GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 252

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 252

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

^-mQ.

ra >. ra

neiging om zich ten opzichte van de docenten irritanttegedragen. Daarbij komt dat juist in de lagere opleidingen, Mavo, LBO, de regels meestal nogal schools worden toegepast. Daar heeft men dan ook de meeste problemen met 'afwijkend gedrag' van leerlingen. In de hogere opleidingen wordt vaak meer geaccepteerd, daar wordt wat dat betreft geëxperimenteerd. Uit mijn onderzoek blijkt nu dathetfeit, dat de nadruk meer op de vrije tijd terechtgekomen is, geldt voor iedere leerling. De meeste leerlingen gaan 's avonds uit. '\/oor hen begint de dag pas in de avonduren. Die zitten inderdaad 's ochtends te knikkebollen in de schoolbanken. Scholieren gaan steeds vaker een afweging maken tussen school en vrije tijd. School moet. Maar de tijd daaraan besteed wii men zo minimaal mogelijk houden. Want vrije tijd is belangrijk; dat is 't echte leven. Juist leerlingen uit de lagere inkomensgroepen leggen alles in die vrije tijd. Méér nog dan scholieren uit hogere milieus, voor wie de vrijetijdsbesteding zich ook beter verhoudt tot de schoolactiviteiten, meer in het verlengde daarvan ligt. Vaak heeft dat ook te maken met de goede naam die de school heeft. En die is weer mede afhankelijk van de buurt, de traditie van de school en de sociale herkomst

206

van de leerlingen. Dat alles is dan weer van invloed op de manier waarop leerlingen hun vrije tijd besteden; of men, zeg maar, op het hockeyveld rondloopt en een boek leest, of rondhangt in automatenhallen en coffeeshops. Juist in Amsterdam vind je plenty van dat soort gelegenheden die op bepaalde leerlingen dus een extra aantrekkingskracht uitoefenen. De grotere anonimiteit van de grote stad maakt bovendien dat de spijbelaar zich betrekkelijk onbespied weet. Amsterdam is een stad met een enorme differentiatie in de bevolkingssamenstelling. Dat onderscheid zie je dan ook terug in het gedrag van bij voorbeeld buitenlandse leerlingen. Turkse, Marokkaanse, Surinaamse scholieren splitsen zich op in eigen groepjes en clubjes. Waar en met wie men wat gaat doen ligt min of meer vast. Dat zijn traceerbare patronen. Hoe zich die verschillende jeugdculturen gaan verhouden tot school, is een, naar mijn idee, steeds belangrijker zaak aan 't worden. Het onderwijs heeft lange tijd geopereerd vanuit de opvatting dat school en vrije tijd strikt gescheiden werelden zijn. Wat leerlingen buiten schooltijd doen was niet interessant. Absoluut onjuist! Uit onderzoek blijkt dat scholen die daar wèl oog voor hebben, waar leerlingen buiten schooltijd dingen mogen

organiseren, dat die er over 't algemeen beter af komen wat betreft spijbelen en schoolresultaten. Ik denk dat je spijbelen in de meeste gevallen moet zien als een poging om er een stukje vrije tijd bij te pakken. Dat verklaart de reactie van veel regelmatige spijbelaars: 'Ik moet er af en toe even uit, even uit de schoolsteer, even weg uit de 'chaos'." Afrastering Het onderzoek van Yvonne Bernard is verricht in opdracht van de stichting 'Tilt'. Wat is dat voor organisatie? "Dat is een samenwerkingsverband van deskundigen — hulpverleners, onderwijsmensen, kinderrechters — die zich zorgen maken over de manier waarop grote groepen jongeren, waaronder regelmatige en chronische spijbelaars, in het centrum van de stad hun tijd doorbrengen. De risico's die ze lopen — denk aan druggebruik en criminaliteit — zijn bepaald niet denkbeeldig. Deze groep deskundigen vroeg zich af of 't niet mogelijk was een soort vrijetijdsopvang voor deze jongeren van de grond te krijgen. Vrijetijdscentra zijn er genoeg, maar zijn meestal slechts toegankelijk voor jongeren van 18 jaar en ouder en bieden bovendien geen dagprogramma. Nou wordt er, naar mijn mening, in Amsterdam totaal geen jeugdbeleid

vu-Magazine 14(1984)6 juni 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 252

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's