GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 159

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 159

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

leg bevestigd. Want het mesje waarmee dit openen geschiedt, Babylonisch karzilloe, bestaat in licht veranderde vorm in het Aramees en Syrisch als koesalta, de vakterm voor het lancet, waarmee aderlating teweeg werd gebracht. Nu, daarvoor diende dit lancetdus ook bij Hammoerabi. Ogenzalf Zulke "operaties" vind je niet in de bewaard gebleven stukken van het handboek Oogheelkunde, waarover we aan het begin spraken. Daar worden hoofdzakelijk zalven voorgeschreven. Ogenzalf is in de geneeskunde altijd een bijzonder soort zalf geweest en heet dan collyrium. in het boek Openbaring wordt het genoemd in geestelijke zin (3:18) en de zeventiende-eeuwse "oude schrijver" Willem Teellinck heeft dit thema uitgewerkt in zijn stichtelijke boek "Ecce Homo of Ogenzalf". Wanneer we de Babylonische recepten doornemen, zien we dat er geregeld sprake is van "een lepeltje lood", wanneer ze het over ogenzalf hebben. Nader onderzoek wijst nu uit, dat loodglans of galena bedoeld moet zijn en dat het "lepeltje" ook door de vrouwen gebruikt werd, om schmink op de ogen aan te brengen. Van die lepeltjes zijn er vele in de opgravingen gevonden. Tot onze verrassing blijkt nu, dat ook in het oude Egypte en bij de Arabieren een loodprodukt gebruikt werd als belangrijkste ingrediënt in de schmink. Je leest vaak, dat antimoonsulfide deze hoofdrol speelde, maar dat is te modern en geldt niet voor oudere tijden. In de Egyptische graven is dat antimoon niet gevonden; wel koper- en loodprodukten als schmink. Deze schmink dient vaak ook als ogenzalf en heet bij de Babyloniërs goechloe, bij de Arabieren kohl (hetzelfde woord). Van dat laatste woord is ons alkohol afgeleid: de fijnheid van de loodstof was voor de Arabieren kenmerkend voor scheikundige produkten, die door sublimatie tot stand komen. De Arabieren haalde dit loodprodukt uit "zwart erts", gevonden in het Perzische Isfahaan. Waarschijnlijk

Met dit lepeltje van ivoor brachten de vrouwen van Kalah (Genesis 10:11) schmink op de ogen aan. Het lepeltje is 13 cm lang en stamt uit ca. 700 voor Christus. Let op het handje; we weten ook uil het rabbijnse Misjna-tractaatKe//m, XIII, 2, dat een schminklepel een " h a n d " (kaf) aan het éne en een "roede" (zakar) aan het andere eind kon hebben

vu-Magazine 14 (1985)4 april 1985

hadden de Babyloniërs het ook daarvandaan; ze noemden het ook "zwart erts". Nachtblindheid De mooiste ontdekking in de Babylonische medische teksten was die van de nachtblindheid. Het staat er zo duide- • lijk: "Indien een man overdag alles ziet en des nachts niets ziet: sinloerma. Indien een man overdag niets ziet en des nachts alles ziet: sinloerma." Dat vreemde woord is dus de term voor nachtblindheid en (het zeldzamere) dagblindheid. Dertig jaar geleden dook een veel oudere vorm van dit woord op, sinoeri. En hierin herkent men gemakkelijk een zeldzaam Hebreeuws woord voor blindheid in het Oude Testament, namelijk sanwerlm. Dat woord komt voor in het verhaal over de mannen van Sodom, die des nachts door de engelen met deze "blindheid" geslagen worden (Genesis 19:11) en ook in 2 Koningen 6:18, waar we lezen dat het leger der Syriërs, 's morgens vroeg, met deze "blindheid" geslagen werd. U begrijpt de juiste verklaring natuurlijk al: het gaat over nachtblindheid; in het tweede geval mogelijk over dagblindheid. Dat past ook keurig in beide verhalen. Nachtblindheid ontstaat door een tekort aan vitamine A en van de oudste tijden af heeft men gemerkt, dat lever het beste geneesmiddel is. Tegenwoordig begrijpen we dit pas: lever is rijk aan vitamine A. Professor G. A. Lindeboom, emeritus-hoogleraar aan de VU, heeft onlangs een historisch overzicht gegeven van deze levertherapie in het blad Voeding van 1984, de nummerslOen 11. De Babyloniërs wilden nachtblindheid genezen door magie. Toverspreuken en hocus-pocus, maar ook het eten van rauweleverdoorde patiënttijdens het ritueel. Het zal best geholpen hebben en alleen wij begrijpen waarom: door die rauwe lever! Maar de Babyloniër zal het dankbaar aan de toverij toegeschreven hebben. De Joodse Babylonische Talmoed wil eveneens nacht- en dagblindheid genezen door magie en de procedure lijkt op de Babylonische (tractaat Gittin 69a). Maar alles is verward — mogelijk door slechte overlevering — en we kunnen de tekst beter begrijpen, door naar de Babylonische voorschriften te kijken. Dan blijkt, dat ook hier lever werd gegeten. Dit is een uniek voorbeeld van overname van Babylonische magie door de Joden. Het werkte immers goed?! Maar laten we nog even naar het Oude Testament terugkeren. Nu onze ogen als het ware voor de nachtblindheid

133

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 159

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's