GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 376

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 376

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

en werkte hij voornamelijk mee aan het Zondagsblad. Verder publiceerde hij in verschillende andere bladen en verschenen er boeken en pamfletten van zijn hand. Behalve predikant zou deze veelzijdige man later ook curator van de Vrije Univerisiteit en lid van de Tweede Kamer worden. Zijn gehele leven lang zou zijn journalistieke aanleg de kop blijven opsteken: in 1888 werd hij aangesteld als hoofdredacteur van de Nieuwe Provinciale Groninger Courant en verder gaf hij leiding aan de "Bond, de kleine pers", een bundeling van een aantal kleinere protestants-christelijke bladen, die voor hun berichtgeving uit De Standaard putten en door hun bereik een brug geslagen hebben tussen deze krant en het door Kuyper beoogde lezerspubliek, "de luiden van kleine en middelbare middelen". Aan het einde van zijn leven zou Brummelkamp nog betrokken worden bij de begeleiding van het terugtreden van Kuyper als leidende persoonlijkheid bij De Standaard. Al met al was Brummelkamp dus geen lichtgewicht en in dat opzicht waren zijn collega-redacteuren veelal met hem vergelijkbaar. In het algemeen waren zij ontwikkelde personen, die, eenmaal vertrokken bij De Standaard, o.a. als schrijver, dichter, predikant, hoogleraar, vakbondsactivist en uiteraard als journalist in andere betrekkingen vaak eveneens prima hun brood konden verdienen. Wat zij bij De Standaard in de schaduw van Kuyper af en toe hebben moeten wegslikken, zal aanstonds blijken. Maar nu eerst enige aandacht voor de tweede van de hier uitvoeriger te belichter mannen achter De Standaard.

Kruyt Van een heel ander kaliber dan Brummelkamp nam temidden van de redacteuren de administrateur van De Standaard, J. H. Kruyt (1839-1898), een voorname plaats in. Afkomstig uit het uitgeversvak heeft deze figuur in de vroege ontwikkeling van De Standaard een bepaald niet te verwaarlozen rol gespeeld. In 1872 werd hij belast met de dagelijkse zakelijke leiding van de krant en daarnaast met de redactie van de rubrieken voor markt, beurs en handel. De krant werd in die eerste periode onophoudelijk geplaagd door grote financiële tekorten, wat in 1874 tot het besluit leidde, de uitgave van De Standaard na precies twee jaar te staken. Kuyper was ten einde raad en had de hoop op behoud van het blad eigenlijk al opgegeven, het personeel was inmiddels ontslag aangezegd, toen Kruyt op de valreep opeens zijn uitgeverservaring benutte en met een reddingsplan op de proppen kwam, dat De Standaard voor de eerstvolgende jaren voldoende kapitaal moest opleveren om de uitgave ervan op een gezonde financiële basis te kunnen voortzetten. Kruyt zette dit plan door en wist na verloop van een aantal maanden ruimschoots het beoogde bedrag onder de achterban in te zamelen, ja zelfs aanzienlijk meer!

310

De administratie van De Standaard omstreeks 1912

Afwezig

Zeggenschap

Als gevolg van deze actie verwierf Kruyt uiteindelijk het eigendomsrecht van De Standaard, zodat hij zich voortaan directeur-uitgever kon noemen en zo ook in de kop van de krant (i.p.v. het eerdere "administrateur") werd vermeld. Wat opvalt, is dat juist in deze periode Kuyper de grote afwezige was. Juist toen het voortbestaan van De Standaard aan een zijden draadje hing, was hij, de hoofdredacteur van de krant, bezig gekozen te worden als lid van de Tweede Kamer. Nauwelijks hield De Standaard hem nog bezig, zijn werkzaamheden voor het blad had hij drastisch verminderd en in zijn correspondentie met Groen van Prinsterer repte hij slechts zijdelings van Kruyts reddend optreden! Een dergelijke afwezigheid van Kuyper kwam in zijn periode als hoofdredacteur wel vaker voor, niet alleen omdat hij het met andere dingen te druk had, maar ook wanneer hij door overspannenheid of ziekte voor enige tijd uit de roulatie was. Zo viel in 1876 en 1877 tijdens een periode van maandenlange overspannenheid De Savornin Lohman, de latere voorman van de CHU, in als waarnemend hoofdredacteur. Dit mocht toen noch later bij de jubileumviering in 1897 op een noemenswaardige vermelding rekenen (wellicht ook omwille van de politieke gevoeligheid van de op dat moment drie jaar oude breuk tussen antirevolutionairen en christelijk-historischen, die zich toen nog "vrij-antirevolutionairen" noemden).

Hoewel De Standaard zijn krant heette te zijn, heeft Kuyper in de loop van zijn periode bij het blad de zeggenschap erover steeds meer uit handen moeten geven. Kruyt, die in 1874 De Standaard van de ondergang redde, deed van het naderhand verworven eigendomsrecht in 1887 afstand ten gunste van Kuyper, die dit tot 1916 zou behouden. In die periode echter nam, zoals gezegd, zijn zeggenschap over de bedrijfsvoering en de inhoudelijke koers van De Standaard af. Toen hij in 1901 minister werd, deed Kuyper afstand van het recht van uitgave (zij het niet van het eigendomsrecht) aan / W. Reese en R. C. Verweyck. Na zijn ministerschap, dat tot één zittingstermijn beperkt bleef, oefende Kuyper, weer aan De Standaard verbonden, als tevoren een duidelijke invloed uit op de richting van het blad. Maar in de jaren na de eeuwwisseling begonnen rijzende sterren als /denburg en Colijn zich meer en meer met De Standaard in te laten. In het bijzonder Colijn had er oog voor, dat de krant een gezonde bedrijfsvoering behoefde om op termijn zijn politieke invloed te kunnen laten blijven gelden. Door hem en andere antirevolutionaire voormannen van eennieuwe generatie onderdruk gezet, tekende in 1916 de bijna tachtig jaar oude Kuyper met enige tegenzin voor de afstand van het eigendomsrecht van De Standaard aan een Naamloze Vennootschap, waarvan Colijn president-commissaris was. Kuyper behield formeel weliswaar een stem in het kapittel, maar zijn rol bij De Standaard was hiermee feitelijk uitgespeeld. Drie jaar later, in 1919, werd hem mede op instigatie van Colijn d.m.v. een doktersadvies ook in de kolommen van de krant zelf nagenoeg geheel het zwijgen opgelegd. Aan zijn glansrijke journalistieke loopbaan, die de antirevolutionairen onder meer een eigen dagblad en naar schatting 20.000 hoofdartikelen en driestarren had opgeleverd, kwam aldus een einde. Niet lang erna, in 1920, zou hij overlijden.

Ook vanuit zijn rustoord liet Kuyper, die De Standaard altijd nagezonden kreeg, middels een schier eindeloze reeks kattebelletjes zijn stem horen. Zo schreef hij in 1894, nog nauwelijks hersteld van zijn ziekte, uit het Zuidfranse kuuroord Pau aan de redactie van De Standaard in Amsterdam, dat het volgende bericht geplaatst moest worden: "Naar men ons uit Pau bericht, blijft de toestand van Dr. Kuyper steeds vooruitgaan. De krachten nemen merkbaar toe, en de aandoening in de rechterlong is bijna geheel tot zwijgen gebracht."

VU-magazine, 14e jaargang nr 8, september 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 376

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's