GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 276

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 276

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

golven genereerde, wat met water natuurlijk nog leuker was dan wiskundig. Phillips' model werkte dan ook met water. Het bestond uit een aantal tanks die door middel van een wirwar van perspex buizen met elkaar in verbinding stonden. Van onderuit werd gekleurd water omhoog gepompt, om dan langs verschillende wegen weer in één van de tanks te belanden. Alle onderdelen stelden ekonomische grootheden voor. Via vlotters, katrollen, grafieken en hefbomen werden schuiven in beweging gezet die de doorstroomkapaciteit van de diverse buizen regelden. Zo konden de kausale verbanden tot uitdrukking gebracht worden. De bij experimenten bereikte resultaten konden voor het nageslacht worden vastgelegd door middel van pennetjes, die de waarde van het inkomen en de hoogte van de rentestand tekenden op ruitjespapier dat zich langzaam van rechts naar links bewoog. De essentie van Keynes' bijdrage aan de theorievorming is gelegen in de nadruk die hij legde op de idee dat de ekonomie een kringloopproces is, waardoor er sprake is van 'interaktie' (samenspel) tussen de verschillende markten. De omvang van de bestedingen is afhankelijk van het inkomen, terwijl de omvang van de produktie, en dus van het inkomen, weer afhankelijk is van de bestedingen. Zoals uitdeschematischevoorstelling van deze simulator blijkt, zit in deze kringloop een drietal 'lekken'. Er worden belastingen geheven, er wordt gespaard en er wordt geïmporteerd. Deze lekken worden echter min of meer gekompenseerd door respektievelijk de overheidsuitgaven, de investeringen en de exporten. Doordat de omvang van de kompensatie niet per definitie gelijk is aan de omvang van de lekken zelf, kan het gebeuren dat de bestedingen afwijken van het inkomen. Dergelijke afwijkingen leiden tot een versnelling of vertraging van de kringloop. Een vertraging van de kringloop betekent een afnemend niveau van ekonomische aktiviteit, en dus, doorgaans, werkloosheid, zodat een aktieve ekonomische politiek geboden is. De Ekocirk werkt ongeveer als volgt: Vanuit de onderste bak wordt water (inkomen) omhoog gepompt. Dit inkomen is evenredig met het waterniveau in de onderste bak. Bovenin wordt deze stroom gesplitst in belastingen, besparingen en konsumptie. De belastingen zijn afhankelijk van de hoogte van het inkomen; het aandeel van de besparingen in het inkomen is afhan-

230

A. W. H. Phillips poseert voor een van de latere ekocl rks, gebouwd in het fabriekje in Finchley

keiijk van de rentestand; de konsumptie is restgrootheid. De besparingen vormen het aanbod op de kapitaalmarkt (de waterbak rechtsboven). De vraag op de kapitaalmarkt is gelijk aan de investeringen. Zolang het aanbod groter is dan de vraag wordt het kapitaalmarktvat voller, wat in ekonomische termen staat voor een daling van de rente. Als de rente daalt nemen de besparingen af en de investeringen toe, zodat het geheel naar evenwicht tendeert. Evenwicht wil zeggen: er stroomt net zoveel in als er uitstroomt. De belastingen spekken de schatkist, die weer leegstroomt als gevolg van de overheidsbestedingen. De overheidsrekening hoeft niet in balans te zijn. In het geval van een financieringstekort kan de overheid lenen op de kapitaalmarkt, in het geval van een overschot kan ze de overtollige middelen op de kapitaalmarkt aanbieden. Een dergelijke aktiviteit is uiteraard wel weer van invloed op de rente, en dus op besparingen en investeringen. Konsumptie, overheidsbestedingen en investeringen te zamen worden 'binnenlandse bestedingen" genoemd. Een deel van deze beste-

dingen wordt gedaan aan buitenlandse produkten. Het aandeel van deze importen in de binnenlandse bestedingen is afhankelijk van de wisselkoers. Import van goederen betekent aanbod van goederen op de valutamarkt. Export van goederen betekent vraag naar guldens; de omvang van de exporten is ook weer afhankelijk van de wisselkoers. Doordat de hoogte van de wisselkoers omgekeerd evenredig is met het waterpeil in het valutamarktvat, is ook hier sprake van een evenwichtsmechanisme. Het derde evenwichtsmechanisme vinden we bij de onderste waterbak. Zolang de bestedingen groter zijn dan het inkomen, stijgt het peil in die bak en neemt het inkomen toe. Algemeen evenwicht wordt in de Ekocirk dus gekarakteriseerd door het waterniveau in de drie bakken. In evenwicht stroomt het water wel, maar zijn de niveaus konstant. Naast deze evenwichtsherstellende krachten is in de Ekocirk één evenwichtsverstorende kracht ingebouwd. Dit is het accelerator-effekt. Dit effekt houdt in dat de investeringen mede afhankelijk zijn van de groei van het inkomen. Als de bestedingen groter zijn dan het inkomen, stijgt dat inko-

VU-Magazine14(1984)6 juni 1985 . i ^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 276

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's