GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 79

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 79

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

de verbeelding van toen ongeveer bescherming van ontwikkelingswerkers tegen rovers en moordenaars. Onder de rood-witte vlag terreur en armoede; onder het rood-wit-blauw orde en welvaart. Het was geen onwetende reclametekenaar die dit bedacht, maar vrucht van een bewustgekozen propaganda-beleid. Een man als Van Mook zag overigens al vroeg aankomen, dat Indië, in plaats van het wingewest dat het was geweest, wel eens een écht ontwikkelingsland kon gaan worden. En dan was Nederland nog niet jarig. In een aan hem toegeschreven nota (25 nov. 1945), een maand na de proclamatie van de Republiek, uit hij twijfel of het Nederlandse volk bereid zal zijn tot versobering "voordeopbouwvan Indonesië". "Wanneer de overzeese gebiedsdelen, die vroeger alleen maar een winst voor het moederland betekenden, jarenlang lastposten blijken te zijn", dan weet hij nog niet zo zeker hoe diep die ontwikkelingsbehoefte zal blijken. Hij voorziet dan een "ommezwaai naar links" in de publieke opinie "met de tendens tot erkenning van zelfstandigheid en onafhankelijkheid van Indonesië, die de verantwoordelijkheid en de opofferingen van het Nederlandse volk ten dele zouden afwenden." "Dat is", geeft hij toe, "moreel niet fraai en lijkt in strijd met historische verplichtingen en verantwoordelijkheden, maar kan in realiteit een factor van beslissende invloed blijken te zijn, vooral omdat de gedachte gekleed kan worden in idealistische vorm." De contouren van wat de volksmond aanduidt als "hogere politiek" worden zichtbaar. Tot het inzicht dat het dragen van politieke verantwoordelijkheid voor de gang van zaken overzee als verleden tijd móést worden beschouwd, was men elders op de wereld al gekomen, krijgt op 29 juli '46 het kabinetBeel te horen van dr. Loudon, Nederlands ambassadeur in Washington. "De Amerikanen — en ook de Engelsen menen dat de tijd van de zgn. "political empires" voorbij zijn", vernemen de Nederlandse bewindslieden, "daarentegen zien zij de opkomst van het "economie empire". Aan de opbouw daarvan geven zij, evenals de Russen, al hun krachten. Men zal in Amerika zeker een goed begrip tonen wanneer Nederland eenzelfde doel in Nederlands-Indië nastreeft". En de Amerikaanse consul-generaal Foote zet een maand later nog eens precies aan Van Mooks rechterhand Koets uiteen waarom president Truman wil dat Nederland een akkoord sluit met de revolutionairen: "Ten slotte vatte hij nog het Amerikaanse standpunt t.o.v. het vraagstuk samen als "business, business, business!"

Udink: "Wie zich verliest in termen van " h u l p " of "bijstand" probeert zich voor de gek te houden. (Anefo)

Voorwendsel In een gastcollege in 1974 zal de vroegere diplomaat dr. W. G. Zeylstra aan VU-studenten duidelijk maken dat het na-oorlogse begrip "ontwikkelingshulp" eigenlijk alleen maar is ontstaan omdat de westelijke landen zich niet als mede-verantwoordelijken wensten te beschouwen voor de economische janboel in de Derde Wereld. De VS begonnen ermee in 1949. De Latijns-Amerikaanse landen, die het voor de wind was gegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog als belangrijkste grondstoffenleverancier aan de Noordamerikaanse oorlogsindustrie, raakten ernstig in de problemen toen de VS na de oorlog terugkeerden tot het stelsel van de vrije markteconomie. Ze hadden "recht" op hulp, stelden ze, maar van een "recht" wilde Truman niet horen. Wel een beetje "hulp", tussen 1945 en 1957 slechts 2,3 miljard dollar (van de in totaal 68,5 miljard dollar, die de VS in die periode

vu-Magazine 14(1985) 2 februari 1985

I I

Oude affiche uit de laatste jaren van de koloniale tijd. Het hulp-idee is al stokoud

Abr. Kuyper: voogdij voordelig

61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 79

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's