GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 249

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 249

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Yvonne Bernard onderzocht spijbelgedrag scholieren:

'Knikkebollen in de schoolbank, of wegblijven' 'Schoolziek' is iedereen wel eens geweest; wat dat betreft is het verzuim van één of meerdere schooluren bepaald niets nieuws. Dat het spijbelen van leerplichtige jongeren tussen 13 en 18 jaar echter danig uit de hand loopt bleek onlangs, toen VU-medewerkster drs. Yvonne Bernard voorlopige resultaten publiceerde uit haaronderzoek naar jeugdculturen. Twee van de drie scholieren spijbelt regelmatig, zo luidde de meest schokkende uitkomst. En uit die groep keert naar schatting één op de vijf de school daarna definitief de rug toe. Een gesprek metdeonderzoeksterdiebekentdatze als scholier ook wel eens 'onrechtmatig afwezig' was. Gert J. Peelen De Stictiting Psychologisch Pedagogisch Instituut (PPI) te Amsterdam houdt zich bezig met de dagopvang van chronische spijbelaars. Tussen hulpverlening en onderwijs in, poogt men er de leerplichtigen öf terug te krijgen binnen de schoolmuren, öf ze in de eigen, over Amsterdam verspreide centra aan 't werk te zetten; wèl in een 'leersituatie', maar dan gericht op activiteiten die deze 'drop-outs' zelf leuken nuttig vinden. Enige tijd geleden baarde het verschijnsel 'spijbelbus' al opzien. Maar ook het PPI boorde onlangs een item met onmiskenbare nieuwswaarde aan. Toen deze, ooit door de fameuze hooggeleerde Wilhelmlna Bladergroen opgerichte instelling, eind april een symposium organiseerde over spijbelen in de grote steden (Amsterdam, Berlijn, Londen) bleek het onderwerp dagenlang niet te verdrijven uit de dagbladkolommen en de talkshows op tv.

al alarmerend geachte cijfers uit een eerder onderzoek verbleken: in een uit 1984 daterend rapport van de Landelijke Pedagogische Centra schatte men het percentage spijbelaars tussen de zes en elf procent, waarbij een stad als Amsterdam veruit het hoogste scoorde. Deze schatting was gebaseerd op door scholen verstrekte gegevens. Blijkbaar is, achteraf bezien, het belang dat scholen hebben bij het nauwgezet registreren van spijbelaars dermate gering dat men een wat geflatteerd beeld meer opportuun achtte. Yvonne Bernard liet de Amsterdamse scholieren zélf aan het woord. En deze waren, misschien tegen de verwachtingen in, veel eerlijker over hun eigen gedrag.

Nederland maakte zich kennelijk druk over de inderdaad zorgwekkende cijfers rond het 'eigenmachtig schoolverzuim', die voor een belangrijk deel afkomstig waren uit de koker van drs. Bernard, wetenschappelijk medewerkster van de sectie sociale pedagogiek van de VU. De voorlopige resultaten van haar, overigens meer dan alleen het spijbelen omvattende onderzoek, bracht de zaak eerst goed aan het rollen. Coffeeshops De aantallen spijbelaars die Yvonne Bernard presenteerde, deden de toen

vu-Magazine 14(1984) 6 juni 1985

Drs. Yvonne Bernard: ,,Hef is echt heel onrustbarend"

Op de overrompelend directe vraag 'spijbel je wel eens?', antwoordde 65 procent van de scholieren met een al even overrompelend direct 'ja'. Een zeer hoog aantal dus, dat nauwelijks verschillen tussen de onderzochte schooltypen opleverde; van LBO tot gymnasium, de aantallen waren steeds hoog. Men wond bovendien geen doekjes om de reden van dat verzuim: 'geen zin in school', zei de helft van de spijbelaars; 'uit verveling', 'uit vermoeidheid', 'om uit te slapen' of 'om huiswerk te maken' (!), zeiden de anderen. Een belangrijk resultaat was ook, dat de helft van de spijbelaars zei gewoon thuis te blijven, terwijl de andere helft meldde het vertier elders te zoeken: in het centrum van de stad en met name in coffeeshops en cafés. Het is nog maar de vraag welke van de twee categorieén de meest problematische is. De 'thuisblijvers' spijbelen veelal uit verveling, zijn afkomstig uit de 'lagere' schooltypen (LBO en Mavo met name) en worden niet zelden ook door de ouders in hun gedrag 'gedekt'. Allemaal kenmerken die het uiterst moeilijk maken om, bij voorbeeld vanuit de school, greep op ze te krijgen. De 'uithuizige spijbelaars' ontvluchten de school, naar eigen zeggen, op zoek naar gezelligheid. Zij opereren vaker in groepsverband en frequenteren gelegenheden die ze niet zelden op een 'ongewenst' spoorzet. Jongens spijbelen vaker dan meisjes, maar, aldus Yvonne Bernard, van meer belang is het gegeven met wie men spijbelt, waarbij de 'alleenstaande' spijbelaars (37 procent) zorgwekkender zijn dan degenen die zich in het gezelschap van school- en nietschoolvrienden uit de voeten maken.

203

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 249

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's