GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 435

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 435

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frank R. Boddendijk Academisch jaar

Zoals te doen gebruikelijk is op de eerste maandag van september het academisch jaar plechtig geopend, ook aan de VU. Nu zal daar misschien niemand van wakker hebben gelegen, al was het maar vanwege het feit dat buitenstaanders hooguit gedacht zullen hebben „het wordt tijd dat de tieren en dames wetenschappers en studenten weer aan het werk gaan ", terwijl insiders nooit gemerkt hebben dat het voorafgaande academische jaar, al dan niet plechtig, gesloten was. Zo af en toe kom ik een buitenstaander tegen die vermoedt dat wij aan de universiteit een riant lange zomervakantie hebben. Soms wordt dan uit de herinnering het feit geput dat tot in het midden der zestiger jaren er een „stilstand der lessen" was van 1 juni tot en met 30 september. En als er geen college gegeven diende te worden, nu, dan was je toch vrij? Toen ik een aantal jaren geleden benoemd werd tot medewerker aan de VU wist ik intussen dat het aantal vakantiedagen van medewerkers reglementair was vastgesteld en op jaarbasis zo tussen de 23 en 30 dagen afhankelijk van leeftijd en salarisschaal bedroeg. Dus niets bijzonders, ofwel ruim onder dat van onderwijzers en leraren in het lager en middelbaar onderwijs. Ook merkte ik al vrij snel dat stilstand der lessen niet of nauwelijks invloed had op de hoeveelheid werk dat je te doen had, wel op het soort werk, uiteraard. Juist in de zomerperiode werden er veel mondelinge tentamens afgelegd, scripties geschreven, terwijl ook het onderwijs voor de komende maanden voorbereid moest

VU-magazine 14e jaargang nr. 9 oktober 1985

worden middels het schrijven van syllabi en dergelijke. Je kunt je dan ook afvragen wat de zin is van zo'n plechtige opening van het academisch jaar als dit bij buitenstaanders hooguit aanleiding kan geven tot misverstanden terwijl insiders in de regel geen tijd hebben om zo'n opening bij te wonen daar het werk gewoon doorgaat. Met betrekking tot dit laatste punt zou de oplossing misschien gevonden kunnen worden door, in het kader van de arbeidsduurverkorting, de eerste maandag van september te brandmerken als „brugdag", oftewel een dag waarop, voorzover de dienst dat toelaat, niemand mag werken ter compensatie van de ingehouden prijscompensatie. En als je dan als universiteit een aardig program weet aan te bieden tijdens de plechtige opening, loop je de kans dat een groot aantal medewerkers op zo'n ,,brugdag" wat dat dan ook mag betekenen niet met hun ziel onder de arm hoeven te lopen of op hun knieën in de volkstuin gaan liggen, wat alleen maar arbeidsongeschiktheid in de hand werkt. Ten aanzien van de vraag naar de zin van zo'n opening het volgende. Een stukje decorum is nooit weg, maar als de vorm gecompleteerd wordt door inhoud ofwel het door mij bedoelde aardige program kan zo'n plechtige opening zelfs zeer zinvol zijn. De medewerkers hebben, bevrijd van werken/of huiselijke sores, eens een leuke dag, terwijl de universiteit zich middels de immer aanwezige pers tijdens dit soort gelegenheden mooi naar buiten toe kan profileren.

En eigenlijk is de VU op dit punt al een aardig eind op weg. Weliswaar woonde slechts een handjevol aanwezigen de gebedsdienst bij die aan de eigenlijke plechtige opening vooraf ging, maar dit geringe aantal werd weer gecompenseerd door een grote schare die zich na afloop van de opening tegoed deed aan de verfrissingen en hapjes, waaronder de veel geroemde doch veelal afwezige palingtoastjes. Maar de plechtigheid zelf was ook niet onaardig. Moest de rector enerzijds constateren dat de laatste lichting eerstejaars het minder goed gedaan had dan de vorige lichting, anderzijds kon hij meedelen dat ook nu de vrouwelijke studenten het weer beter hadden gedaan dan hun mannelijke tegenhangers. En dat biedt perspectief voor ons, nu wij gestart zijn met een vrije studierichting „vrouw en beleid" met louter vrouwelijke deelnemers, terwijl bovendien het aantal vrouwelijke eerstejaars studenten verdriedubbeld is tot ongeveer éénderde van het totaal. Als intermezzo betraden een aantal studenten het podium om op plastische wijze te verbeelden dat Deetmans studiefinancieringsplannen en studentenvoorzieningenbeleid geen redenen opleveren tot opening van het academisch jaar, hooguit tot sluiting. Immers, een geplukte kip voer je toch ook niet, die stop je in de pan. Ten slotte sprak prof. Albeda een rede uit waarin de problematische relatie tussen politiek en wetenschap aan de orde werd gesteld. Volgens Albeda voeren politici te vaak een korte-termijn beleid, terwijl wetenschappers zich niet druk behoe-

ven te maken over herverkiezing en zich derhalve kunnen werpen op het lange-termijn perspectief. Waar het nu op aan komt is dat beide groepen mensen niet alleen begrip voor elkaars perspectief gaan krijgen, maar ook bij elkaar te leer gaan. Immers, regeren is vooruitzien, maar de maatregelen die je vervolgens neemt moeten wel morgen ingaan. Met louter toekomstverkenningen is de politiek niet gediend omdat de kloof tussen nu én die toekomst gedicht moet worden; maar bij louter ad hoc-beleid kan de wetenschap niet dienstbaar zijn aan de politiek. Gesterkt door deze boodschap en de palingtoastjes toog ik de volgende dag opgewekt naar mijn werk. Ondanks een recente schoorsteenbrand stond het pand er nog. Er waren weer nieuwe studenten gekomen, dus het werk bestond óók nog. Bovendien was de koffiejuffrouw gebruind teruggekeerd van een reis naar het vroegere Ceylon, zodat ik onder het genot van een vers kopje koffie mij kon laven aan verhalen van enige studenten over hun vakantie in Griekenland. En hoewel enige collega's mij al eerder hadden proberen te overtuigen dat hun vakantie in Zeeland of op de Waddeneilanden niet in het water was gevallen, wat Pelleboer ook gezegd mocht hebben, ze zaten er toch wat bleekjes bij. Tot we bedacht hadden dat onze werkgever ons in het kader van de arbeidsduurverkorting maar collectief vrij moest geven als het dit jaar nog één dag mooi wordt. Dan wennen wij wat aan het korte-termijn perspectief, terwijl het academisch jaar beslist niet meer kapot kan.

355

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 435

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's