GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 118

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 118

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roelf Haan

De geblokkeerde maatschappij Informeleeconomie is eigenlijk alles wat niet beantwoordt aan wat in de economie als officieel wordt beschouwd. Ons economische begrippenkader wordt gehanteerd alsof het algemeen geldig zou zijn; zo leren wij dat op schooi. Vandaardatwij in de economie niet goed raad weten met samenlevingsvormen die daaraan niet beantwoorden. Voor het gemak noemt de theorie van de economische ontwikkeling alles wat niet-westers is maar "ongeorganiseerd". In de ontwikkelingslanden onderscheidt zij een "georganiseerde" of "moderne" sector, en een "ongeorganiseerde" of "informele" sector. Hoewel de traditionele maatschappij zich kenmerkte doortalloze culturele zeden en normen, die wezen op een buitengewoon ontwikkelde samen/ewngsstructuur, waarin ook het economisch en ecologisch evenwicht verankerd was, hadden westerse economen hiervoorgeen belangstelling. Zij merkten haar nieteensop; hun schema's sloten op deze andere realiteit eenvoudig niet aan. Zo'n poging om deze economieën van binnenuitte begrijpen was nu eenmaal weinig vooruitstrevend; bestond de "oplossing" voor de "problemen " v a n de " i n formele" sector niet hierin dat deze "sector" door het ontwikkelingsproces eenvoudig zou worden geabsorbeerd inde moderne economie? Geen reden dus om er energie in te steken; de formele sector was de norm en de informele sector zou verdwijnen. Dat was de sector van de stagnatie, daar heerste de blokkade op de vooruitgang. Wat natuurlijk wel voorkwam is dat het westen de

96

niet-westerse economie ging interpreteren op basis van zijn eigen "formele" begrippenstelsel. En niet alleen interpreteren, maar ook, met koloniaal geweld, omvormen. Daarde "formele" economie denkt in termen van particuliere eigendom, werden in heel de derdewereld systematisch communale (gemene) gronden aan de boerengemeenschappen ontvreemd en omgezet in (blank) particulier bezit. De modernisering werd overal door militair of dooreconomisch geweld een handjegeholpen. Zo'n voorbeeld van economisch geweld waarmee de mensen van de "informele" naar de "formele" sector werden gedwongen overte stappen, is bij voorbeeld de hoofdelijke belastingheffing in Zuid-Afrika geweest. Zo werd kunstmatig de befioefte aan ge/d (voor de belastingbetaling) gecreëerd; en hoewel de traditionele economieën van de Afrikanen volledig voorzagen in hun behoeften, werden zij genoodzaakt, ter wille van de vooruitgang, hun familiesen hun gronden te verlaten om in de mijnen te gaan werken om aan dat geld te komen. Ondertussen weten wij dat de pretenties van de moderneeconomie nietkunnen worden waargemaakt. Ik las dezer dagen een recent documentvan de Afdeling voor Sociale Actie van de latijnsamerikaanse bisschoppenconferentie (CELAM) getiteld De kloof tussen rijken en armen in Latijns-Amerika. Tussen 1970 en 2000, aldus deze door latijnsamerikaanse economen voorbereide studie, zal het aantal armen in landen als Honduras, Peru en Venezuela meer dan ver-

dubbeld zijn en in het continent als geheel vermoedelijk maar weinig minder dan verdubbeld. In een land als Peru, dat ik de vorige zomer bezocht, bestaat 60 procent van de economie (precieze definities doen er hier weinig toe)uitde "informele" secjor, dat is tegelijk de arme sector (waar we de onderbetaalde loonarbeiders in de moderne sector uiteraard moeten bijtellen). Ook bij de meest optimistische vooruitzichten betreffende de groei van de moderne sector zal aan deze verhouding weinig kunnen veranderen. De moderne sector zelf is geblokkeerd en verkeerd in crisis. Zij creëert een (vooral stedelijk) proletariaat—een nieuwe "informele" sector binnen de moderne invloedssfeer — terwijl zij tegelijkertijd de traditionele lokale en regionale economieën de pas afsnijdt. Met een van de ontwikkelingswerkers daar, een pater die directeur is van een groot ontwikkelingsinstituut, raakte ik over deze uitzichtloze situatie in een interessant gesprek. Hij gaf mij de tekst mee van een lezing die hij korttevoren had gehouden voor een filosofisch genootschap. De lezing was getiteld "De geblokkeerde maatschappij". Hiermee bedoelde hij niet de informele, maar de formele economie. "De ernstigste ziekte w/aaraan onze v\/esterse wereld lijdt", zegt hij, "is dat wij alle niveaus van het bestaan van personen en van volkeren definiëren en interpreteren vanuit liet gezichtspunt van het Economische." Dat is: het formeel-economische, zoals dat zijn beslag kreeg in het Europa van de Verlichting. Hetbrachtdescheiding van mensen natuur, van doel en middel, van ar-

beid en kunst, van productie en menselijk contact. De natuur werd tot object; de maatschappij werd gesegmenteerd (in sectoren opgedeeld); dat betekende verwoesting van beide. De moderne sector schiep behoeften die hij zelf niet kan bevredigen. Werk en consumptie-uitgaven zijn hoe langer hoe minder dienstbaar aan menselijke creativiteiten menselijk samenleven, maardienen meer om niet uit de boot te vallen, om te gehoorzamen aan de maatschappelijke code. De formele economie wordttot haareigen gevangene, alles onderwerpend aan haar criteria van nuttigheid. De grote econoom John Maynard Keyneshad een informeel toekomstideaal, dat het gangbare denken van de economie op zijn kop zet. In zijn opstel "Economische mogelijkheden van onze kleinkinderen"van 1931 (dus dacht hij aan de jaren tachtig...)zegt hij: "Ik zie ons vrij om terug te keren tot sommige van de meest vaste en zekere beginselen van religie en traditionele deugd — dat hebzucht verdorven is, dat de afpersing van woeker een misdrijf is en de liefde voor geld verfoeilijk, dat diegenen het meest waarachtig op de wegen van deugd, verstanden wijsheid wandelen, die het minst denken aan de dag van morgen. Wij zullen eens te meer doelen hoger schatten dan middelen en de voorkeur geven aan het goede boven het nuttige. Wij zullen eer bewijzen aan hen die ons kunnen leren het uuren de dag deugdzaam en waardig te plukken, de verrukkelijke mensen die in staat zijn een direct behagen in dingen te scheppen, de lelies die niet arbeiden noch spinnen".

vu-Magazine 14(1985) 3 maart 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 118

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's