GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 166

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 166

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

alleen de Stichting voor Tectinische Wetenschappen, die uitsluitend op toepassing gericht onderzoek stimuleert, draagt hierin zonder mankeren bij, ook uit de zogenaamde 'energiepot', een door het Ministerie van Landbouw beschikbaar gesteld fonds ten behoeve van onderzoek dat tot energiebesparing kan leiden, komen gelden ter beschikking. Het VU-onderzoek is bovendien opgezet naar aanleiding van specifieke vragen vanuit de praktijk, terwijl het grotendeels in samenwerking met de Wageningse Landbouwhogeschool en veredelingsinstituten wordt verricht. Ad Kool: "Celfusies en DNA-recombinaties deden we toch al en we hadden natuurlijk, op basis van zuiver wetenschappelijk onderzoek, in principe elk willekeurig onderwerp op die manier kunnen aanpakken. Maar toen men met deze concrete problemen bij ons kwam, leek dit ons gewoon nuttiger." Celfusie, het onderwerp waarmee dr. Ad Kool en de zijnen zich voornamelijk bezighouden, is, zoals gezegd, maar één onderdeel van het genetische manipuleren met planten. Het 'recombineren' van planten-DNA, met overigens hetzelfde doel voor ogen, is een andere techniek. Bij recombinant-DNA gaat het om de manipulatie van puur, geïsoleerd DNA, de drager van alle erfelijke eigenschappen, zoals dat in de celkern en andere cetlichamen ligt opgeslagen. Niet zelden wordt bij het recombineren van DNA gebruik gemaakt van bepaalde bacteriën. De bacterie dient dan als drager van het veranderde DNA, die deze 'erfelijkheidscode' vermenigvuldigt en, via 'infectie' van de plant, inbrengt in de plantecel. De nieuwste ontwikkelingen in het genetisch onderzoek tonen echter aan dat deze manipulatietechniek het in principe ook zonder hulp van bacteriën kan stellen. Het veranderde DNA kan, naar recentelijk is aangetoond, ook rechtstreeks aan de plant worden toegediend, hetzij met 'micronaalden' — een soort

injectie in de plantencel dus — hetzij met behulp van chemicaliën die de cel tijdelijk 'toegankelijk' maken. Dat alles kan niet zonder een enorme bijdrage van de kant van het fundamentele onderzoek dat eveneens op de afdeling plantengenetica wordt verricht, in hoofdzaak onder leiding van prof. dr. H. J. J. Nijkamp. Want nergens verouderen kennis en methoden zo snel als juist in deze tak van wetenschap. In de praktijk komt die techniek op het volgende neer.

Knippen en plakken Men stelle zich allereerst het DNA-molecuul voor als een lange ketting, gevormd door een groot aantal kralen, de genen, leder gen bevat één specifieke eigenschap of functie ten behoeve van het totale organisme. ledere cel van het organisme — of dat nu een plant of de mens is — bevat het volledige DNA-molecuul, met de codering voor alle eigenschappen en functies die dat organisme behoeft. Eén van die eigenschappen is bij voorbeeld de kenmerkende kleur die de vrucht van een plant na rijping dient aan te nemen. Voor het blad, de stengel en de wortels is die kleurcodering niet van belang. Toch is het gen dat die kleurverandering regelt ook in het DNA aanwezig, dat zich in blad-, stengel- en wortelcellen bevindt. Om nu te voorkomen dat, bij voorbeeld bij de tomaat, de gehele plant zich na de vruchtvorming rood kleurt, bevinden zich in de 'DNA-ketting', tussen de genen 'regelmechanismen', schakelaars die het achterliggende gen aan- of uitschakelen. Behalve in de cellen waaruit de vrucht is opgebouwd, is in het DNA van de tomatenplant het gen dat voor kleurverandering zorgt op die manier uitgeschakeld. Het is inmiddels praktisch mogelijk om in die kralenketting die DNA heet, naar hartelust te 'knippen' en te 'plakken'. Met behulp van enzymen die eencelligen, zoals bacteriën, van nature in zich dragen om vij-

e DNA-discussie in vogelvlucht

Deoxyribo Nüóleic ACftf: Oerê töngbrekende term leverde, zij't afgekort tot het wat handzamer drieletterwoord 'DNA', lange tijd stof tot verhitte debatten. Opmerkelijk daarbij was, dat het in dit geval de onderzoekers zelf waren, die de kat het eerst de bel aanbonden. Het voorlopig stopzetten van DNA-proeven, zoals in 1974 bepleit in de zogenaamde 'Bergverklaring'— genoemd naarde Amerikaanse moleculair-bioloog en latere Nobelprijswinnaar Paul Berg — mocht alleen daarom al een unicum heten in de geschiedenis van de wetenschap. Het waren overigens niet eens 'ethische' bezwaren aangaande het genetisch manipuleren die Berg en de zijnen tot zijn oproep brachten (zoals hij zelf ook nadrukkelijk stelde), maar de onbekende risico's waaraan onderzoekers en hun directe omgeving mogelijk zouden worden blootgesteld. Sindsdien heeft de simpele afkorting 'DNA' een uiterst onheilspellende bijklank gekregen. Grotendeels ten onrechte, naar eerst later bleek. Inmiddels hebben tal van deskundigen zich over die risico's gebogen. Zij conclu-

140

dëerdeW datdeze in ae meestegevailen zeer gering zijn en — zoals dat In bepaalde Haagse kringen thans heet — gaven een 'voorwaardelijk groen licht' aan het merendeel van recombinant-DNA-onderzoek. Alleen de ethische vragen bleven, maar die betroffen voornamelijk het ai dan niet met behulp van recombinantDNA, genetisch manipuleren van mense///7('materiaal'. Een storm in een glas water dus? Toch niet. Dezorg over de volstrekt onbekende risico's van deze vorm van genetische manipulatie was aanvankelijk terecht, al zal de wetenschap na deze ervaring in voorkomende gevallen vermoedelijk niet opnieuw zo krachtig aan de noodrem trekken. Maar waar ging het allemaal over? Ookde geïnteresseerde leek is inmiddels al wel op de hoogte van wat DNA is en welke functie het heeft. Weinigen weten echter dat de stof reeds in 1869 werd ontdekt. Bij toeval, zoals wel vaker gebeurt. De Zwitserse bioloog Friedrich /W/escher verkreeg uit puscellen een neerslag, die naar hem

voorKwamyfllorutilluUtfUoHlulcle toen bekendeeiwitten. Pas veel later bleek dat dit desoxyribonucleïnezuur{zoa\s de Nederlandse naam van DNA voluit luidt) moet zijn geweest; de stof die in elke cel van ieder levend organisme vóórkomt en die zorg draagt voor de overdracht van informatie omtrent de wijze waarop een cel functioneert en wat deze produceert zowel bij mens, dieralsplant. In die stof vond men taterde sleutel die in principe de beantwoording mogelijk maakt op vragen als: 'waarom lijken kinderen op hun ouders?', of, trivialer, 'waarom zijn de bananen krom?' Het inzicht in functie en eigenschappen van DNA, zoals de wijze waarop het zichzelf dupliceert, kwam in een stroomversnelling toen Francis Crick en James Watson, twee Amerikaanse onderzoekers, in 1953 de 'dubbele /7e//x'ontdekten: de feitelijke structuur van het DNA-molecuul en de rangschikking van de vier bouwstenen ('oasen') waaruit het is opgebouwd: adenine, thymine, cytosine, guanine. Het DNA bleek te bestaan uit een dubbele spiraal, waarbij de vier basen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 166

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's