GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 433

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 433

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

maar opvallend is de nadruk op de vedische cultus, de homa. Dit is een nieuwe ontwikkeling uit de Surinaamse periode. Hij houdt verband met de grotere rol die de Brahmaanse priesters (pandits) zijn gaan spelen in het richting geven aan de religie, waarin de asceten-orden ontbreken. De Sanatan Dharm is dan ook bij uitstek een Brahmaanse religie te noemen. De andere traditie is de Arya Samaj, de "gemeenschap der nobelen". Deze beweging werd in 1875 in India opgericht door Svami Dayanand Sarasvad, een Brahmaan, die wilde dat de Hindoes terug zouden keren tot de veda's, de oudste heilige boeken en de enige bronnen van ware kennis. Deze fundamentalistische beweging stelt zich te weer tegen de veelgodendienst en het Brahmaanse monopolie op het priesterschap. Zij stelt het priesterambt open voor ieder die onberispelijk is van handel en wandel. Ook vrouwen mogen in deze beweging de priestertaak vervullen. In Suriname vond deze beweging meer ingang dan in India zelf want zij sloot uitstekend aan bij het emancipatiestreven van de Hindostanen in de jaren tussen de twee wereldoorlogen. Ongeveer 16 procent van de Hindoes voegde zich in de loop der tijden bij de Arya Samaj. Het idee dichter bij de bronnen van de Hindoecultuur te leven dan het gros van de Hindoes in India gaf de groep de eigen identiteit en waardigheid die men zo bitter nodig had in de migratiesituatie. Hindoes baden in het heilige water van de Ganges in In

Ondanks de genoemde verschillen leven de aanhangers van beide tradities in vrede naast elkaar. Hier komt een kenmerkende trek van de Hindoes naar voren, namelijk dat men méér de nadruk legt op de juiste religieuze praktijk dan op de juiste geloofsleer. Zolang de godsdienstoefening maar ongestoord kan plaatsvinden in het eigen gezin en in de eigen tempel, zijn er nauwelijks moeilijkheden te verwachten. Priesterschap De nieuwe Nederlandse omgeving heeft echter voor een aantal andere problemen op religieus gebied gezorgd, die weliswaar in het niet vallen bij de grote sociale problemen, waarmee de inpassing in een vreemde maatschappij gepaard gaat. Omdat ze verband houden met het voortbestaan van het Hindoeïsme als een deel van de groepsidentiteit van de hier levende Hindostanen, zijn ze echter voldoende relevant om er aandacht aan te schenken. We zagen dat de eredienst zowel in het huisgezin als in de tempel plaatsvindt. Bij belangrijke gebeurtenissen in de familie laat men vanouds een Brahmaanse priester de ritus voltrekken. Ook in Nederland bieden de priesters als religieuze specialisten hun diensten aan de gelovigen aan. Meestal heeft zo'n priesterfamilie al generaties lang zakelijke banden met een aantal lekenfamilies. Dit netwerk van dienstverlening vormt de basis van de organisatie van het Suri-

naamse Hindoeïsme. Het blijkt dat deze pandits aanvankelijk ook in Nederland hun gezaghebbende positie hebben kunnen behouden, waar het ging om het in stand houden van de religieuze cultuur en het doorgeven van de geloofstraditie aan de volgende generaties. Maar het feit, dat men twee maal binnen één eeuw heeft moeten emigreren en zich heeft moeten inpassen in een nieuwe omgeving, heeft dat overdrachtsproces bepaald niet vergemakkelijkt. De machtspositie van de priesters wordt met name door de jongeren in de laatste tijd ter discussie gesteld. Bovendien vervreemden de jongeren van de traditie door de toenemende onbekendheid met de talen waarin de heilige boeken, liederen, preken en gebeden gesteld zijn. Steeds minder jongeren kennen Hindi en zij begrijpen daarom ook de religieuze terminologie niet meer. Omdat de jeugd anderzijds gedwongen wordt om zich ook in religieus opzicht staande te houden in onze maatschappij, zouden de pandits de nodige deskundigheid moeten hebben om de jongeren te interesseren voor religieuze zaken. Hieraan ontbreekt het de priesters maar al te vaak. Kortom, er is reden tot enige herbezinning op het Hindoe priesterschap. Dit wordt in de priesterraden ook wel ingezien maar tot nu toe laat men het daarbij. Men houdt zich liever bezig met problemen van meer praktische aard: het ontbreken van religieuze en culturele ruimten, met name. Om bij voorbeeld een huwelijkscere-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 433

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's