GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 299

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 299

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat doet men als men enkele weken op Java vertoeft en een weekend over heeft? Dan gaat men naar Bali. Daar ik zelf in de benijdenswaardige positie van deze 'men' verkeerde, kan ik dus aan dit vakantieweekend een bespiegeling wijden in hetjuli-augustusnummer van VU-Magazine, dat per slot van rekening eveneens in de vakantietijd verschijnt. Vanuit Yogjakarta heeft men de keus het vliegtuig te nemen, of de nachtbus. Uit pecuniaire overwegingen koos ik het laatste transportmiddel, al las ik juist daagste voren in de krant: ,, Nachtbus naar Bali gebombed", en al had men mij gewaarschuwd voorde spreekwoordelijke roekeloosheid van de nachtbuschauffeurs. Toen een van deze chauffeurs, aldus mijn informant, eenssamen met een priester aan de hemelpoort verscheen, en portier Petrus moest beoordelen of beide heren wel naar binnen mochten, vroeg hij hun watzij in hun aardse leven hadden uitgevoerd. De een zei: ik was priester en heb veel gepreekt. Daarom wees Petrus hem af, met het argument, dat hij dus wel veel mensen in slaap zou hebben gepraat. Maar de buschauffeur mocht binnen komen, daar Petrus er van op de hoogte was dat zo'n Javaanse nachtlijnrijder even zo vele mensen had aangezettot langdurig gebed om lijfsbehoud. Hoeditookzij,zo'n niet-toeristisch vervoermiddel is natuurlijkveel interessanter dan een vliegtuig, al was mijn reistijd heen en terug precies even lang als de twee dagen die ik 'effectief' op Bali doorbracht. Wel is het een grote handicap als je de taal niet verstaat, maar

in de praktijk is daar altijd wel een oplossing voor, als de gesprekspartner het geduld opbrengt even te wachten totje hetwoordenboek hebtopgeslagen. Of je kijktde kunst af, bij voorbeeld wanneer je uit pure nieuwsgierigheid van een marktvrouw een onbekende vruchtwiltkopen en de prijs niet weet. Je wacht tot een locale klant hetzelfde doet, en zegt: ik wil dat ook. In mijn geval wasdit experiment des te interessanter, daartussen koopster en verkoopster een luide ruzie ontstond toen laatstgenoemde aan de handelaarster verweet dat zij metde elleboog de weegschaal tegenhield om op deze wijze haar voordeel te zoeken. Toen dit bedrog ontdekt werd was ik dus helemaal zeker van de 'rechtvaardige' prijs; al weet ik nietofwateen rechtvaardige prijs is voor de een, ook geldtvoorde ander. Waarom zou ik niet het vierdubbele hebben betaald? In ieder geval was het een duidelijke illustratie van Leviticus 19: "Gij zult geen onrecht doen bij lengtemaat, gewichtofinhoudsmaat". Het merkwaardige was dat ik, op Bali aangekomen, precies de omgekeerde economische ervaring opdeed. De toeristen die in de dure hotels tien tot vijftien maal zoveel betaalden als ik, die in het binnenland te gast was in een traditioneel familieverblijf, deden naar mijn indruk hetBalinese volk meer onrecht. Dit grote geld bereikt immers de locale samenleving niet, al ontwricht het haar. Het is juist zoals met de meisjes in de locale batik-fabriek, die zo weinig verdienen dat zij nooit één van de fraaie kle-

VU-magazine, 14ejaargang nr. 7, juli/augusfus1985

dingstukken die zij voor het toerisme produceren zelf zouden kunnen kopen. De tien gulden per nacht die ik in het prachtige binnenland betaalde kwam ten minste ten goede aan de plaatselijke gemeenschap en cultuur — wanteen traditionele Balinese familie danst, speelt theater, maakt muziek en beeldhouwt of schildert—, terwijl de honderd of honderdvijftig gulden die de hotels aan de kust opstrijken eensdeelsdienen om de mensen uit hun eigen cultuur en samenleving weg te trekken (dit is het 'werkgelegenheidseffect'), en anderdeelsin de vorm van winstovermaking hun weg vinden naar Java of elders. Mijn weg op Bali vond ik met behulp van het zeer leesbare Indonesia Handbook, een toerismegids die om zijn journalistieke eerlijkheid door de regering verboden is. De onderwerping van Bali door het Nederlandse kolonialisme in 1908 was, zo lees ik een bloedige tragedie. Een gehele koninklijke f am il ie die, te trots om te buigen voorde oppressie, in hun ceremoniële gewaden gezamenlijk de dood zoeken voorde lopen van de op hen gerichte Nederlandse geweren. Een afslachting. Slechts één Nederlander komt om: een sergeant die door een woedende Balinese prinses met een kris in de rug wordt gestoken voordat ze zelf door een kogel wordtgetroffen. Deze militaire overwinning was, aldus de Mexicaanse kunstschilder en auteur M/gue/ Covarrubias, een verschrikkelijke morele nederlaag. Wat doen wij in Nederland met die eeuwenlange morele nederlaag van het kolonialisme? Vergeten, lijkt het parool. Het is of, aan de his-

torievan de banden tussen Indonesië en Nederland een halt is toegeroepen. Vaag hebben wij het besef datindonesië" nietmeerinteressant" is — behalve voordecommercie natuurlijk, wantdie bekommert zich nietom zijn context. Wat ik hier bedoel is niet: wat te doen met ons eventuele schuldcomplex — al is er geen reden om het bestaan van dit ingewikkelde collectieve psychologische complexteontkennen. Het komtevenzeer uit in de behandeling van de vroegere soldaten die naar Indonesië werden gezonden tijdens de afloop van de koloniale periode, en over wier lot wij tijdens de oorlogsherdenkingen in mei via de televisie werden geïnformeerd. Lieververgeten. Toch iser meer. Er waren ook andere betrekkingen met Indonesië, en erwas veel kennis, die nu weinig meer wordt benut en uitgebreid. In het prachtig geschreven en geïllustreerde boek van de genoemde Covarrubias, /s/ancfo/^ea//(1937) waarvan de zevende herdruk vorig jaaruitkwam in deserie Oxford in Asia Paperbacks, wordtoverde 'soort' van kolonialisme in Indonesië lovend gesproken vanwege het Nederlandse respect voor de bestaande cultuur en samenleving (waar dat althans niet in botsing kwam met het koloniale belang), de beknotting van de machtvan defeodale heersers, en het principe dat geen land mochtworden verkocht aan buitenlandse commercianten. Waar blijft, in het kader van wat wij thans "ontwikkelingssamenwerking" noemen, de voortzetting van dit Nederlandse beleid, nu de overheersing een anoniem en technocratisch karakter heeft gekregen en Nederland zelf tot die buitenlandse commercianten is gaan behoren?

249

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 299

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's