen als tot een houding van vluchten uit de wereld. Beslissend daarbij is dat de middeleeuwse christelijke traditie nooit een zin aan historische en maatschappelijke activiteiten om huns zelfswil heeft toegekend. Ook waar de wereldlijke orde in positieve zin wordt opgevat, ontleent ze haar historische zin niet aan zichzelf, maar aan haar betekenis in een transcendent perspectief. De mens is altijd pelgrim, op weg naar de stad van de toekomst, de toekomst van God. Wie in de wereld zelf gelooft, mist dat beslissende perspectief en verzinkt, zoals Otto- Von Freising opmerkt, in het moeras. Hongersnood Ongetwijfeld is het zo dat het besef aan het einde van de tijd te leven meer pregnante vormen aanneemt wanneer ordeloosheid en onzekerheid toenemen. Een dergelijk eschatologisch bewustzijn is niet gebonden aan bepaalde jaren, bij voorbeeld het jaar 1000, maar aan concrete gebeurtenissen, zoals bij Otto von Freising in het jaar 1105, maar er zijn talrijke andere te noemen, bij voorbeeld de grote strijd tussen keizer en paus om de voorrang in de wereld, die bekend staat als de Investituurstrijd (+1050±1122), in de latere Middeleeuwen hongersnoden of pestepidemieën. Geschiedenis wordt onder andere geschreven om zulke zaken voor de toekomst te bewaren en niet aan de vergetelheid prijs te geven. Zo is de geschiedenis een les voor wie haar wil leren kennen. Beda Venerabilis (t 734) heeft deze pedagogische functie van de historiografie prachtig verwoord in de Proloog van zijn Kerkelijke Geschiedenis van de Stam der Angelen: "Ik respecteer met blijdschap het ongeveinsde enthousiasme waarmee u (= Koning Ceolwulf van Northumbrië) niet alleen het oor leent aan de woorden van de Heilige Schrift, maar ook kennis wilt nemen van de daden en de woorden van de ouden en met name van de vermaarde mannen van onze stam. Waar geschiedenis over goeden het goede vertelt, wordt de oplettende hoorder tot navolging van het goede gestimuleerd; waar zij het kwade van slechte mensen memoreert, prikkelt zij de gelovige en vrome luisteraar en lezer niet minder om, door mijding van wat schandelijk en slecht is, met des te meer inzet datgene na te jagen waarvan hij weet dat het goed en Gode waardig is (...)". Het is niet moeilijk grote verschillen aan te wijzen tussen de moderne kijk op de geschiedenis en de middeleeuwse geschied-

VU-magazine, 14e jaargang nr. 8, september 1985

opvatting waarvan in dit artikel enkele aspecten aan de orde kwamen. Veranderlijkheid en chaos waren toen een probleem en zijn dat ook nu. Een oplossing kan de geschiedenis zelf niet leveren. De geschiedenis loopt uit op het Niets zegt het moderne nihilisme. De aardse geschiedenis eindigt met de dood: er woont geen zin in, zo is de middeleeuwschristelijke gedachte. Hoe ver reikt deze parallellie? In beide gevallen biedt de geschiedenis zelf geen perspectief. Dat is wat beide opvattingen gemeen hebben, vergeleken met het geloof in de historische ontwikkeling dat de moderne tijd lange tijd heeft gekenmerkt. Verschil Toch is er een groot en diepgaand verschil tussen het middeleeuwse en het moderne geschiedbewust zijn. De middeleeuwse traditie is ervan overtuigd dat er een orde en een samenhang in de dingen woont. De chaos is niet het resultaat van de dingen zoals ze zijn, maar van onjuist menselijk handelen, van overtreding van door God gestelde normen en grenzen. Voor de Middeleeuwer is er een alternatief, niet vanuit de geschiedenis zelf maar omdat het geloof in de goddelijke openbaring dat biedt. Daaruit wordt duidelijk dat de geschiedenis een in zichzelf besloten terrein is, maar betrokken op een boven het historische uitreikend oriëntatiekader, de heilsgeschiedenis. Dit perspectief maakt de geschiedenis tot een samenhangend geheel, geeft het zinvolle en zinloze van historisch handelen aan. Heeft het moderne historisch bewustzijn een alternatief, dat de heerschappij van de toevalligheid doorbreekt? Het heeft er veel van weg dat zo'n alternatief met het geloof

in de geschiedenis zelf verdwenen is. Het moderne historische bewustzijn is een logische radicalisering van het secularisatieproces van de Nieuwe Tijd. De Nieuwe Tijd identificeerde de mens met geschiedenis en vooruitgang. Nu dit perspectief dreigt verloren te gaan, hebben toeval en lot het rijk alleen. In deze situatie (misschien vanuit deze situatie?) keert onze tijd zich tot het middeleeuwse verleden. Een serieuze ontmoeting met dat verleden brengt ons onvermijdelijk in contact met de christelijke traditie, en daarom, met name ook voor de christen, met allerlei vragen rondom christelijk geloof en moderne cultuur. In de moderne cultuur vormt het christendom slechts een antwoord op de vragen van het leven en de geschiedenis. In de dialoog tussen de levens- en wereldbeschouwingen binnen de plurale westerse samenleving mag een serieus gesprek over de vragen en antwoorden, vanuit de middeleeuwse traditie aan onze tijd doorgeven, niet ontbreken. • Dr. J. Davidse is wetensciiappelijl< hoofdmedewerlcer geschiedfilosofie aan de VU. Noten 1 F. R. Antcersmit, Denken over geschiedenis, Groningen, 1984 2 A. J. van der Staaij, 'Afscheid nemen van de twintigste eeuw'. NRC/Handelsblad, 18-2-1985 3 iVIet danlc aan de samenstellers van 'Vensters naar vroeger'. Bulkboek 13, nr. 143 (1984), p. 27 4 Als noot 3, p. 26 5 F. C. Scheibe, 'Geschichtsbild, Zeitbewusstsein und Reformwiiie bei Alcuin'. Archiv für Kuiturgeschichte 41 (1959), p. 35-62 6 N. Wolterstorff, Until Justice and Peace embrace, Kampen, 1983, chapter 1 7 H. Blumenberg, Die Legitimitat der Neuzeit, Frankfurt am Main, 1966

De auteur van dit artikel was een van de docenten in de VUSA-cursus "Herkennen wen?". Op 23 maart was er 'n VUSA-dag in de VU gewijd aan dit onderwerp

tuij de Middeleeu-

319

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 385

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's